Accueil

69. Er is geen duurzame welvaart en geen echte democratie zonder economische democratie

We zijn een dure les aan het leren. Als we de zeggingschap kwijtspelen over onze geldzaken en over stukken van de economie die cruciaal zijn voor leefbare samenlevingen, dan zijn we een samenleving zonder armen. Dan verliezen we de greep op ons bestaan en moeten we machteloos toezien hoe onze welvaart op losse schroeven komt te staan.

Onze politieke democratie vertoont veel kwalen en mankementen. Maar het allergrootste democratische probleem ligt niet bij de gebrekkige politieke democratie. Veel erger is het gebrek aan economische democratie in de wereld. Want politieke en burgerlijke rechten volstaan op zichzelf niet voor echte participatie en zeggenschap. Wie niets te zeggen heeft over haar werk, wie geen vertrouwen kan hebben in zijn bankier, wie werkloos is of daar voortdurend voor moet vrezen, wie geen toegang kreeg tot goed onderwijs of zelfs nooit een school van binnen heeft gezien, wie op veertien jaar uitgeleverd is aan huisslavernij en een huwelijk waar de wil van de man wet is, wie zich twaalf tot veertien uur per dag kapot moet werken om de ratrace niet te verliezen, wie leegloopt van diarree, wie vol zit met wormen, wie te ziek is om goed het land te kunnen bewerken, kortom wie arm (gemaakt) is, die kan grotendeels fluiten naar haar of zijn politieke en burgerlijke rechten.

Er is geen politieke democratie mogelijk zonder economische democratie. Het is een stelling die ik verdedig in mijn nieuwe boek ‘Van eiland tot wereld. Appèl voor de menselijke samenleving', en elke dag brengt de werkelijkheid nieuwe bewijzen aan. De afwezigheid daarvan betekent dat mensen de greep op hun bestaan verliezen. Groeiende economische afhankelijkheid doet mensen immers zeggenschap over hun leven verliezen, ze zijn minder autonoom, en dus minder vrij om te participeren in de democratische samenleving. Dit gebrek aan economische democratie en onafhankelijkheid stelt zich heel scherp in hoogindustriële samenlevingen zoals de onze. Ze zijn steeds complexer, een groeiende wirwar van economische activiteiten en structuren waarin sociale dumping alle dagen oprukt, financiële zekerheid verdwijnt, sociale bescherming afbrokkelt en de economische zelfstandigheid van mensen voortdurend vermindert, omgekeerd evenredig met de groeiende afhankelijkheid van beslissingen die elders tot stand komen en van processen waar men geen greep (meer) op heeft.

Toch kan het anders, want onze ondernemingen die zoveel welvaart voortbrengen, zijn eigenlijk niets waard zonder hun werknemers. Zij zijn het die met hun kennis en kunde die prestaties leveren, elke dag opnieuw. Dan blijft het vreemd dat de zeggenschap in overgrote mate berust bij de eigenaars en de aandeelhouders terwijl die meestal helemaal niet meewerken om de doelstellingen te halen. Als zelfs economische goeroes spreken over de werknemers als het grootste kapitaal van bedrijven - en dus impliciet dezelfde redenering volgen -, van wie zijn dan de bedrijven? Die vraag is heel legitiem.

Of neem energieproductie en digitale snelwegen, van levensbelang voor een samenleving als de onze. Hoe komt het dat ze in handen verzeilen van privé monopolisten? Nog concreter, Electrabel hebben wij allemaal samen gemaakt tot wat het is, wij horen er toch de aandeelhouders van te zijn, onvervreemdbaar - al was het maar om te beletten dat onze bedrijven die échte welvaart voortbrengen elk jaar een miljard te veel betalen voor hun elektriciteit en zo de financiële keel wordt dichtgeknepen.

En natuurlijk onze grootbanken. Ze zijn als een bus die in volle stadsdrukte door alle rode lichten racet en over de voetpaden raast. Dit is waanzin, roepen zelfs de felste neoliberalen, nu moeten overheid en samenleving het stuur overnemen. Maar iedereen blijft er wel van uitgaan dat, zodra de bus weer normaal rijdt, de grote privébanken opnieuw aan het stuur gaan zitten. Mij lijkt dat ze hun rijbewijs zijn kwijtgespeeld, in het belang van de economie en van een menselijke samenleving.

De economie moet van ons allemaal zijn. Vandaag is het recht op kapitaal en het eruit voortvloeiende recht om welvaart te creëren - of om te ondernemen - voor slechts heel weinig mensen werkelijkheid. Deze rechten vormen nochtans de fundamenten van een allerbelangrijkste ambitie, namelijk het democratiseren van onze economie. We moeten onze economie, onze markten inbedden en insnoeren, niet enkel in mondiale sociale en ecologische regelgeving, maar bovenal in een economische democratie die concrete vorm kan krijgen via inspraak, mede-eigendom, medebeheer, zelfbeheer, coöperatieve samenwerking, gezamenlijke eigendom van productiemiddelen en andere democratische organisatievormen. Enkel zo wordt de economie echt van ons. Enkel zo wordt ze opnieuw een middel om goede samenlevingen te bouwen.

In de meest verstandige bedrijven, organisaties en bewegingen zie je, gelukkig, de kentering nu stilaan komen, alvast in de opvattingen en het denken. Maar het verloopt nog veel te traag en onvoldoende massaal, en raakt dus veel te weinig vertaald in realiteit. Hopelijk zijn er binnenkort veel meer mooie verhalen te vertellen.

Dirk Barrez

De auteur is hoofdredacteur PALA.be en auteur van het pas bij EPO verschenen boek Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving - reacties zijn welkom op info@pala.be - voor overname (gratis voor niet-commerciële initiatieven of verenigingen), neem contact via zelfde emailadres

Voor boek Van eiland tot wereld, zie voordeelaanbod en eindejaarsaanbod hieronder

Over delokalisatie van werk de wereld rond, zie DVD Het verhaal van Philips Hasselt, klik voor info en bestellen

 

 

Lees ook