Home

Europese ontwikkelingssamenwerking: is méér ook beter?

De Europese Unie is de laatste jaren uitgegroeid tot een heel belangrijke speler op het vlak van ontwikkelingssamenwerking. 57 procent van de wereldwijde officiële ontwikkelingshulp (of ODA in het jargon) is nu afkomstig van de EU. Vijf EU-lidstaten hebben de fameuze norm van 0,7% van hun BNP voor ontwikkelingssamenwerking gehaald en Ierland staat op het punt om als zesde land bij deze kopgroep aan te sluiten. Aan de andere kant moeten de nieuwe EU-lidstaten vaak nog beginnen met de uitbouw van een eigen ontwikkelingsbeleid. Maar betekent méér ook automatisch betere en coherentere hulp of staat het EU-beleid de realisatie van de VN-Millenniumdoelstellingen veeleer in de weg? De controverse over de lopende onderhandelingen tussen de EU en regionale groepen van ACP-landen over de Economische Partnerschapsakkoorden (EPA's) bewijzen dat de eigen handelsbelangen vaak zwaarder doorwegen dan de ontwikkelingskansen van boeren in het Zuiden. Deze vragen waren aanleiding tot een studiedag in Maastricht georganiseerd door DPRN, het Nederlands-Belgische netwerk van experts in ontwikkelingsbeleid in samenwerking met ECPDM.
Philippe Van Damme van de Europese Commissie verdedigde het 10de European Development Fund (2008-2013) dat niet alleen over het recordbedrag van ruim 20 miljard euro zal kunnen beschikken, maar ook flexibeler rekening zal houden met de specialiteiten van de lidstaten en de noden van de ontvangende landen. Vooral de Millenniumdoelstellingen moeten de leidraad vormen. De democratische controle door het Europees Parlement is verbeterd, maar blijft te zwak. De EU-hulpadministratie is grondig hervormd en afgeslankt, maar is nog niet efficiënt en transparant genoeg. Bovendien ontbreekt het cijfermateriaal om een degelijke vergelijking tussen de lidstaten mogelijk te maken. De traditionele projectsteun wordt meer en meer vervangen door budgetsteun, wat meer verantwoordelijkheid legt in de handen van de lokale overheden. De nieuwe - vrijwillige - gedragscode die de 27 EU-lidstaten sinds 15 mei 2007 toepassen, zou het ontwikkelingsbeleid van de staten moeten harmoniseren. Paul Hoebink uitte kritiek op het EU-voorwaardenbeleid dat te zeer een liberale markteconomie zou willen doordrukken bij de ontvangende landen.
De EPA-onderhandelingen zijn een voorbeeld van hoe het niet moet. Kortom, méér geld leidt niet automatisch tot betere hulp.

Weblinks

European Centre for Development Policy Management (ECDPM)

Development Policy Review Network (DPRN)

Rapport van de DPRN Thematic Meeting European development cooperation. Does more mean better? Maastricht, 28 september 2007

Netwerk van experts

Regio's: 
Thema: 

Lees ook