Home

G1000, een experiment dat veel te lang is uitgebleven

De G1000 in Brussel is een experiment geworden dat veel te lang is uitgebleven. Het verdient vooral veel opvolging en navolging, zeker nu de democratie en de politieke besluitvorming zoveel averij heeft opgelopen en vooral onmacht tentoonspreidt. Bedenkingen bij een G1000 van een heel geïnteresseerde aanwezige.

Dat er, naast tal van crises, ook een crisis van de democratie woedt in onze samenlevingen, is bijna een open deur intrappen. In Vlaanderen, België, Europa én op het mondiale niveau slagen volksvertegenwoordigers en regeringen er niet in antwoorden te vinden op de meest diverse problemen, van klimaat tot eerlijke verdeling van de welvaart.

Van vertegenwoordigende en dialogische democratie

Dus is er dringend nood aan democratische zuurstof voor onze samenlevingen, en is het een prima zaak dat er initiatieven zijn om de vertegenwoordigende democratie aan te vullen, bij te staan, te verdiepen. De G1000 – ook al is het eigenlijk een wat minder talrijke G704 - bewijst dat er tal van mensen bereid zijn om zich te engageren in een oefening in dialogische democratie. Wie tussen de vele tafels loopt en zijn oor te luisteren legt, merkt snel de ernst waarmee de aanwezigen participeren. Hier is een pak maatschappelijke energie verzameld, en alleen dat reeds is een puike prestatie.

Zit het wel snor aan de inputkant?

Toch rijzen er ook bedenkingen. Vooreerst aan de inputzijde van het democratische proces. Net als in elke democratische besluitvorming is het belangrijk te beschikken over de nodige informatie, en dat uit de meest diverse hoeken. Bovenop is er tijd nodig om die informatie te bestuderen, te laten inzinken, opnieuw te bevragen. Want alleen wie zich zo grondig meester maakt van de meest diverse aspecten van een maatschappelijk vraagstuk is, zeker in onze hedendaagse complexe samenlevingen, goed gewapend om valabele, werkbare en duurzame antwoorden te formuleren.

De G1000 heeft een beetje oog voor die bedenking. Elk thema werd ingeleid door een tweetal deskundigen. Ook daar echter moeten kanttekeningen worden geplaatst. Twee is echt niet veel. De diversiteit die er was, bijvoorbeeld een Franstalige versus een Nederlandstalige, is ruimschoots onvoldoende voor een voldragen democratische oefening.

Neem het thema sociale zekerheid. Professor Philippe Van Parijs besteedt in zijn inleiding ruim aandacht aan het voorstel van een basisinkomen. (1) Mij persoonlijk niet gelaten, ik pleit net als hem al veel meer dan tien jaar voor een zelfs universeel basisinkomen. (2) Juist daarom weet ik deksels goed hoe weinig verspreid het concept is in de maatschappelijke discussie en hoeveel weerstand er telkens opnieuw opduikt wanneer het voorstel voorwerp van een discussie wordt.

Wanneer datzelfde voorstel van een basisinkomen dan later opduikt bij de voorstellen van de G1000 stemt me dat niet echt tevreden. Want het illustreert nu vooral hoe een eenzijdige en niet echt neutrale inhoudelijke inbreng heel oriënterend kan werken voor wat er uit deze democratische oefening komt. Ik zal me nog duidelijker uitspreken: hoe hard het basisinkomen me ook aan het hart ligt, dit maakt vooral duidelijk dat manipulatie heel goed mogelijk is als men niet uitkijkt met zulke democratische oefeningen.

Ja, dit kan beter

Is daar wat aan te doen? Wel ja, en dat bewijzen onze assisenjury’s heel geregeld. Maar merk dan wel op dat zij werkelijk iedereen kunnen horen, én dat ze de tijd hebben om al die diverse informatie te kunnen laten rijpen om uiteindelijk tot weloverwogen inspanningen te komen.

De G1000 is dus best een interessante oefening, maar vooral een luide kreet om onze manke democratie te verrijken met wat we echt nodig hebben, krachtige burgerpanels die werkelijk in staat zijn tot het grondig analyseren van problemen op basis van de meest diverse expertise, en dan op basis daarvan tot gedragen en gemotiveerde besluiten komen.

Want als dat lukt voor assisenzaken, waarom dan niet voor burgerjury’s over zeg maar bijvoorbeeld de ruimtelijke ordening en vervoersaanpak in Antwerpen? Dat kan alleen maar beter zijn dan de schandelijke Lange Wapper vaudeville die er nu is van gemaakt, en waar men zelfs zover wilde gaan als het Vlaams Parlement volledig buitenspel zetten bij de belangrijkste investeringsbeslissing in Vlaanderen.

Droom even mee over wat al niet mogelijk kan zijn

Heel concreet. Het kan toch niet onmogelijk zijn om zowat 100 Antwerpenaren te selecteren voor een burgerpanel dat zich enkele weken lang concentreert op het inwinnen en horen van alle relevante informatie, voorstellen en getuigen en op basis daarvan hoogst deskundige en maatschappelijk afgewogen adviezen formuleert over wat het beste beleid is. Terzijde, voor de sceptici, dit zou veel minder kosten dan wat de Lange Wapper nu al heeft gekost, en het zou in geen geval weggesmeten geld zijn.

U en ik zien makkelijk nog veel meer kwesties waar de inzet van burgerjury’s een welkome versterking is van onze falende en afwezige democratie. Laat zo’n burgerjury eens een maand lang (of zelfs twee maanden indien nodig) de val van Dexia onder de loep nemen. Zo hebben we wellicht veel meer kans om echt te begrijpen waar het fout is gelopen en, meer nog, hoe we een geldwezen kunnen ontwikkelen dat de samenleving vooruithelpt in plaats van ze te wurgen.

En nadat de politiek al tientallen jaren lang faalt in het aanpakken van de Electrabel kwelling die een permanente hold-up is op de Belgische samenleving en een duurzaam energiebeleid onmogelijk maakt, kunnen we ook daar maar beter een burgerjury een tijdje op los laten. Dan krijgen we wellicht zwart op wit en stevig gemotiveerd alle beleidsmaatregelen die onze politici al decennia verzuimen uit te voeren.

Als onze vertegenwoordigende democratie nog een greintje verstand en daadkracht over heeft, begint ze eerder morgen dan overmorgen al met deze drie burgerjury’s, in het algemeen belang.

Een goed democratisch en effectief besluitvormingsproces vraagt de nodige tijd

Laten we nog eens expliciet kijken naar de output- of resultaatkant voor een volgende bedenking. We merkten het al toen een georiënteerde voordracht het basisinkomen tevoorschijn kon laten toveren in de voorgestelde maatregelen. En het is manifest ook aanwezig in de voorbeelden van Lange Wapper, Dexia of Electrabel. Een gedegen proces van dialogische democratie haspel je niet af in een dag, laat staan een paar uren.

Die extreem korte tijdspanne kenmerkte wel de G1000 oefening voor de drie gekozen thema’s. En dat is overduidelijk een zwakte omdat je zowel onvoldoende inhoudelijk kan tanken, onvoldoende grondig kan studeren, nadenken, discussiëren… als uiteindelijk onvoldoende de voorstellen en alternatieven kan afwegen op hun voor- en nadelen. Zulk proces vergt nu éénmaal echt meer tijd.

Is de G32 dan een goede oplossing?

De initiatiefnemers hebben die zwakte ook in de gaten gekregen, en ze hebben gewerkt aan een oplossing. Een zogenaamde G32 zal “gedurende diverse weekends samenkomen om concrete voorstellen te maken op basis van de prioriteiten die er op de G1000 van 11 november zijn uitgekomen. In april 2012 stelt de G1000 de oplossingen voor aan het hele land.”

Deze formule laat inderdaad toe dat deze 32 mensen al veel meer tijd hebben om tot gerijpte en weloverwogen oplossingen te komen. Tot daar prima.

Toch knelt het schoentje van de G32, en spijtig genoeg redelijk fel. Want het hele initiatief van de G1000 is immers net gestart – herinner u -  omdat de representatieve democratie op haar grenzen stoot. Zo staat het ook te lezen in het manifest van de G1000.

Dan is het natuurlijk minstens ironisch en intellectueel eigenlijk niet verdedigbaar om een G32 te laten spreken voor een G1000, om met andere woorden het probleem van de vertegenwoordigende democratie te willen oplossen met een getrapt systeem van, jawel, vertegenwoordigende democratie.

De initiatiefnemers van de G1000 brengen hiertegen in dat die G32 eigenlijk niet verkozen is door de G1000. Neen, het gaat om personen die zich hiervoor ‘opgeven’. Feit blijft dat ze – vertegenwoordigend of niet – in elk geval in de plaats treden van de G1000. En dat mensen zichzelf naar voren mogen schuiven, riskeert de vraagtekens alleen maar groter te maken. Want de kans om op die manier een verdedigbare afspiegeling te krijgen van de samenleving is wel heel laag.

Die afspiegeling is belangrijk omdat de G32 moet werken met de voorstellen, argumenten en keuzes van de G1000. Daar valt zeker veel te rapen, maar ze brengen de limieten van de beperkte tijd met zich mee. Voorstellen zijn ergens gesneuveld of misschien zelfs niet eens geuit, argumenten en nuances gingen verloren, de inbreng van de weinige specialisten weegt zwaar door, de afweging en de keuzes zijn heel snel, te snel, moeten gebeuren…

Er is dus veel dat een G32 kan aanvullen, invullen, interpreteren… de facto dus namens de G1000, en dat zelfs zonder een mandaat te hebben van die G1000. Het is dus uitkijken geblazen dat de G32 niet een soort orakel van Delphi wordt of de hedendaagse versie van hogepriesters die van alles beweren te lezen in de ingewanden van een dier. Tot daar het zwartkijken.

Belangrijkste is toch de zekerheid dat dit mogelijk is

Wat ik nu vooral wil vermijden, is dat voorgaande kritiek te zwaar zou gaan wegen. Ook al is het belangrijk de minpunten en zelfs risico’s van een initiatief te belichten – zoveel te meer als het gaat om onze democratie en het algemeen belang - dat mag zeker niet al het goede van de G1000 wegvagen.

Want het belangrijkste van deze 11 november 2011 oefening is de blijdschap en de nieuw verworven zekerheid dat zulke democratische oefening echt mogelijk is. Hopelijk helpt het onze samenleving mee te ontsnappen aan die eeuwig herhaalde drammende slagzin ‘het kan toch niet anders’.

Alleen daarom al verdienen alle initiatiefnemers van en betrokkenen bij de G1000 een proficiat van de samenleving, en in het bijzonder van haar politici. Verken toch de kansen die nieuwe vormen van democratie kunnen bieden in plaats van die net af te schaffen zoals het Vlaams Parlement recent deed met haar Instituut Samenleving en Technologie.

(1) Zie interview met Philippe Van Parijs(2) Zie het artikel Voor iedereen een mondiaal basisinkomen van een euro per dag, opnieuw verdedigd in het boek van Verontwaardiging naar Verandering

Regio's: 
Landen: 

Lees ook

Hoe omgaan met ons koloniaal verleden?

Precies honderd jaar geleden werd de Belgische staat - een beetje tegen wil en dank - een koloniale mogendheid. Koning Leopold II zag zich door schandalen gedwongen zijn reusachtige privékolonie Congo over te dragen. Toch blijft dat Belgische koloniaal verleden nog zeer omstreden en grotendeels onbekend terrein voor de huidige generaties. In tegenstelling tot andere Europese koloniale mogendheden is het koloniaal verleden zo goed als een blinde vlek gebleven in het Belgische onderwijscurriculum. In Congo is de toestand op dat vlak nog erger.