PALA Woordenboek

ecologisch deficit

De Aarde, ons huis, staat in brand. De feiten onder ogen zien heeft niets met pessimisme te maken: de mens verwarmt de Aarde op nooit geziene wijze, zorgt voor riskante klimaatwijzigingen, laat planten en dieren minstens honderd maal sneller uitsterven dan normaal, put de natuurlijke hulpbronnen uit en vergeet dat onze economie deel uitmaakt van het ecosysteem Aarde. De globalisering van de huidige economie veroorzaakt in grote mate die ecologische ravages. Maar wanneer we ons natuurlijk kapitaal opsouperen en de ecologische productie of biocapaciteit vermindert – van water, voedsel, energie, allerlei grondstoffen – beleven we uiteindelijk een onvermijdelijke terugval in economische productie, van onze welvaart dus. Het is veel slimmer om ons grootste kapitaal, de Aarde, te bewaren; en nog slimmer is om dat kapitaal opnieuw te laten aangroeien.

zie ook Aarde, ecologische voetafdruk

ecologische voetafdruk

Hoeveel heb je nodig van de Aarde om al hetgeen je verbruikt, te produceren? Dat is wat jouw ecologische voetafdruk vertelt. Ook voor een stad, een land of de volledige wereld is het mogelijk de voetafdruk te meten op basis van wat ze consumeren aan energie, voedsel, water enzovoort. In cijfers voor het jaar 2010: iedere mens beschikt over ongeveer 1,7 hectare. Dat is het evenwicht waarbij het gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van de Aarde niet sneller verloopt dan ze zich kunnen herstellen. Het wordt ook wel Eerlijke Aarde-aandeel genoemd.

Maar wat toont de werkelijkheid? Een inwoner van de Europese Unie heeft gemiddeld bijna 4,5 hectare nodig, iemand uit Noord-Amerika vrijwel 7. Iemand uit Afrika heeft gemiddeld voldoende aan 1,5 hectare en iemand uit Azië of de Pacific 1,7. En dat zijn nog maar gemiddelden. Er zijn dus enorme verschillen in de mate waarop mensen hun belangrijkste kapitaal, de planeet Aarde, belasten.

En de gemiddelde wereldburger? Die legt beslag op 2,6 hectare. Sinds 1970 verbruiken we allemaal samen meer van de Aarde dan ze kan (ver)dragen. In 2010 is dat al de helft meer. Met die niet-duurzame aanpak handelen we dus alsof we anderhalve Aarde tot onze beschikking hebben. Dat is het groeiende ecologische deficit, of in het Engels overshoot. Het gaat nog steeds de verkeerde richting uit. In 2015 leggen we beslag op 1,6 Aardes. Wanneer er een paar miljard mensen bijkomen en de gemiddelde mens nog meer zou verbruiken, hebben we twee of zelfs drie Aardes nodig – en die zijn er echt niet.

Lees meer in hoofdstuk 7 van het boek Transitie. Onze welvaart van morgen

www.footprintnetwork.org

economie

Voor ‘oorsprong’ en ‘meer lezen’
naar beneden scrollen

Wat is economie eigenlijk?

We zitten in de rats, zelfs in de val, met onze huidige productie- en distributiesystemen. Ze brengen welvaart voort op een allerminst duurzame wijze en ze verdelen die welvaart heel onrechtvaardig. Het is wel opletten om het begrip ‘economie’ niet in de verdomhoek te stoppen. Want dat is niet haar plaats, we hebben haar nodig. Laten we eerst de economie terug omarmen door ons eraan te herinneren waarvoor dat begrip hoort te staan. Wat is economie eigenlijk?

Zowel creatie als verdeling
van welvaart en welzijn

Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.

Wat, hoe en voor wie?

De economie leert ons ‘wat’ we produceren, met andere woorden, welke goederen en diensten we voortbrengen; ze leert ons hoe de productie daarvan gebeurt en voor wie we produceren.

De ‘hoe-vraag’ maakt ons wijzer over de manier waarop de productiefactoren – arbeid, grondstoffen, kapitaal en kennis – ingezet worden. Die vraag herbergt of verbergt dus ook het ecologische vraagstuk: hoe graag sommigen het ook willen ontkennen, de economie kan maar zo groot zijn als de Aarde kan (ver)dragen.

De vraag ‘voor wie’ herinnert ons aan het verdelingsvraagstuk.

Economie is kiezen en dus politiek

Telkens worden er keuzes gemaakt. Geloof vooral niet dat die opgelegd zijn door zogenaamde economische wetmatigheden. Of een samenleving de weg plaveit voor steeds meer Ferrari’s of voorrang geeft aan sociale woningbouw, of Coca-Cola wereldwijd meer verspreid is dan zuiver water, of mobiliteit vooral aangedreven is door fossiele brandstoffen of door hernieuwbare energie, of we onze hernieuwbare energie zelf in handen nemen of ons blijven onderwerpen aan concerns, of belastingen zorgen voor goede publieke diensten en infrastructuur en een duurzame economie in de hand werken dan wel ongelijkheid bevorderen, of we ons enkel blindstaren op bruto productie dan wel oog hebben voor echte welvaart, welzijn en welbevinden… al die keuzeprocessen verlopen allerminst ‘neutraal’ of ‘waardevrij’.

Oorsprong van deze omschrijving

Deze definitie van economie is overgenomen uit 'Op weg naar een duurzame economie', hoofdstuk 8 van Dirk Barrez, Transitie. Onze welvaart van morgen, 2016, p.55-57

De omschrijving verscheen voor het eerst in 1999 in ‘Economie, draaischijf voor onze behoeften en ambities’, hoofdstuk 5 van het boek Dirk Barrez, Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw. Over leven in de 20ste eeuw, p.79-93. Dit boek is integraal te lezen op Pala.
Markant: economie komt na het hoofdstuk ‘Kan de mens leven?’. De gehanteerde logica is duidelijk: de economie is een middel in dienst van mens en samenleving, geen doel.

Ze sluit nauw aan bij de reeds in 1991 ontwikkelde zienswijze op economie, in het afsluitende hoofdstuk ‘Is er een alternatief’’ van het pamflet De Val der Engelen. Waarom ontwikkelingsorganisaties falen (1991). Dat veelbesproken pamflet was aanleiding voor en is gepubliceerd in het boek Het Orkest van de Titanic. Werken aan andere Noord-Zuid Verhoudingen, 1993.

Meer lezen

Op Pala verscheen reeds eerder een meer uitgebreide versie - zie
Op weg naar een duurzame economie | Pala 5-7-2019

Dat eerste artikel van de reeks ‘Waar moet het naartoe’ werd aangevuld met drie artikels gebaseerd op hoofdstuk 9 van Transitie. Onze welvaart van morgen, 2016, p.58-66. Samen vormen ze de kern van een ecologische en sociale economie.
Ecologisch duurzame schaal | Pala 12-7-2019
Rechtvaardige aanspraken in een menselijke samenleving | Pala 12-8-2019
Architectuur van een duurzame economie | Pala 10-9-2019

economische groei

In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economie vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economie en de economische productie hard nodig.

Vandaag is die productie groter dan ooit, ze is nog nooit zo fel gestegen als in de jongste zestig jaar. Merkwaardig genoeg zijn we veel minder intens bezig (geweest) met onze behoeften en ambities. Welke behoeften eerst voldoen, en voor wie, zijn vragen waarvoor de aandacht veel minder is gegroeid dan de explosie van de economische productie zou laten vermoeden. We zijn als het ware gefixeerd op economische groei en veel minder op waarvoor die dan wel moet dienen. En dus krijgt de welvaartsverdeling veel te weinig aandacht.

We verzuimen ook ernstig bezig te zijn met de vraag hoe aan onze behoeften voldoen, hoe produceren dus. En we leren maar slecht dat in een per definitie eindige wereld waarvan we de draagkracht nu volop overschrijden, economische groei altijd op grenzen zal botsen. Meer en meer wordt duidelijk dat wat wij groei noemen, nu al in landen als de VS, GB of Nederland tot minder in plaats van meer welvaart leidt. Op een bepaald ogenblik wordt de groei oneconomisch.

Probleem is dat onze meetlat uiterst slecht is om echte en duurzame welvaart te meten. Volgens het bruto nationaal product (BNP) worden we rijker van alle kosten die een kettingbotsing meebrengt, of de vervuiling van waterlopen, of tandbederf. Alles wat mensen of de natuur gratis presteren telt dan weer niet mee.

Het is dringend tijd om volop te zoeken naar en over te schakelen op een duurzame economie die werkelijk welvaart voortbrengt om voor iedereen een goed leven mogelijk te maken zonder onze planeet pijn te doen of te overvragen.

 

Economische Partnerschapsakkoorden

de EPA’s (van het Engelse Economic Partnerschip Agreement) zijn regionale handelsakkoorden die de Europese Unie wil sluiten met de 77 zogenaamde ACS-landen uit Afrika, de Caraïben en de Stille Oceaan, waaronder heel veel van de armste landen. Het zijn eigenlijk vrijhandelsakkoorden. De bedoeling ervan was om op 1 januari 2008 de grenzen te openen en de douanetarieven op bijna alle Europese goederen af te schaffen.

Al ruim dertig jaar genieten deze landen van een voordelige toegang tot de Europese markt. Maar dat mag niet van de Wereldhandelsorganisatie. En dus moet die voorkeursbehandeling verdwijnen.

Dit maakt het voor deze landen in grote mate onmogelijk hun landbouw te beschermen en hun eigen economieën uit te bouwen. En ze verliezen daarenboven de inkomsten die de douanetarieven opleverden waardoor ze nog armer achterblijven.

Daarom komt er veel kritiek op die EPA’s, zowel in de ACS-landen als in Europa van o.a. NGO’s voor ontwikkelingsorganisaties en milieuorganisaties. Eind 2007 is duidelijk dat Europa niet van wijken wil weten. Toch raakt er slechts met één regio een echt EPA-akkoord rond, met de Cariben. De andere regio’s moeten toezien hoe Europa interimakkoorden begint te onderhandelen met de afzonderlijke landen. Twintig landen hebben zulke akkoorden intussen aanvaard, met 41 landen is er geen akkoord bereikt. In 2008 worden de onderhandelingen hervat.

lees meer over EPA’s en de interimakkoorden

Ecosoc - Economisch en Sociaal Comité van de Europese Unie

het Economisch en Sociaal Comité van de Europese Unie telt 344 leden. Dat comité geeft advies over ieder ontwerp van richtlijn, aanbeveling of actieprogramma van de Europese Unie en dit voor om het even welk onderwerp. Bestaande nationale economische en sociale comités vormden het model voor Ecosoc.
Er zitten vertegenwoordigers in van drie groepen: de nationale werknemersorganisaties, de nationale werkgeversorganisaties en een groep diversen die vertegenwoordigers telt van o.a. de consumenten en de landbouwers.
Het zijn de lidstaten die de vertegenwoordigers voordragen maar meer en meer coördineren de Europese sociale partners de werkzaamheden van Ecosoc.

eerlijke handel

zie fair trade

emancipatie

nog aan te maken

bevat best ook het THEMA gender (tagnaam wijzigen dus)

emergentie

Wanneer, los van elkaar, nieuwe initiatieven ontstaan die zich vervolgens verbinden tot een netwerk en uitgroeien tot sterke praktijken, kunnen daaruit plots nieuwe systemen ontstaan met een heel eigen kracht. Dat proces heet emergentie.

Transitiekringen hechten veel belang aan de dynamiek van emergentie om tot grote transities te komen. Velen gaan ervan uit dat de economie een heel complex systeem is dat enkel door zo’n emergentie fundamenteel kan veranderen.

Lees meer in hoofdstuk 16 van het boek Transitie. Onze welvaart van morgen

energie

nog aan te maken THEMA

Enron

Dit Amerikaanse energieconcern was de grootste financier van de eerste kiescampagne van president Bush junior. Wanneer Enron frauduleus failliet gaat in 2002, verliezen de mensen die er werken niet alleen hun job en daarmee hun maatschappelijke status, ze spelen ook hun spaargeld kwijt want dat zijn Enron aandelen, ze zien zelfs hun pensioenen in rook opgaan want ook die bestaan uit Enron aandelen. En wanneer ze het faillissement zien aankomen, wordt het hen zelfs verboden om hun aandelen nog voor een beetje geld te verkopen. Dat is in zeker opzicht nog erger dan slavernij, want de heer die zijn slaaf niet kon onderhouden had de plicht hem vrij te laten.

Film Enron, The Smartest Guys in the Room - www.enronmovie.com

EU

zie Europese Unie

zie ook Europees model

Europees model

Democratische rechtsstaten die niet langer oorlog voeren en met een vrije markteconomie die in grote mate sociaal gecorrigeerd is, en meer en meer ook ecologisch.

Niet alle prijzen komen volledig vrij op de markt tot stand. Wat betaald wordt voor nogal wat landbouwproducten, brandstoffen, sigaretten, geneesmiddelen, huishuur, arbeid, doktersbezoek enzovoort is in veel landen gereglementeerd.

Te langzaam dwingen we onze economie ook om ecologisch duurzamer te zijn.

Overheden nemen sommige diensten zelf in handen, openbaar vervoer b.v., of laten privéspelers werken binnen een bindend publiek kader, dikwijls ook spelers zonder financieel winstoogmerk, denk aan scholen of mutualiteiten. Zo genieten we van goede en heel betaalbare gezondheidszorg en onderwijs.

Het Europees model is deze vrij succesvolle en pragmatische middenweg tussen de bijna verdwenen planeconomie en het falende neoliberalisme. Dat laatste blijkt heel dikwijls de rechte weg naar sociale ongelijkheid, armoede,en milieuvernietiging en verlies aan democratie.

Dit Europese model is bewonderd in de hele wereld. Vraag is of deze sociale markteconomie overeind kan blijven in een mondiaal model van volledig vrije markt waar sociale correcties niet verplicht zijn en in vele landen maar moeilijk of zelfs niet afgedwongen geraken.

En hoe haalbaar blijft het om ecologische correcties te eisen van economische sectoren die bloot staan aan felle mondiale concurrentie? Dan spreken we niet eens over de ombouw naar een echt duurzame economie.

Europees Sociaal Forum

In navolging van het Wereld Sociaal Forum ontstaan al gauw ook continentale en regionale sociale fora. Het eerste Europees Sociaal Forum dateert al van in 2002 en grijpt plaats in het Italiaanse Firenze. Later volgen Parijs in 2003, Londen in 2004 en Athene in 2006. Tienduizenden vertegenwoordigers van sociale bewegingen uit heel Europa debatteren over de strijd voor een democratisch, sociaal en solidair Europa en over de rol van Europa in de wereld. Een Europees Sociaal Forum neemt meestal vier tot vijf dagen in beslag. De tienduizenden aanwezigen voeren het debat met elkaar over de toekomst van de beweging en gaan na of er gemeenschappelijke campagnes mogelijk zijn. Ze treffen elkaar in duizenden workshops, seminaries of in grote meetings. Op die manier ontstaan er steeds sterkere Europese netwerken rond een heleboel uiteenlopende thema’s. De sociale bewegingen blijven zeker en vast ook actief op het nationale en lokale niveau, maar nu zeventig procent van nieuwe nationale wetgeving het gevolg is van Europese richtlijnen en afspraken, moet meer dan ooit ook op Europees niveau een sociale tegenmacht worden opgebouwd. zie ook Belgisch Sociaal Forum, Wereld Sociaal Forum

Europees sociaal overleg

bij het verdrag van Maastricht hoort ook een sociaal protocol. Daarin staat dat over ieder voorontwerp van Europese wet en initiatieven inzake sociaal beleid de Europese Commissie de representatieve Europese werknemers- en werkgeversorganisaties moet consulteren. Voor de werknemers is dat het Europees Vakverbond (EVV) en voor de werkgevers UNICE en CEEP. Als het over sectorale aangelegenheden gaat, zijn de Europese vakbondsfederaties bevoegd. Op die manier zijn de sociale partners van bij het begin betrokken bij de besluitvorming.
De Europese sociale partners kunnen ook Europese collectieve arbeidsovereenkomsten sluiten. Op hun voorstel of dat van de Europese commissie kan de Europese Commissie die Europese CAO’s algemeen bindend verklaren.
Sinds 2002 zijn de Europese sociale partners nog meer betrokken bij de strategie voor werkgelegenheid en sociale bescherming. Hun tripartiete sociale top komt minstens één maal per jaar samen. Ze tekenen er hun gemeenschappelijk werkprogramma uit.

Europees vakverbond (EVV)

In de jaren vijftig van vorige eeuw groeit de idee om de Europese vakbonden te groeperen. Met de oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) is het noodzakelijk voor de vakbeweging om de gemeenschappelijke problemen te kunnen aanpakken met een representatieve organisatie. In 1972 raakt men akkoord over de oprichting van een nieuwe organisatie, het Europees Vakverbond (EVV).

Alles samen vertegenwoordigt het EVV vandaag meer dan 50 miljoen werknemers uit 33 landen. De professionele pijlers van het EVV zijn de Vakbondsfederaties (zoals metaal, transport, openbare diensten, hout en bouw,...). Ze hebben de taak om de vakbondsacties uit hun sector te coördineren.

Binnen het EVV worden ook de Europese ondernemingsraden georganiseerd. De Europese richtlijn inzake voorlichting en raadpleging van werknemers in transnationale bedrijven betekent een grote stap vooruit voor het Europese syndicalisme. Ze geeft de vakbeweging immers de kans om zich in de multinationals beter te structureren, haar actievermogen te versterken en op termijn gemeenschappelijke acties op te zetten. Het EVV coördineert ook hier de vakbondsstandpunten en waakt erover dat deze richtlijn in de verschillende landen op een coherente en homogene wijze wordt omgezet in regelgeving.

Europees vakverbond

Europese Ondernemingsraad

Al te dikwijls loopt het economische ver voor op het sociale. Ook al zijn we terecht fier op onze sociaal gecorrigeerde vrije markteconomie, toch is dat ook zo bij de Europese integratie. Vanaf de jaren vijftig internationaliseert de economie volop in de West-Europese ruimte. We krijgen meer en meer grote bedrijven die zich Europees ontplooien en het vroegere nationale kader ontgroeien. Zo raakt het nationale recht op informatie en raadpleging van werknemers snel achterhaald. In de jaren zeventig gaan er stemmen op om de werknemers meer zeggingschap te garanderen in Europees gestructureerde ondernemingen, om dus ook te werken aan sociale internationalisering. Het kost enorm veel tijd vooraleer er regelgeving komt. De Europese besluitvaardigheid botst op de vereiste unanimiteit omdat zeker Groot-Brittannië niet wil weten van sociale regels.

Pas op 22 september 1994 keurt de Ministerraad de Europese richtlijn 94/45/EG goed. Dat kan omdat met het verdrag van Maastricht unanimiteit geen absolute voorwaarde meer is.

De nieuwe richtlijn regelt de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure ter informatie en raadpleging van de werknemers. De goedkeuring betekent de start van een Europese sociale dialoog die is afgestemd op de Europees gestructureerde concerns.

In het Belgische recht is de bevoegdheid van de standaard Europese Ondernemingsraad beperkt tot het verstrekken van informatie en tot raadpleging over wat van belang is voor het hele concern of voor minstens twee vestigingen in verschillende lidstaten. Bovenop moet het gaan om materies die te maken hebben met vestigingen in de lidstaten van de Europese Unie.

Wat slechts voor één vestiging van belang is, wordt nu dus niet als transnationaal beschouwd. Dat is enkel zo indien er gevolgen kunnen zijn voor de hele groep.

Het Europees vakverbond zou de transnationale kwesties liefst ruimer willen definiëren bij een eventuele herziening van de richtlijn.

zie ook Europees vakverbond, internationale kaderovereenkomst

Europese Unie

Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:

Na de Brexit. Hoe kan EU presteren en ons vertrouwen verdienen?
Europa is nodig, maar dan wel een ander Europa
Wat nu Europeanen? Een nieuwe koers voor Europa
Het ziekbed van Europa. Van crash tot succes tot crisis
Hoe gebruiken we geld het best? 
Europese sociale pijler krijgt vorm 

zie hoger in dit woordenboek - Europees model

(verwijzingspagina)

extremisme

Voor informatie over extremisme kan u terecht in:

- het artikel Extremisme veronachtzamen | 6-6-2019 - gebaseerd op hoofdstuk negen uit 11 politieke dwaasheden

- het hoofdstuk ‘Nieuwe en oude bedreigingen voor vrede en democratie’ in Barrez Dirk, Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw. Over leven in de 21ste eeuw, 1999, p.175-185 (boek is uitverkocht) of in het gratis toegankelijke E-boek pala.be/e-boek-ik-wil-niet-sterven-aan-globalisering-over-leven-de-21ste-eeuw p.153-162

- het essay Beeldenstorm. Essay 'We leven gevaarlijk' - 1 Extremisme is terug van nooit weggeweest | 14-1-2015