In het begin van de 20ste eeuw was eenderde van de Macedonische bevolkingi Slavisch, eenderde Grieks en eenderde Turks of Albanees. De Bulgaren beschouwden de Slavische bevolkingi van Macedonië om taalkundige, historische en etnische redenen als Bulgaars. Maar ze hadden ook historische redenen. Vóór de Osmaanse invasie had Macedonië alles bij elkaar ongeveer 250 jaar deel uitgemaakt van Bulgarije, voor het laatst in de eerste helft van de 13de eeuw. De Serviërs vonden om soortgelijke redenen dat Macedonië Servisch was en bij Servië hoorde. Ook de Grieken maakten aanspraak op Macedonië: in de steden werd Grieks gesproken, een groot deel van de bevolkingi erkende het patriarchaat van Constantinopel, en Alexander, de grootste aller Grieken, was een Macedoniër. Inmiddels was bij de Macedonische Slaven het idee gegroeid dat ze eigenlijk een apart Slavisch volk vormden, de Macedoniërs, en recht hadden op een eigen staat. Tijdens de Balkanoorlogen aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog werd de Macedonische kwestie ‘opgelost’ door het land te verdelen onder de ruziemakers. Bulgarije kreeg het kleinste stuk. Duurzaam was dat niet. Macedonië belandde bij Joegoslavië en na het uiteenvallen van dat land eind vorige eeuw is het nu een onafhankelijk land. Maar de meeste Bulgaren vinden nog altijd dat Macedoniërs Bulgaren zijn.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen.
Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol.
Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.