Terwijl vorig jaar vooral het West-Afrikaanse Niger geregeld in het nieuws kwam met berichten over een hongercatastrofe, lijkt het probleem van ondervoeding en acute hongersnoodi zich dit voorjaar naar Zuidelijk en Oost-Afrikai te verplaatsen. Het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties (WFP) heeft de hongercrises in kaart gebracht op zijn website. Enkele muisklikken volstaan om te leren dat 41 procent van de bevolkingi van Zuidelijk Afrikai (zonder Zuid-Afrikai) momenteel ondervoed is. In het uiterst droge noordoosten van Kenia zijn 3,5 miljoen mensen direct bedreigd in hun voedselzekerheid. Vooral de nomadische veehouders zijn er getroffen. Wanneer hun vee sterft, hebben deze mensen geen inkomen meer en worden ze volledig afhankelijk van voedselhulp. Bovendien dreigen conflicten om grond toe te nemen met landbouwers die op de schaarse vruchtbare gronden ook al niet voldoende kunnen oogsten om tot het volgende seizoen de voorraden aan te vullen. Zware regenval in de maand januari heeft gewassen weggespoeld in Mozambique, Malawi en Zimbabwe. Volgens het WFP heeft Zuidelijk Afrikai te kampen met een drievoudige bedreiging: aids/HIV, voedselonzekerheid en de beperkte capaciteit van de regeringen om een adequaat sociaal beleid te voeren. Hongerkaart Wereldvoedselprogramma www.wfp.org/country_brief/hunger_map/map/hungermap_popup/map_popup.html
een multinational bestaat uit een moederbedrijf en filialen of vestigingen in minstens één ander land, meestal in heel veel landen zelfs. Belangrijk is dat het moederbedrijf die vestigingen controleert. In 2004 schat UNCTAD het aantal multinationale ondernemingen in de wereld op 64.000 met samen zowat 866.000 filialen waarin 53 miljoen mensen werken. Vroeger waren dochterbedrijven in grote mate het evenbeeld van het moederbedrijf en bedienden ze hun regionale markt. Vandaag zijn multinationals veeleer geëvolueerd tot complexe productieketens waarbij de filialen zich specialiseren in één of meer schakels daarvan. Dat productieproces raakt steeds meer en steeds sneller gefragmenteerd in een onophoudelijke zoektocht naar waar het kostenplaatje meest voordelig is. Zo komt het dat één derde van de wereldhandel zich afspeelt tussen vestigingen van multinationals. Zulke geïntegreerde netwerken verhogen sterk hun flexibiliteit. Maar de keerzijde is dat het voortbestaan van filialen veel onzekerder is en dat werknemers veel minder zeker zijn van hun job. Nog altijd hebben de meeste multinationals hun hoofdkwartier in de traditionele economische kerngebieden. Van de 500 grootste multinationale ondernemingen telde de Europese Unie er 163 in 2007, de Verenigde Staten 162 en Japan 67. Intussen zijn we al langer gewoon aan Zuid-Koreaanse multinationals, nu met 14 in de lijst. Sinds het Chinese bedrijf de personal computer afdeling van IBM heeft overgenomen in 2005 en de Indiër Lakshmi Mittal wereldwijd overduidelijk de staalproductie domineert, groeit het besef dat we snel zullen wennen aan multinationals uit andere opkomende industrielanden. China heeft al 25 bedrijven onder de 500 grootste, India 6 en Brazilië 5. Op basis van de omzet behaalde Wal-Mart in 2007 de eerste plaats, op de voet gevolgd door Exxon Mobil. Dan komen de andere oliefirma’s Shell en BP en op plaatsen vijf en zes vinden we de autobedrijven General Motors en Toyota. Verder vinden we bij de eerste tien DaimlerChrysler, ConocoPhilips en Total. Nu de bedrijfswereld zich steeds meer op mondiaal vlak organiseert, staan vakbonden voor de opgave om ook internationaal voor tegenwicht te zorgen. Zo is binnen Europa het alternatief van de Europese Ondernemingsraad gegroeid en mondiaal zijn de jongste jaren heel wat internationale kaderovereenkomsten gesloten.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
wanneer massaal veel mensen sterven door gebrek aan voedsel en verhongering. Opvallend is dat hongersnoden niet voorkomen in min of meer democratisch bestuurde landen. Zo woekert ondervoeding nog altijd in India maar na de onafhankelijkheid komen grote hongersnoden niet meer voor. China is er wel in geslaagd de inwoners een beter dieet te bezorgen maar kende door de mislukte grote sprong voorwaarts rond 1960 waarschijnlijk de grootste hongerdood van vorige eeuw. Vaak gaat hongersnood samen met oorlog en burgeroorlog zoals b.v. in Soedan. Hongersnood is in elk geval veel meer een menselijk dan een natuurlijk fenomeen. Wie arm is en wie rijk is, wie veel, weinig of zelfs geen vruchtbare grond heeft, dat wordt vooral bepaald door de verhoudingen tussen mensen. Vanzelfsprekend spelen ook natuurlijke fenomenen zoals droogte of overstromingen een rol. Ze kunnen de menselijke keuzen of stommiteiten versterken.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.