Een kwetsbaar woestijnland als Mauritanië produceert tijdens jaren van normale regenval amper 30 procent van het voedsel dat de bevolking nodig heeft. De rest moet worden ingevoerd of verkregen via het VN-Wereldvoedselprogramma en andere donors. Volgens cijfers van het ministerie van Gezondheidszorg en van het VN-Kinderfonds UNICEF leed in september 2007 11,9 procent van de bevolking aan ondervoeding. In de 17 meest getroffen gemeenten van het land was ruim één op de vijf inwoners ondervoed. Maar niet de droogte zorgt dit keer voor problemen. Door de aanhoudende stijging van de prijzen voor basisvoedsel (granen) op de internationale markten voorspellen experts inzake voedselzekerheid dat 2008 wel eens een hongercatastrofe zou kunnen betekenen voor honderdduizenden Mauritaniërs. Als de donorlanden niet snel met meer geld over de brug komen, zullen de hulporganisaties nooit voldoende voedsel kunnen aankopen om aan de behoeften te voldoen. Ook de forse stijging van de brandstofprijzen maakt dat het transport van voedsel veel meer zal gaan kosten dan vorige jaren. Volgens schattingen van het Wereldvoedselprogramma zal het aantal families met ernstige voedseltekorten al met 15 procent stijgen in de maand april. Vele families eten maar één keer per dag. Prijzen voor tarwe en sorghum stegen met meer dan 40 procent tussen mei 2007 en januari 2008. Sindsdien zijn de prijzen blijven stijgen en de voedselvoorraden verder geslonken. De overheidsdienst voor Sociale Bescherming en Voedselveiligheid (CPSSA) zegt dat onvoldoende middelen beschikbaar zijn om de voorraden aan te vullen om de te verwachten voedselcrisis het hoofd te bieden. Dringend is 6 miljoen dollar nodig om tot juli 2008 de voorraden op peil te houden.
Websites
IRIN-bericht over Mauritanië
Noodoproep Wereldvoedselprogramma (WFP)
WFP-rapport voedselzekerheid noordelijke Sahel (oktober 2007)