Toestand in Darfour is veel complexer dan meeste media voorstellen
woensdag, 2 mei 2007 - 13:56
De dramatische toestand in de West-Soedanese regio Darfour kan de laatste tijd op veel belangstelling rekenen van westerse mediai, mensenrechteni- en noodhulporganisaties, de VN-Veiligheidsraad en regeringen. Deze week brengt de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht een bezoek aan Soedan in de hoop de regering in Khartoem te overtuigen om in te stemmen met de komst van een VN-vredesmacht voor de zwaar geteisterde regio. Toch is de berichtgeving over het conflict in Darfour vaak verbijsterend simplistisch en worden dezelfde fouten altijd opnieuw herhaald tot ze een eigen leven gaan leiden. De Zuid-Afrikaanse politieke wetenschapper, Ayesha Kajee, verbonden aan het South African Institute of International Affairs, schreef hierover een boeiend achtergrondstuk. Hij verwijt veel westerse journalisten ‘luiheid’ als het erop aankomt om de diepliggende achtergronden van dit uiterst complexe conflict uit de doeken te doen. Vaak wordt de suggestie gewekt dat het conflict hoofdzakelijk gaat tussen de ‘Arabische’ (en dus ‘blanke’ en ‘islamitische’) regering in Khartoem en de ‘zwarte Afrikaanse stammen’ van de uitgestrekte regio Darfour. In werkelijkheid zijn zowel de daders als de slachtoffers van het grootschalige geweld zwarte Afrikaanse moslims. Zoals in zovele Afrikaanse landen van de Sahelgordel worden de etnische verhoudingen er vooral bepaald door de relaties tussen sedentaire landbouwers en nomadische veetelers. Conflicten draaien meestal om de controle over schaarse waterbronnen. Darfour heeft nooit op veel belangstelling kunnen rekenen van de machthebbers in het verre Khartoem, wie daar ook aan de machti was. De regio behoorde dan ook tot de armste van het land en had veel te lijden van conflicten in de buurlanden. Gedurende de bloedige burgeroorlog in Tsjaad hebben zowat alle partijen (ook buitenlandse) Darfour gebruikt als uitvalsbasis en er een verdeel-en-heerspolitiek toegepast. De rebellen die de Soedanese regering nu bestrijden, zijn onderling ook fel verdeeld in vaak wisselende machtscoalities. Bovendien is Soedan een belangrijke producent van olie en willen ook de westerse landen hun kansen op toekomstige oliecontracten niet te veel op het spel zetten.
De grootste armoede en honger uitbannen, lager onderwijs wereldwijd toegankelijk maken voor iedereen, de gelijke behandeling van mannen en vrouwen bevorderen door vrouwen mee
Mbaye Gueye is een Senegalese jongen van 17, wat zwakjes én levenslustig, wanneer ik hem bij het filmen van de televisiereportage ‘Het gezicht van de honger’ leer kennen. Drie maanden later zou ik hem opnieuw ontmoeten maar… twee dagen tevoren is hij overleden. Waarom vertel ik dit? Omdat hier globalisering aan het werk is.
Wie iets uitvindt, kan daar een patent of octrooi voor krijgen, meestal voor zowat twintig jaar. In die periode heeft alleen de uitvinder het recht om de vruchten te plukken van die uitvinding, als een vergoeding voor de geleverde inspanningen. Dat lijkt fair maar die periode is zo lang dat er dikwijls superwinsten kunnen worden gemaakt, vele malen meer dan de investeringskost. Farmaceutische bedrijven en ook heel wat softwarebedrijven behoren niet toevallig tot de meest winstgevende. Die winsthonger kan vele mensenlevens kosten, denk bijvoorbeeld aan de weigering van bedrijven om de prijzen voor hun aidsmedicijnen in vele ontwikkelingslanden te laten zakken. De gecreëerde monopolies riskeren ook vernieuwingen in de samenleving te blokkeren. Zeker in het geval van computerprogramma’s vormen zogenaamde sotwarepatenten een rem op innovatie en zijn deze nadelen veel duidelijker dan de voordelen. Vandaar de opkomst van de beweging voor opensource software. Daarmee belanden we bij nog een andere kritiek: er kan gewoonweg veel te veel gepatenteerd worden. Nu zijn zelfs patenten mogelijk op het leven zelf, op stukjes plant, dier of mens. Biotechnologische en farmaceutische bedrijven hebben de jacht geopend op genen of stukken van genen waarvan ze denken dat ze die nuttig kunnen gebruiken, en waarmee ze dus geld hopen te verdienen. Bekend is het verhaal van Myriad Genetics dat in 2001 het octrooi verwerft op een borstkankergen. Volgens het bedrijf mogen de borstkankertests alleen nog in de VS worden gevoerd… en dan moeten vrouwen tien keer meer betalen. Zo bedreigen stijgende kosten onze gezondheidszorg en de solidariteit waarop zij steunt; ze halen het principe onderuit dat iedereen recht heeft op de beste gezondheidszorg. Vandaar de fundamentele vraag: kan de genetische rijkdom van planten, dieren en menselijk leven wel geprivatiseerd worden – want daar draait het om bij dit soort patenten - of is dit alles gemeenschappelijk eigendom van de mensheid? Tot waar reikt het privé belang, en waar begint het algemeen belang? Die discussie is hard nodig.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.