Vakbondsrechten zwaar in verdrukking in Bangladesh
dinsdag, 12 februari 2008 - 14:20
Sinds 12 januari 2007 heeft de door militairen gedomineerde interimregering van Bangladesh alle politieke en vakbondsactiviteiten verboden in de hoop een einde te maken aan de groeiende sociale onrust in het arme Zuid-Aziatische land. Tientallen vakbondsmensen en mensenrechtenactivisten zijn sindsdien gearresteerd, hardhandig ondervraagd en in de gevangenis gestopt.
Op 24 januari van dit jaar werd Mehedi Hasan, een veldonderzoeker van het in Washington gevestigde Worker Rights Consortium (WRC), in de hoofdstad Dhaka gearresteerd op basis van deze uitzonderingswetten. Op 3 februari werd hij onder zware internationale druk vrijgelaten. Hasan was in Bangladesh om het lot te onderzoeken van de textielarbeiders. Leden van de Bangladesh Independent Garment Workers' Union Federation, de belangrijkste onafhankelijke vakbond in de strategische textielsector, hebben het al bijzonder hard te verduren gekregen. Er vielen zelfs al doden in hardhandige confrontaties met de politie.
Internationale mensenrechtenorganisaties en vakbondskoepels hebben bij de regering aangedrongen om de essentiële rechten van werknemersi te respecteren zoals voorzien in de conventies van de Internationale Arbeidsorganisatiei (IAOi).
Afbeelding
Schrijf in op de PALA nieuwsbrief
verschijnt maximaal 2 maal per maand
een journalistieke kijk op onze globaliserende wereld Hoe is de wereld eraan toe? Waar moet het naartoe? Hoe geraken we daar?
PALA zoekt met haar nieuwsbrief, website en boeken de antwoorden voor een meer sociale, ecologische en democratische samenleving en economie
Maar ook multinationale bedrijveni in de textielsector - goed voor drie vierde van de totale waarde van de export - profiteren van de repressieve houding van de regering, vinden de vakbondsmensen. Textielbedrijven investeren graag in Bangladesh omdat de lage lonen en de beperkte vakbondsrechten de productiekosten tot een minimum kunnen drukken. In een sector waar de internationale concurrentiestrijd bikkelhard is, is dat mooi meegenomen. Vooral vrouwelijke werknemersi zijn de grootste slachtoffers van de uitbuiting. Uit cijfers van lokale vakbondsgroepen blijkt dat ondanks de forse toename van het aantal overtredingen van de arbeidswetgeving (van 37.033 gevallen in 2006 naar 48.291 in 2007) er slechts in 428 gevallen een zaak werd aangespannen tegen de werkgever. Het jaar voordien was dat nog in 5.684 gevallen.
Het repressieve beleid van de regering komt de werkgevers dus goed uit. De Chief Inspector of Factories and Establishments (CIFE), de overheidsinstantie die de controle op de naleving van de arbeidswetten moet uitoefenen, is door allerlei administratieve beperkingen vleugellam gemaakt. De internationale Schone Kleren Campagnei voert de druk op. Human Rights Watch: Labor Activists in Export Sector Harassed
in België is uitzendarbeid in 2007 goed voor een kleine 100.000 voltijdse jobs, dubbel zoveel als 10 jaar ervoor. Bedrijven gebruiken uitzendarbeid steeds meer als selectiekanaal voor aanwervingen. Pas afgestudeerden schuimen de uitzendkantoren af, op zoek naar eerste werkervaringen. Studenten vinden er kleine jobs, die ze met hun studie kunnen combineren. Dat het tijdelijke en flexibele jobs zijn, daar maken ze zich in het begin geen al te grote zorgen over. Verschillende soorten werkervaring, dat staat goed op je curriculum vitae wanneer je solliciteert voor een ‘echte’ job. Problematisch wordt het wanneer die vaste job lang op zich laat wachten en je blijft laveren tussen werkloosheid, opleidingen en interims. Veel jongeren belanden uiteindelijk in deze onzekere en onvrijwillige situatie.
Als de Europese Commissie haar zin krijgt zal dat in de toekomst niet enkel het lot zijn van de jongeren die net beginnen werken. De hele Europese arbeidsmarkt moet gaan functioneren als één groot uitzendkantoor. Dat staat in het Groenboek van de Europese Commissie over de modernisering van het arbeidsrecht. Een soepele, mobiele arbeidsmarkt, niet gehinderd door al te beschermend arbeidsrecht, moet de concurrentiekracht van de Europese bedrijven versterken.
Volgens de Europese Commissie heeft Europa die flexicurity – een flexibele arbeidsmarkt gekoppeld aan een minimale sociale bescherming - nodig om concurrerend te zijn in de geglobaliseerde economie. Zulke arbeidsmarkt vereist twee zaken. Eerst en vooral moeten de werknemers soepel en inzetbaar zijn, levenslang leren en niet te moeilijk doen over loon en arbeidstijden. Ten tweede moet het arbeidsrecht worden aangepast aan de flexibiliteitswensen van de bedrijven. Vooral het ontslagrecht moet worden versoepeld.
En de werknemers? Die zullen moeten wennen aan het idee dat ze, in de loop van hun carrière, veelvuldig van job zullen veranderen. In de overgang van één job naar een andere of van opleiding naar werk zullen ze kunnen genieten van een minimale sociale zekerheid. Werkloosheidsuitkeringen worden beperkt in de tijd en op het ontslagrecht wordt beknibbeld.
Voor België komen vooral de opzegtermijnen en opzegvergoedingen in het vizier. In Nederland protesteren de vakbonden heel sterk tegen het flitsontslag.
Flexicurity geeft het begrip werkzekerheid een volledig andere betekenis. Het betekent niet langer de zekerheid je werk te behouden, maar wel de belofte snel ander werk te zullen vinden wanneer je wordt ontslagen.
zie ook flexibiliteit, Lissabonstrategie
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Waar en in welke omstandigheden worden onze kleren gemaakt? Dat is de vraag die de Schone Kleren Campagne zich stelt.De kledingindustrie is een schoolvoorbeeld van de globalisering. Onze kleren zijn echte wereldproducten: gemaakt aan de ene kant en gekocht aan de andere kant van de wereld. De toegenomen concurrentie heeft echter geen gunstig effect op de arbeidsomstandigheden. Lage lonen, lange werkuren, onderdrukking van vakbonden, slechte verlichting en verluchting… zijn schering en inslag. Sociale spelregels worden niet gerespecteerd. Op de vrije markt zijn multinationals de sterspelers en lijkt de overheid buitenspel te staan. De belangen van miljoenen kledingarbeidsters staan op het spel.De Schone Kleren Campagne ziet een actieve rol voor de consument want koopkracht is macht. Ze wil met consumentenacties bijdragen tot de verbetering van de arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie. Ze wil op een positieve manier actie voeren en wil geen boycot van één merk of keten.Vanzelfsprekend moet zo’n actie internationaal zijn. Ze begon in Nederland en wordt nu ook gevoerd in België, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Italië, Oostenrijk, Spanje, Zweden en Zwitserland.In Vlaanderen hebben eind 1995 een vijfentwintigtal organisaties een Schone Kleren platform gevormd. Het gaat om vakbewegingen, derdewereldorganisaties, socio-culturele organisaties, jeugdorganisaties en consumentenorganisaties. Wereldsolidariteit heeft de taak van secretariaat en coördinator op zich genomen.De campagne vraagt vooreerst aan consumenten om stil te staan bij ons aankoopgedrag.De kledingverkopende bedrijven worden opgeroepen om aan leveranciers even hoge eisen te stellen inzake arbeidsomstandigheden als inzake kwaliteit en leveringsvoorwaarden. Er wordt hen gevraagd om een gedragscode te ondertekenen. Ook van de kledingproducerende bedrijven in Vlaanderen vraagt de campagne dat zij de internationale naleven en laten controleren. Dit geldt zowel voor hun productie hier als die in uitbesteding in het buitenland. Ten derde vraagt de campagne aan politici een regel -en wetgeving te ontwikkelen die kan bijdragen tot de toepassing van de arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie. Ten vierde wil de campagne samenwerken met partners van vakbonden en (vrouwen)organisaties in het Zuiden en hen ondersteunen.