Overslaan en naar de inhoud gaan
29. Niger. Een zoveelste aangekondigde hongerramp
dinsdag, 18 oktober 2005 - 09:00
Het is een macabere gewoonte in onze wereld om voedselcrisissen ofwel te negeren, ofwel te laat en zelfs verkeerd aan te pakken.
Neem nu Niger. Meer dan een jaar geleden is in sommige streken de oogst grotendeels mislukt. Er valt niet naast te kijken, voedseltekort is een acute dreiging. Eind vorig jaar komt daar een sprinkhanenplaag bovenop die het groen wegvreet. Ondervoeding en honger
i zullen nog meer toeslaan bij mens én dier want de Sahel is een streek van zowel landbouw
i als veeteelt.
In november vorig jaar slaan de Verenigde Naties voor het eerst alarm over de hongerramp. Zonder veel resultaat, acht maanden later is de gevraagde som hulp er nog niet, net zo min trouwens als voor Djibouti, Noord-Korea, Mozambique, Malawi, Zambia en andere door voedselschaarste getroffen landen. Wat te denken van het vele geld
i dat op datzelfde ogenblik na de tsunami b.v. richting Sri Lanka vertrekt terwijl de Srilankanen bij de wederopbouw die ze meteen zelf zijn gestart vooral last hebben van de invasie van aangespoelde vreemdelingen die met hun ‘hulpgeld’ vooral hun projecten verwezenlijkt willen zien, de domste eerst.
Terug naar Niger. Want er is nieuws. De media
i hebben de hongercrisis ontdekt in juli, beelden van stervende kinderen hebben nog maar eens hun werk
i gedaan. Nu komt er toch geld, nu moet er dringend wat gebeuren, tot het invliegen van voedselhulp toe. Dat is vele malen duurder dan met andere transportmiddelen, maar wie geeft daar nu om? Essentiëler en veel erger is dat het intussen te laat is om in te zaaien voor het nieuwe landbouwseizoen, men heeft de kans voorbij laten gaan om tijdig voor zaaigoed te zorgen en de getroffen bevolking
i echt terug op weg te helpen, begrijpe wie kan.
Zou het te maken kunnen hebben met profilering? Er is waarschijnlijk weinig ‘eer’ te rapen met het tijdig ingrijpen bij de eerste tekenen van een beginnende voedselcrisis. Laat niemand zich nog iets op de mouw spelden. Dergelijke crisissen komen niet uit de lucht vallen. Altijd ziet men ze aankomen van lange tijd op voorhand, van vele maanden tot zelfs jaren tevoren. En dus moet men zich ernstig afvragen of ministers en andere verantwoordelijken soms niet inderdaad wachten tot men met het vliegtuig kan uitrukken voor wat dan een dringende hongerramp is geworden waarheen men de media en vooral dan de televisie op sleeptouw kan nemen. Dan is men quasi zeker ook zelf in beeld te komen.
Nog is niet alles verteld, lang niet. Een land als Niger leeft economisch al decennia in een precaire situatie. Die is mee te verklaren door een zware koloniale en neokoloniale erfenis van monoculturen die de kwetsbare gronden hebben uitgeput. Het is als zoveel andere landen in de greep geraakt van het Internationaal Monetair Fonds
i, een instelling opgericht om landen die het financieel moeilijk hebben te helpen. Dat is de theorie. De realiteit is dat het IMF
i het land opgedrongen heeft om te snoeien in sociale uitgaven en in de ondersteuning van levensnoodzakelijke producten, om zijn landbouwers, veetelers en andere plaatselijke producenten uit te leveren aan oneerlijke buitenlandse concurrentie
i. Maar, zoals een Nigerkenner het uitdrukt, daar is de Sahel té moe en té zwak voor. Zelfs werd in volle hongerramp een BTW van 19 procent ingevoerd op het basisvoedsel, begrijpe wie kan. Dat laatste lukte door sociaal protest maar gedeeltelijk, mensen zijn niet gek. Intussen is wel zeker dat het IMF zijn modelleerling niet vooruitgeholpen heeft, integendeel.
En de eigen overheid van Niger dan? Je zal maar een president hebben die maandenlang ontkent dat er iets aan de hand is alvorens dan toch om hulp te roepen. En je zal maar meemaken dat hij toegeeft aan de druk van de donors om zelfs de zwaarst getroffen, totaal verarmde en uitgeputte bevolking enkel maar voedselhulp op krediet te geven, met als argument dat de vrije markt haar werk moet kunnen doen. Het trieste gevolg is dat de armsten niet kunnen betalen, dus niet aan eten geraken en, jawel, verhongeren.
Waarmee we belanden bij de vaststelling dat, om het even waar ondervoeding of honger mensen en samenlevingen bij de keel grijpen, het is in de eerste plaats de armoede
i die het doet en niet de natuur of een tekort aan voedsel
i. Die mogelijkheid bestaat maar is veeleer uitzonderlijk. Zelfs op het hoogtepunt van de ramp vertrok er uit Niger graan richting buurland Nigeria omdat daar nu eenmaal meer koopkracht is. De graanhandelaars van Niger liggen er niet wakker van als er enkele straten verder kinderen van honger omkomen.
Wie arm is en wie rijk, wie honger heeft en wie niet, wordt bepaald door de verhoudingen tussen de mensen en slechts heel marginaal door natuurlijke fenomenen.
En dus is het fundamenteel om voorbij de voedselhulp te kijken, naar hoe het komt dat mensen te weinig verdienen, hoe het kan dat de inkomensongelijkheid zo onmenselijk groot is en waarom mensen onmachtig zijn om daar anders over te beslissen. Ten slotte is dus niet zozeer het doekje voor het bloeden nodig dat voedselhulp heet, wel dat mensen meer inkomen verwerven en meer te zeggen krijgen, dus politieke macht
i behalen.
Dan zou het kunnen dat de mensen van Niger ervoor kiezen een andere weg in te slaan waarbij zij aan landbouw en veeteelt doen in de allereerste plaats voor zichzelf en de mensen van Niger, voor de lokale markt en niet voor de wereldmarkt. Dan zou het kunnen dat ze herbebossen en de natuur laten genezen van de monoculturen en zo nog meer kansen scheppen voor duurzame landbouw en veeteelt. Dan zou kunnen blijken dat Niger helemaal geen slecht land om in te leven hoeft te zijn. Maar om dat te mogen doen en die soevereiniteit in hun eigen belang te herwinnen zullen ze een stevig robbertje moeten bekvechten met de Wereldhandelsorganisatie
i, het IMF, de rijke landen die geld geven om hen zogezegd te helpen en al wie in hun eigen land meespeelt in dat morbide internationale orkest.
Dirk Barrez, journalist en auteur, 18 oktober 2005
met dank aan o.a. Brigitte Gloire, Remy Schiffeleers en Olivier Vandecasteele
Reageren en meedenken kan op ons forum, onder het discussiethema Kan de mens leven Zorg voor korte, doordachte bijdragen, zo komen we samen verder.
Overname van de brief door niet-commerciële initiatieven of verenigingen mag, mét volgende bronvermelding: Dirk Barrez, PALA
i nieuwsbrief over onze globaliserende wereld, voor gratis abonneren en forum surf naar www.globalsociety.be. Wij vernemen dat graag met een mail naar info@globalsociety.be
Voor wie nog meer discussiestof wil, surf naar het boek op deze site en lees vooral in delen 1 'Hoe behouden we de aarde
i?' en 4 'Kan de mens leven?'
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
zie ook agro-ecologische landbouwAl te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
zie ook helikoptergeldDeze Pala artikels zoomen in op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze Belgische fantoombank.
Selectie van artikels over media en VRT die te lezen zijn op Pala:De openbare omroep moet de best mogelijke informatie garanderen (2020)Een goede VRT is best voor iedereen (2015)Waarheen met de VRT-journalistiek? (2021)VRT moet veranderen... maar niet zoals Vlaams regeerakkoord het wil (2019)Journalistiek zal kwaliteitsvol zijn of niet zijn (2017)De waarheid waar wij voor staan (2018)De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek (2017)Zwarte Zondag na Zwarte Zondag: lessen na 28 jaar (2019)Publiekscoöperaties voor Proximus, Belfius en VRT de betere oplossing (2014)VRT telt meest erkende beroepsjournalisten (2019)Een democratische samenleving koestert betrouwbare media (2004)Van wie zijn de media? De media zijn van ons (2010)De democratie bijt in haar eigen staart. Media en Trump (2016)Media brengen slecht nieuws (2009)
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
zie Internationaal Monetair Fonds
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
zie Aarde