Overslaan en naar de inhoud gaan
45. Wanneer vrijhandel onvrij maakt. Het recht om welvaart te beschermen en te creëren
vrijdag, 13 oktober 2006 - 09:00
Handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten, of het nu gaat om onze gsm of auto, de groenten of het vlees op ons bord, de muziek die we beluisteren of de wijn die we drinken.
Als handelsrelaties hoog scoren op zowel ecologisch, sociaal als economisch vlak spreekt men ook wel van eerlijke handel
i of fair trade
i. Wij hebben er allemaal belang bij dat we onze welvaart op een ecologisch duurzame wijze tot stand brengen en er onze aarde
i niet mee overbelasten. Dat weten we wel maar we verliezen het nogal makkelijk uit het oog. In een menselijke wereld hoort die productie ook te gebeuren in sociaal verantwoorde werkomstandigheden. Al even vanzelfsprekend is het dat wie werkt voor zijn product, dienst of arbeid
i een prijs krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt. Moeizaam beklimmen onze samenlevingen de hoge ladder van een steeds duurzamer of eerlijke productie en handel.
Wanneer al te vrije handel geen handel meer is
Essentieel om nog van handel te spreken is in elk geval dat het moet gaan om vrije transacties van goederen of diensten waar alle partijen voordeel uit halen, dat m.a.w. niemand er armer van wordt. Lach niet te vlug... want vele miljoenen mensen in vooral ontwikkelingslanden zijn op zulke perverse manier gekluisterd aan de wereldmarkt dat zij er inderdaad armer van worden. (1) Het is dus al even belangrijk dat er geen ‘vrije markten' zijn die mensen ertoe dwingen zich te verarmen. Iedereen moet vrij kunnen beslissen zich aan dergelijk verarmingsproces te onttrekken. Ietwat sarcastisch kan men zeggen dat mensen niet de vrijheid horen te hebben om zich te laten uitbuiten.
Dit vrijheidsbegrip geldt ook voor samenlevingen, gemeenschappen, landen of regio's van verschillende landen. Als zij welvaart nastreven voor hun leden, burgers of inwoners moeten zij de vrijheid hebben om te kiezen of ze die zelf voortbrengen dan wel via internationale handelsuitwisselingen. Ze moeten de vrije keuze hebben tussen een interne productie en marktwerking of de wereldmarkt laten spelen, en zelfs in welke mate ze het ene of het andere verkiezen.
De realiteit leert dat de grootste welvaartstoename juist komt van pragmatische en variërende keuzen tussen wat lokaal best wordt gedaan, wat nationaal, wat regionaal of wat mondiaal... naargelang het gaat om gezondheidszorg of computers, scholing of auto's, energie
i of televisie. Een klein maar belangrijk zijsprongetje: goede resultaten zijn bovenop te verwachten van een intelligent samenspel tussen wat de privé sector, de overheid of de samenleving best kan. Dat is het succesrecept van b.v. heel wat Europese welvaartstaten.
Wanneer vrijhandel
i onvrij maakt
Dan zou de verbazing groot moeten zijn wanneer we met ons allen een wereld stimuleren die niet aanvaardt dat samenlevingen vrij hun economieën mogen organiseren. Ze zijn dus m.a.w. niet vrij om de welvaartsmachines uit te bouwen die ze nodig hebben om mensen fatsoenlijk te laten leven in goede samenlevingen die welvaart en welzijn verzekeren.
Tot nu organiseren we die onvrijheid vooral via de Wereldhandelsorganisatie
i. Die kreeg de voorbije tien jaar zowat een blanco check om voluit te gaan voor de vrijmaking van de wereldmarkten, zeker als het goederen betreft, maar ook voor diensten en landbouw
i. Het is een liberalisering
i zonder enige aandacht voor milieubekommernissen, sociale oogmerken of menselijke rechten, in de eerste plaats het recht op voldoende inkomen om op humane wijze te kunnen leven. Van een wettelijke en afdwingbare verzekering of verankering van dat alles is geen sprake.
Het is een merkwaardige contradictie van te denken dat je aan de ene kant wel de vrijheid voor goederen en diensten moet regelen en afdwingen, en dat aan de andere kant welvaart voor iedereen, milieubehoud en respect voor de mensenrechten
i wel uit de lucht zullen vallen, dat ze vanzelf zullen verschijnen zonder dat daar normen en handhaving van die normen voor nodig zouden zijn.
Maar de jongste jaren lukt die WTO
i er niet meer zo goed in om de markten mondiaal te liberaliseren. Geen nood blijkbaar. De onderhandelingen over het vrij maken van de wereldeconomie verlopen dan wel elders. Meer en meer wordt er rechtstreeks tussen landen onderhandeld of op regionaal niveau, b.v. tussen de Europese Unie
i en de 77 zogenaamde ACS-landen uit Afrika
i, de Cariben en de Stille Oceaan. Terwijl op de WTO onderhandelingen zeker de grootste ontwikkelingslanden zoals India een Brazilië samen sterker voor de dag komen, is dat minder het geval wanneer de armere en kleinere ontwikkelingslanden er alleen voor komen te staan.
Europa is nu druk bezig om zogenaamde EPA's - Economic Partnership Agreements - af te dwingen van de ACS-landen, maar wie wordt daar beter van? Van een voorkeurbehandeling op de Europese markt is geen sprake meer. De ACS-landen zullen volop in concurrentie
i moeten gaan met andere landen of hun markten moeten openen voor Europese producten. We kennen nu al het resultaat voor de meeste van deze landen, zeker in Afrika bezuiden de Sahara. De invoer zal er verder toenemen, de landbouw en de ander lokale economie
i zal nog meer in elkaar stuiken, de belastinginkomsten zullen dalen, de overheden nog onmachtiger worden, de werkloosheid en de armoede
i zullen pieken, de migratie
i zal niet achter blijven.
Dit alles is des te gekker voor wie beseft dat alle rijke landen hun landbouw hebben beschermd - nog altijd trouwens - en hun welvaart hebben opgebouwd achter min of meer gesloten grenzen. Allemaal hebben ze zich geïndustrialiseerd door handig gebruik te maken van afgeschermde thuismarkten, van Groot-Brittannië tot Zuid-Korea en China
i. Maar nu mag dat dus niet meer. Hoe wil je dan dat arme landen ooit een industrie uit de grond stampen, dat ze zelf een leefbare economie creëren met welvaart, werk
i en inkomen voor iedereen?
Dirk Barrez, 13 oktober 2006
(1) Lees hierover Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw, p. 105-106, het hoofdstukje ‘echte handel' - of p.91 in het e-boek
zie fair trade
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler. Maar voor de consument wordt het moeilijk om door de bomen het bos nog te zien. Want in de winkel zijn er producten met duurzaamheidslabels die vooral of uitsluitend op de ecologische pijler steunen. Er zijn sociale labels die het respecteren van minimale arbeidsnormen centraal stellen. Sommige willen zowel ecologisch als sociaal duurzaam zijn, nog andere garanderen een minimumprijs maar scoren ecologisch niet zo goed. Max Havelaar ambieert het keurmerk van echte eerlijke handel te zijn en hoopt vele andere labels te stimuleren in de richting van volwaardige fair trade. Critici argumenteren dat internationale akkoorden de hele handel duurzamer, socialer en eerlijker moet maken.
zie Aarde
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
nog aan te maken THEMA
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
zie ook agro-ecologische landbouwAl te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
zie Wereldhandelsorganisatie
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Voor Pala artikels over migratie – zie onderaan deze termOver de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.