informeel werk
het verrichten van werk zonder erkenning of contract en dus buiten elke wettelijke regeling, zonder sociale rechten, zonder sociale bescherming ook en meestal onder slechte arbeidsvoorwaarden. Niet verwonderlijk is dergelijk werk veelal onzeker, weinig productief, onderbetaald of ronduit slecht betaald en zijn de inkomens heel wisselend.
Hun informele arbeid kunnen informele werkers – als ‘werknemer’ of ‘kleine zelfstandige’ - zowel binnen als buiten informele ondernemingen uitvoeren. Vanzelfsprekend zijn ze uitermate kwetsbaar. Contracten afdwingen zit er niet in voor hen, eigendomsrechten hebben ze niet, ze zijn onbeschermd tegen gevaarlijke of vervuilende stoffen, zelfs hun veiligheid is allerminst gegarandeerd. Zich syndicaal organiseren, zich laten vertegenwoordigen en zich laten horen is aartsmoeilijk. Hun toegang tot publieke diensten is laag of onbestaande.
Het gaat om een grote en uiterst verscheiden groep: straatventers, kledingarbeiders, transporteurs, huispersoneel, sekswerkers, straatvegers, schoenpoetsers, … Hun informele economie blijft groeien. Meer en meer mensen moeten werken zonder degelijk loon en zonder sociale bescherming, zowel in de arme als in de rijke landen. In heel Sub-Sahara Afrika is de informele werkgelegenheid de voorbije tien jaar gestegen tot 70 en soms zelfs 90 procent. Binnen deze grote groep mensen zijn de vrouwen oververtegenwoordigd. Omdat er geen werk is in de formele economie, zoeken mensen voor zichzelf een broodwinning. Ook is er een toenemende vervaging van de grens tussen formele en informele economie. Zo hebben perfect ‘formele’ bedrijven toch een aantal ‘informele’ werknemers in dienst.
klik voor informele economie op IAO website
ILO rapport Decent Work and the informal economy (90ste zitting 2002)
zie ook informele economie, werkende armen