genetisch gewijzigd organisme
sinds de mens landbouwer en veeteler is, tracht hij planten en dieren te veredelen of verbeteren. De biotechnologie maakt het mogelijk om erfelijk materiaal van de ene soort in een andere te brengen wat de creatie van nieuwe soorten stukken versnelt. Daar wordt veel van verwacht, hogere opbrengsten b.v., of resistentie tegen droogte, ziekten of zout. Tegenstanders wijzen op de gevaren van monoculturen en verminderde biodiversiteit. Patenten en monopolievorming zullen boeren benadelen ten voordele van multinationale biotechnologiebedrijven. En als men eerder zoekt naar gewassen die bestand zijn tegen onkruidverdelgers i.p.v. rechtstreeks tegen onkruid neemt hun afhankelijkheid nog toe.
Cruciaal zijn de mogelijke gevolgen van de introductie van GGO’s voor de gezondheid en voor het leefmilieu, lang geen theoretische vraag meer want er wordt al veel genetisch gewijzigde soja, maïs of rijst geteeld in de wereld. Ze kunnen zorgen voor allergische reacties bij mensen, onverwachte gevolgen voor vogels of insecten, of eigenschappen die overspringen op andere planten met onoverzienbare gevolgen. De grootste voorzichtigheid is dus geboden.
Een aantal boerenbewegingen en andersglobalisten wijzen alle GGO’s radicaal af.
Lees ook het e-boek 'Ik wil niet sterven aan globalisering' op deze website op het einde van deel 3 Hoe behouden we dieren en planten? en het voedselhoofdstuk in deel 4 Kan de mens leven?