Alom oprukkende digitalisering, nog versterkt door artificiële intelligentie, is één van de allerbelangrijkste mondiale dynamieken vanaf het laatste kwart van de twintigste eeuw... Een (r)evolutie die heel veel bedenkingen oproept, o.a. de nooit geziene economische machtsconcentratie die ze meebrengt; de al bijna even ongeziene argeloosheid van samenleving en politiek; de grote risico's en gevaren van al te losgelaten digitalisering, algoritmes en artificiële intelligentie; de nood aan gedecentraliseerde digitalisering en aan echte datademocratie.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen.
Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol.
Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.