Vrouwen moeten in vredesprocessen een grotere rol krijgen. Dat besliste de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in 2000. Maar van die resolutie nummer 1325 komt niet al te veel terecht.
Naar aanleiding van het nieuwste bezoek van de Chinese president Hu Jintao aan acht Afrikaanse landen - waaronder Soedan – kwam vorige week ook het Chinese wapenexportbeleid onder vuur te lig
Stilaan iedereen is er nu wel van overtuigd dat menselijke activiteit bijdraagt tot een globale klimaatverandering waarvan de gevolgen nog nauwelijks te overzien zijn.
In 1988 was het Franse voedingsbedrijf Danone allereerste om een mondiale arbeidsovereenkomst te sluiten met de vakbondswereld. Eind 2006 volgt France Telecom als vijftigste bedrijf.
Over het recht op voedsel is de laatste tijd al veel geschreven, vooral naar aanleiding van de NGO-campagnes van 11.11.11 vorig najaar en Vredeseilanden nu in januari.
In de Indiase deelstaat Maharashtra is al maanden een krachtmeting aan de gang tussen de vakbonden van de Unilever-vestiging in Mumbai en de directie van de zeep- en voedingsmultinational.
Waaraan denken we bij het woord oorlog? Doorgaans aan zwaar bevochten conflicten, burgeroorlogen of terreur. Maar niet aan de oorlogen die onnoemelijk veel meer slachtoffers maken en ons bestaan veel ernstiger bedreigen: de marktoorlogen en de wereldoorlog tegen onze planeet, op kop de klimaatoorlog.
Al een halve eeuw is Pakistan een zogenaamde bondgenoot van het Westen, vooral dan van de Verenigde Staten, tegen de communistische Sovjetunie, tegen de inval van die Sovjetunie in Afghanistan, en
Nu Congo eindelijk wat meer politieke stabiliteit zal kennen na jaren van oorlog en ‘overgangsregering’ wordt het ook eens tijd om na te gaan wie er al die jaren beter is geworden van d
De top van staatshoofden en regeringsleiders van de 79 ACP-landen - vroegere Europese kolonies uit Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan - in de Soedanese hoofdstad Khartoem werd vrijdag afgeslote
het verrichten van werk zonder erkenning of contract en dus buiten elke wettelijke regeling, zonder sociale rechten, zonder sociale bescherming ook en meestal onder slechte arbeidsvoorwaarden. Niet verwonderlijk is dergelijk werk veelal onzeker, weinig productief, onderbetaald of ronduit slecht betaald en zijn de inkomens heel wisselend. Hun informele arbeid kunnen informele werkers – als ‘werknemer’ of ‘kleine zelfstandige’ - zowel binnen als buiten informele ondernemingen uitvoeren. Vanzelfsprekend zijn ze uitermate kwetsbaar. Contracten afdwingen zit er niet in voor hen, eigendomsrechten hebben ze niet, ze zijn onbeschermd tegen gevaarlijke of vervuilende stoffen, zelfs hun veiligheid is allerminst gegarandeerd. Zich syndicaal organiseren, zich laten vertegenwoordigen en zich laten horen is aartsmoeilijk. Hun toegang tot publieke diensten is laag of onbestaande. Het gaat om een grote en uiterst verscheiden groep: straatventers, kledingarbeiders, transporteurs, huispersoneel, sekswerkers, straatvegers, schoenpoetsers, … Hun informele economie blijft groeien. Meer en meer mensen moeten werken zonder degelijk loon en zonder sociale bescherming, zowel in de arme als in de rijke landen. In heel Sub-Sahara Afrika is de informele werkgelegenheid de voorbije tien jaar gestegen tot 70 en soms zelfs 90 procent. Binnen deze grote groep mensen zijn de vrouwen oververtegenwoordigd. Omdat er geen werk is in de formele economie, zoeken mensen voor zichzelf een broodwinning. Ook is er een toenemende vervaging van de grens tussen formele en informele economie. Zo hebben perfect ‘formele’ bedrijven toch een aantal ‘informele’ werknemers in dienst.