One year and a half into the COVID-19 crisis and slowly beginning to see the end of the tunnel, messages are still spread about the necessary changes in ‘the system’ to which this crisis will surely lead. But what changes? And what ‘system’? And how ‘necessary’ are they?
Society should overcome ‘silo’ thinking and leave our deeply rooted mental models reflected in policy sectors. This is the Chair’s Summary of a SDG Workshop organized by the Club of Rome EU-Chapter and European Public Policy Advisors in wich Dirk Barrez (Pala.be) participated.
Our commercialized media are no longer a lever for change, transformation or transition. And so-called education doesn’t bring about any fundamental change, let alone the necessary transitions of our failing systems. So, let's talk about solutions.
Action research confronts the Transition Network Civil Society with some challenges. Civil society organisations seem to lack the power to realise system-wide solutions – for example to regain the grip of society on the banking system after the financial crisis – or to push the political and economic world into that direction.
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie. Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
Wie iets uitvindt, kan daar een patent of octrooi voor krijgen, meestal voor zowat twintig jaar. In die periode heeft alleen de uitvinder het recht om de vruchten te plukken van die uitvinding, als een vergoeding voor de geleverde inspanningen. Dat lijkt fair maar die periode is zo lang dat er dikwijls superwinsten kunnen worden gemaakt, vele malen meer dan de investeringskost. Farmaceutische bedrijven en ook heel wat softwarebedrijven behoren niet toevallig tot de meest winstgevende. Die winsthonger kan vele mensenlevens kosten, denk bijvoorbeeld aan de weigering van bedrijven om de prijzen voor hun aidsmedicijnen in vele ontwikkelingslanden te laten zakken. De gecreëerde monopolies riskeren ook vernieuwingen in de samenleving te blokkeren. Zeker in het geval van computerprogramma’s vormen zogenaamde sotwarepatenten een rem op innovatie en zijn deze nadelen veel duidelijker dan de voordelen. Vandaar de opkomst van de beweging voor opensource software. Daarmee belanden we bij nog een andere kritiek: er kan gewoonweg veel te veel gepatenteerd worden. Nu zijn zelfs patenten mogelijk op het leven zelf, op stukjes plant, dier of mens. Biotechnologische en farmaceutische bedrijven hebben de jacht geopend op genen of stukken van genen waarvan ze denken dat ze die nuttig kunnen gebruiken, en waarmee ze dus geld hopen te verdienen. Bekend is het verhaal van Myriad Genetics dat in 2001 het octrooi verwerft op een borstkankergen. Volgens het bedrijf mogen de borstkankertests alleen nog in de VS worden gevoerd… en dan moeten vrouwen tien keer meer betalen. Zo bedreigen stijgende kosten onze gezondheidszorg en de solidariteit waarop zij steunt; ze halen het principe onderuit dat iedereen recht heeft op de beste gezondheidszorg. Vandaar de fundamentele vraag: kan de genetische rijkdom van planten, dieren en menselijk leven wel geprivatiseerd worden – want daar draait het om bij dit soort patenten - of is dit alles gemeenschappelijk eigendom van de mensheid? Tot waar reikt het privé belang, en waar begint het algemeen belang? Die discussie is hard nodig.