Dit is het thema van het nieuwste boek van Rik Coolsaet - ‘De geschiedenis van de wereld van morgen' - waar hij met het Koninklijk Instituut voor Internationale Relaties een internationale conferentie over organiseerde.
Het thema kan verbazen, want tot nog toe is enkel armoedebestrijding de officiële prioriteit en die ‘armoede' wordt beschouwd als absolute en extreme armoede, los van elke overweging over inkomensongelijkheid. Dat is meteen ook het zwaktebod van het ‘armoedeverminderingsbeleid' van de Wereldbank of de millenniumdoelstellingen van de VN. Waar je vijf of tien jaar geleden nog werd weggehoond of miskend als je zo iets durfde beweren, blijkt dit besef nu toch doorgedrongen te zijn tot op zijn minst een aantal visionnaire academici.
Zelfs Louis Michel had het in zijn inleiding tot de conferentie over ‘de vloek van de rijkdom' en de werkelijke onrechtvaardigheid in de wereld. Niet de mondialisering moet hiervoor volgens hem met de vinger worden gewezen, maar wel het gebrek aan goed bestuur en belastingbeleid. ‘De aarde is plat' zo stelt hij in navolging van Thomas Friedmann, ontwikkelingshulp helpt doorgaans niet en we moeten van liefdadigheid naar partnerschap.
De vele andere sprekers boden een meer evenwichtig beeld. André De Coster van de KUL toonde aan dat de cijfers alles behalve eenduidig zijn, maar dat veel er toch op wijst dat de ongelijkheid in de wereld toeneemt. Peter Townsend van de London School of Economics verwierp de internationale armoedemetingen en pleitte voor een internationaal sociaal beleid, met een soort van Tobin Tax. Een nog meer uitgesproken voorstander van zo'n mondiaal beleid was Bob Deacon van de Universiteit van Sheffield. Een ideaalbeeld is gauw geschetst, zo stelde hij bij zijn voorstellen voor een meer evenwichtige VN met herverdelingsbevoegdheid, maar we zullen wellicht met minder genoegen moeten nemen. Hij denkt aan een soort ‘wereldregionalisme' die regio's solidair laat samenwerken. Ook Bea Cantillon verwees naar het belang van mondiale herverdeling en zelfs Françoise Moreau van de Europese Commissie stelde dat men ‘beyond' de millenniumdoelstellingen moest kijken.
Het bijzonder interessante aan deze conferentie was dat het thema van de ongelijkheid in verband werd gebracht met de nieuwe internationale ordening en met het denken over veiligheid. Want niet extreme armoede is een bedreiging, wel de ongelijkheid kan dat worden. De vraag is wanneer en in welke omstandigheden dat kan gebeuren. Op dat thema gingen ondermeer Sven Biscop van het Egmont Instituut en Thomas Manz van de Friedrich Ebert Stiftung in.
Robert Wade van de London School of Economics en Yash Tandon van het South Centre in Genève belichtten nog de huidige financiële crisis en de standpunten van de derde-wereldlanden.
Met de zaal ontspon zich een interessante discussie over zin of onzin van ontwikkelingshulp. Vooral Yash Tandon was hierover vrij radikaal: door de asymetrische machtsverhoudingen is er enkel plaats voor neokolonialisme en leidt hulp tot meer afhankelijkheid. Ontwikkelingshulp, zo stelde hij, is een contradictio in terminis. Robert Wade was gematigder. Hij pleitte voor een akkoord tussen donoren en begunstigde landen om de hulp tot een bepaald percentage van het BBP te beperken. We moeten vooral naar een nieuw beleid, van de Washinton Consensus naar een ‘BEST' consensus (BEijing, Seoul, Tokyo) en we moeten niet aarzelen om opnieuw voor controles op het kapitaalverkeer te pleiten, ook al is dat momenteel nog een taboe.
Luc Cortebeeck van het ACV tenslotte bepleitte de ‘decent work' agenda van de ILO waarrond de vakbonden en de Belgische ngo's volgend jaar campagne gaan voeren.
Ik weet niet of het zo was bedoeld, maar deze conferentie kan een echte mijlpaal worden voor het Belgische ontwikkelingsbeleid. Ongelijkheid bleef immers al te lang onbesproken, en als het al aan de oppervlakte kwam, dan ging het om gelijkheid van kansen. De inkomensongelijkheid wordt echter alsmaar groter, binnen de landen, tussen de landen en tussen de mensen, wereldwijd. De extreme armoede mag ondertussen dan misschien verminderen, maar bij een toenemende ongelijkheid groeit het risico op verzet en protest. Solidariteit en herverdeling zijn daarom dringend nodig en dat vergt een andere politieke krachtsverhouding.
De Belgische ngo's waren helaas niet aanwezig op deze conferentie. Ook de pers bleef weg. Toch zou het goed zijn mocht het besef van de toenemende inkomensongelijkheid in brede kring kunnen doorsijpelen. Want dat is een voorwaarde voor een veranderend beleid. De academici hebben hier getoond dat ze de weg kunnen effenen en dat hun ideeën uitgangspunten kunnen zijn voor vernieuwing.
Francine Mestrum
Klik hier voor een uitgebreid artikel over ongelijkheid
Klik hier voor meer info en bestellen boek Coolsaet Rik, De geschiedenis van de wereld van morgen