ACP-landen eisen betere handelsakkoorden met de EU
woensdag, 13 december 2006 - 17:08
De top van staatshoofden en regeringsleiders van de 79 ACP-landen - vroegere Europese kolonies uit Afrikai, de Cariben en de Stille Oceaan - in de Soedanese hoofdstad Khartoem werd vrijdag afgesloten met forse kritiek op de Europese Uniei. De ACP-landen pikken het niet dat de EUi de deadline van 31 december 2007 blijft hanteren voor de nieuwe, geliberaliseerde handelsakkoorden. De ACP-landen genieten nu nog van een voorkeursbehandeling op de Europese markt. Die afspraken zijn niet in overeenstemming met de regels van de Wereldhandelsorganisatiei (WTOi). Als de EUi producten en diensten uit bepaalde landen zonder beperkingen toelaat op haar markt, moeten die landen ook hun grenzen openstellen voor Europese exporteurs, vindt de WTOi. De EUi onderhandelt daarom al sinds 2002 over Economische Partnerschapsakkoordeni (EPA's) met de zes regio's waarin ze de ACP-landen heeft opgedeeld. Begin 2008 moeten die akkoorden in werking treden. Vele ACP-landen, en zeker de armste landen, voelen zich nog lang niet klaar om het binnen 13 maanden op te nemen in een vrije markt tegen de veel sterkere Europese concurrenten. Vele landen hebben nog niet eens grondig bestudeerd wat de gevolgen van de EPA’s precies zullen zijn. Zij zeggen dat ze niet de tijd en de middelen hebben gekregen om hun landbouwi en hun industrie voor te bereiden op dat nieuwe tijdperk. De ACP-landen willen bijkomende financiële middelen van de EUi om zich beter voor te bereiden op een toekomst waar de concurrentiei veel harder zal spelen. De Europese Commissie heeft hier wel begrip voor, maar vindt dat die kwestie buiten de eigenlijke handelsovereenkomsten moet blijven. Over de situatie in gastland Soedan, waar sinds 2003 een zwaar conflict woedt in de provincie Darfoer, bleven de ACP-landen erg vaag. De Verklaring van Khartoem veroordeelt alleen in algemene termen "genocide, de ontkenning van genocide, etnische zuiveringen en alle misdaden tegen de menselijkheid”.
Diverse groepen van landen die gezamenlijk een rol spelen of trachten te spelen op het wereldtoneel, o.a. in de Wereldhandelsorganisatie (WTO).
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
zie Europese Uniezie ook Europees model
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
zie Wereldhandelsorganisatie
zie Europese Uniezie ook Europees model
zie Wereldhandelsorganisatie
zie Europese Uniezie ook Europees model
de EPA’s (van het Engelse Economic Partnerschip Agreement) zijn regionale handelsakkoorden die de Europese Unie wil sluiten met de 77 zogenaamde ACS-landen uit Afrika, de Caraïben en de Stille Oceaan, waaronder heel veel van de armste landen. Het zijn eigenlijk vrijhandelsakkoorden. De bedoeling ervan was om op 1 januari 2008 de grenzen te openen en de douanetarieven op bijna alle Europese goederen af te schaffen.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
zie Europese Uniezie ook Europees model
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.