In het begin van de 20ste eeuw was eenderde van de Macedonische bevolkingi Slavisch, eenderde Grieks en eenderde Turks of Albanees. De Bulgaren beschouwden de Slavische bevolkingi van Macedonië om taalkundige, historische en etnische redenen als Bulgaars. Maar ze hadden ook historische redenen. Vóór de Osmaanse invasie had Macedonië alles bij elkaar ongeveer 250 jaar deel uitgemaakt van Bulgarije, voor het laatst in de eerste helft van de 13de eeuw. De Serviërs vonden om soortgelijke redenen dat Macedonië Servisch was en bij Servië hoorde. Ook de Grieken maakten aanspraak op Macedonië: in de steden werd Grieks gesproken, een groot deel van de bevolkingi erkende het patriarchaat van Constantinopel, en Alexander, de grootste aller Grieken, was een Macedoniër. Inmiddels was bij de Macedonische Slaven het idee gegroeid dat ze eigenlijk een apart Slavisch volk vormden, de Macedoniërs, en recht hadden op een eigen staat. Tijdens de Balkanoorlogen aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog werd de Macedonische kwestie ‘opgelost’ door het land te verdelen onder de ruziemakers. Bulgarije kreeg het kleinste stuk. Duurzaam was dat niet. Macedonië belandde bij Joegoslavië en na het uiteenvallen van dat land eind vorige eeuw is het nu een onafhankelijk land. Maar de meeste Bulgaren vinden nog altijd dat Macedoniërs Bulgaren zijn.
Al te dikwijls loopt het economische ver voor op het sociale. Ook al zijn we terecht fier op onze sociaal gecorrigeerde vrije markteconomie, toch is dat ook zo bij de Europese integratie. Vanaf de jaren vijftig internationaliseert de economie volop in de West-Europese ruimte. We krijgen meer en meer grote bedrijven die zich Europees ontplooien en het vroegere nationale kader ontgroeien. Zo raakt het nationale recht op informatie en raadpleging van werknemers snel achterhaald. In de jaren zeventig gaan er stemmen op om de werknemers meer zeggingschap te garanderen in Europees gestructureerde ondernemingen, om dus ook te werken aan sociale internationalisering. Het kost enorm veel tijd vooraleer er regelgeving komt. De Europese besluitvaardigheid botst op de vereiste unanimiteit omdat zeker Groot-Brittannië niet wil weten van sociale regels.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.