Doet strijd om olie oorlog in de Grote Meren opnieuw ontbranden?
dinsdag, 9 oktober 2007 - 13:14
Het oosten van Congo is ook na de ondertekening van de vredesakkoorden, die een einde moesten maken aan een oorlogi die vier miljoen mensen het leven heeft gekost, nooit helemaal zonder gewapende conflicten geweest. Meestal draait het om de illegale exploitatie van de enorme bodemrijkdommen, gecombineerd met onopgeloste etnische spanningen. De laatste tijd ziet het ernaar uit dat olie een bijkomende factor in het brute machtsspel wordt. Sinds de olieprospecties in het Albertmeer, op de grens tussen Congo en Oeganda, hebben aangetoond dat er een voorraad van ongeveer één miljard vaten op exploitatie ligt te wachten, zijn aan beide kanten van de grens al doden gevallen, zowel burgers als militairen. Sommigen vrezen dat deze grensincidenten makkelijk kunnen ontbranden in een nieuwe grootschalige oorlogi waarbij ook andere ‘belanghebbenden' zich zullen mengen. Joseph Yav, een Congolese onderzoeker verbonden aan de Universiteit van Lubumbashi en het Institute for Security Studies in Addis Abeba, vindt dat de natuurlijke rijkdommen niet langer een bron voor oorlogen mogen zijn. Een goede economische samenwerking tussen buurstaten kan precies een middel zijn tot verzoening en wederopbouw van een zwaar getroffen regio. Zoals uit de rapporten van het VN-panel van experts bleek, waren hoge officieren en regeringsleden uit Oeganda en Rwanda betrokken bij de illegale exploitatie van grondstoffeni uit het oosten van Congo. Die parallelle oorlogseconomie heeft zich sindsdien stevig genesteld in de hele regio van de Grote Meren. Een kleine elite heeft geprofiteerd van de rijkdommen terwijl de grote meerderheid van de bevolkingi afhankelijk blijft van humanitaire hulp. Het komt erop aan deze kringloop te doorbreken en de democratische controle op de economiei te herstellen, zegt Yav. Daartoe is transparantie een essentiële voorwaarde evenals de terughoudendheid van andere partijen, zoals de buitenlandse olie- en mijnbouwbedrijven. En daar wringt het schoentje. Global Witness, de Britse NGO-waakhond over grondstoffeni en conflicten, zegt in een nieuw rapport dat de Congolese overheid het niet ernstig neemt met de herziening van de mijncontracten die werden afgesloten tijdens de oorlogsperiode. De speciale commissie die meer dan 60 mijncontracten moest doorlichten, kreeg maar drie maanden om haar werki af te ronden. De civiele samenlevingi of de bevolkingi in het algemeen is niet of nauwelijks betrokken bij de zaak. Volgens Global Witness is het totale gebrek aan transparantie funest voor een evenwichtige herziening van de contracten.
Begin jaren zeventig introduceerde de Internationale Arbeidsorganisatie de term ‘informele sector’ om de activiteiten te beschrijven van de werkende armen: ze werken erg hard maar hun werk is niet erkend, geregistreerd, beschermd of geregeld door één of andere overheid. De meeste zijn te vinden in ontwikkelingslanden. In 2002 schat de IAO het aantal werkende armen in de wereld op 530 miljoen: zij verdienen niet genoeg om hun gezin aan een inkomen te helpen van één dollar per gezinslid. Maar ook in rijke landen, zeker in bv. Italië of België, bestaat het fenomeen van de onofficiële economie. Dan praten we over het woekerende zwartwerk en de verdoken productie in bijvoorbeeld illegale kledingateliers, de bouw, horeca, tuinbouw en fruitpluk, of de transportsector. In die informele sectoren van zowel de arme als de rijke landen liggen de lonen of wat daarvoor moet doorgaan bijna altijd veel lager. Wie daar moet werken is gelukkig als hij min of meer kan rondkomen, want meestal levert dat werk niet genoeg op om van te leven. En daar moet nog bij verrekend worden dat er van werkzekerheid zelden sprake is, evenmin als van sociale zekerheid. Voor pensioenen, ziekte, werkloosheid is niets geregeld, om van vakantiegeld of kinderbijslag maar te zwijgen. Het fenomeen dat iemand wel werk heeft maar te weinig verdient om fatsoenlijk te leven, beperkt zich echter niet tot die informele arbeidssectoren. Vooral in de Verenigde Staten is de jongste jaren het aantal onderbetaalde formele banen fors gegroeid. Bijna iedereen kan er aan werk geraken, maar met die lage salarissen blijft men ruim onder het levensminimum hangen. En het gaat hier om miljoenen jobs.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.