Overslaan en naar de inhoud gaan
Haïti in de wurggreep van internationale schuldenlast
woensdag, 10 februari 2010 - 13:47
Haïti werd in januari getroffen door een aardbeving van 7 op de schaal van Richter. De media
i bombarderen ons met apocalyptische beelden uit het rampgebied en doen uitgebreid verslag over de genereuze financiële toezeggingen die staten en organisaties hebben gedaan. Haïti moet worden herbouwd. Ons wordt verteld dat het een van de armste landen ter wereld is, zonder veel meer uitleg. Deze aardbeving was echter niet de oorzaak van armoede
i en ellende. Haïti moet al jarenlang de middelen ontberen om zich te herstellen van eeuwen van slavernij en onderdrukking. Haïti is geen vrij, noch een soeverein land. Politieke keuzes worden er gemaakt door een regering die voortdurend onder druk staat van het buitenland en bovendien het slachtoffer is van allerlei manoeuvres van lokale elites.
Daarom is het noodzakelijk om terug te blikken op de harde strijd voor emancipatie van de Haïtiaanse bevolking
i. Het land werd na de onafhankelijkheid (1804) gedwongen zijn vroegere kolonisator Frankrijk een ‘schadevergoeding' te betalen van 150 miljoen frank. Dat is ongeveer 21 miljard dollar van vandaag. Schuldenlast werd aldus het neokoloniale instrument bij uitstek om toegang te behouden tot de vele natuurlijke rijkdommen van het land. Eerst Frankrijk, vanaf 1915 werd die rol vooral overgenomen door de Verenigde Staten.
De gewelddadige Duvalier-dictatuur, ondersteund door westerse landen, teisterde het land bijna 30 jaar. Tussen 1957 en 1986 was de buitenlandse schuld vermenigvuldigd met 17,5. Op het moment dat een volksopstand Duvalier deed vluchten, bedroeg de schuldenlast
i al 750 miljoen dollar. Vervolgens steeg die, door interesten en boetes, tot meer dan 1.884 miljoen dollar. Uit recent onderzoek blijkt dat de persoonlijke rijkdom van de familie-Duvalier 900 miljoen dollar bedroeg, of méér dan de totale schuld van het land in 1986. Op dit moment blijven deze activa bevroren door de Zwitserse bank UBS. De bank vindt de voorwaarden voor de teruggave ‘onaanvaardbaar'. President Jean-Bertrand Aristide, enthousiast gekozen door de volksmassa, werd al snel beschuldigd van corruptie
i en uiteindelijk van de macht
i verdreven door het Amerikaanse leger.
Volgens recente ramingen zijn de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (417,5 miljoen dollar) en het IMF
i (165 miljoen dollar) de grootste multilaterale schuldeisers van Haïti. De Wereldbank
i staat op de derde plaats met leningen ter waarde van 38,8 miljoen dollar. De vroegere ‘structurele aanpassingsprogramma's' zijn dan wel vervangen door het Poverty Reduction Strategy Program (PRSP), maar Haïti heeft onbeduidende schuldverlichtingen gekregen en moest in ruil vrede nemen met leningen die worden gebruikt voor de verdere aflossing van de oude schuld.
In 2006 werd Haïti toegelaten tot het HIPC-initiatief voor arme landen met een zware schuldenlast. De buitenlandse schuld bedroeg 1.337 miljoen dollar. In juni 2009, als het proces was afgerond, was de schuld al gestegen tot 1.884 miljoen dollar. Een kwijtschelding van 1.200 miljoen dollar werd toegestaan. Maar de structurele aanpassingsplannen hadden al een ravage aangericht, vooral in de landbouw
i. De voedselcrisis bereikte zijn hoogtepunt in 2008. De Haïtiaanse boer heeft zwaar te lijden van de dumping van goedkope Amerikaanse landbouwproducten. Dat is een direct gevolg van het opgelegde macro-economische beleid waarbij Haïti zijn eigen zwakke markten niet meer mag afschermen. De kwetsbaarheid van het land is zo alleen maar toegenomen. Samen met vele Haïtiaanse organisaties roepen internationale bewegingen voor de opheffing van de schuldenlast alle leden van de VN-missie MINUSTAH, de VN en in het bijzonder Frankrijk, de Verenigde Staten en de regeringen van Latijns-Amerika, op om de schuldenlast nu volledig en onvoorwaardelijk kwijt te schelden. De Haïtianen kunnen hun land maar heropbouwen in waardigheid als de nationale soevereiniteit is hersteld. Een totale en onvoorwaardelijke kwijtschelding van de schuldenlast is daartoe een eerste, maar noodzakelijke stap. (Vertaling en samenvatting: JVC)
Klik voor oorspronkelijk artikel Haïti: au-delà des effets d'annonce door Sophie Perchellet (vice-voorzitter van CADTM-Frankrijk) en Eric Toussaint (voorzitter van CADTM-België, Comité voor de Afschaffing van de Derde Wereld
i Schuld)
Klik voor Lettre des organisations et plateformes haitiennes Haïti: quelles perspectives après la catastrophe?
Klik voor IMF-landenrapport over Haïti van september 2009
Klik voor Haiti's Debt in Context AfricaFocus Bulletin 2 Feb 2010
Klik voor meer over de Haïtiaanse schuldenlast: On The Path to Debt Cancellation for Haiti
Klik voor oproep van Amerikaanse organisaties om de VS-schuldenlast kwijt te schelden
Selectie van artikels over media en VRT die te lezen zijn op Pala:De openbare omroep moet de best mogelijke informatie garanderen (2020)Een goede VRT is best voor iedereen (2015)Waarheen met de VRT-journalistiek? (2021)VRT moet veranderen... maar niet zoals Vlaams regeerakkoord het wil (2019)Journalistiek zal kwaliteitsvol zijn of niet zijn (2017)De waarheid waar wij voor staan (2018)De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek (2017)Zwarte Zondag na Zwarte Zondag: lessen na 28 jaar (2019)Publiekscoöperaties voor Proximus, Belfius en VRT de betere oplossing (2014)VRT telt meest erkende beroepsjournalisten (2019)Een democratische samenleving koestert betrouwbare media (2004)Van wie zijn de media? De media zijn van ons (2010)De democratie bijt in haar eigen staart. Media en Trump (2016)Media brengen slecht nieuws (2009)
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
Nog altijd torsen ontwikkelingslanden en andere landen allemaal samen een enorme buitenlandse schuld. Landen als Indonesië, India, Mexico en Argentinië moeten ruwweg een vijfde van hun handelsinkomen ophoesten voor de afbetaling van die schuld; Peru besteedt daar ruwweg een vierde aan, Ecuador, Hongarije, Bulgarije en Colombia besteden daar ruwweg een derde aan; Uruguay, Boeroendi, Guinee-Bissau, Turkije en Kazakstan zien om en bij veertig procent van hun handelsinkomen daaraan opgaan en Brazilië maar liefst 45 procent.De voorbije vijfendertig jaar hebben vele landen een ontzagwekkende schuldenlast opgebouwd. Die schuldenberg is voor een deel veroorzaakt doordat ze maar bekaaid uit de internationale handel komen. Wie steeds minder geld krijgt voor zijn waar, kan maar moeilijk de eindjes aan elkaar blijven knopen, moet dan maar de gespaarde reserves aanspreken en ten slotte in het rood gaan.Toch is die dalende ruilvoet niet de enige oorzaak voor de enorme schuldenlast van de ontwikkelingslanden. Men mag niet vergeten dat er ook heel wat geleend geld gegaan is naar dure investeringsprojecten die weinig of niets opbrengen. Zo heeft de Ingastuwdam in Kongo bijvoorbeeld handenvol geld gekost, maar die produceert amper elektriciteit, en erger nog, er waren betere alternatieven. De wereld staat jammer genoeg vol van die peperdure, nutteloze ‘witte olifanten’ waaraan duur geleend geld is opgegaan.Veel geleend geld is ook gespendeerd aan militair tuig. En militaire uitgaven zijn, economisch bekeken, zowat de minst productieve uitgaven. Maar alles kan altijd nog erger. Niet te verwaarlozen zijn de sommen die allerhande dictators en andere corrupte figuren in eigen zak hebben gestoken. Zo bleek dat gewezen president ‘Baby Doc’ Duvalier van Haïti in 1981 van een IMF lening van tweeëntwintig miljoen dollar, na twee dagen al twintig miljoen dollar voor zichzelf had afgehaald. Hoe konden de vroegere dictators Mobutu, van toenmalig Zaïre, en Marcos, van de Filippijnen, hun miljardenfortuin opbouwen? Hoe zijn vele machthebbers van de vroegere communistische landen immens rijk geworden in de jaren negentig van vorige eeuw?Verder moet zeker de rol van de stijgende rentevoeten in de jaren tachtig aangestipt worden. Die maakte de aflossing van de schuld heel wat zwaarder – er moet nog veel meer geld terugbetaald worden – en dat veroorzaakte mede de explosie van de schuldenlast. Ook dat is geld dat zeker niet naar maatschappelijke behoeften kan gaan.
Onaanvaardbare manier om rijk te worden. Het kunnen politici of ambtenaren zijn die misbruik maken van hun functie en verantwoordelijkheid; of managers van grote bedrijven die de boeken vervalsen en zich verrijken ten koste van aandeelhouders, personeel of samenleving; of financiers die fortuinen vergaren of basis van misleidende informatie of voorkennis.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
zie ook agro-ecologische landbouwAl te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Ander woord voor ontwikkelingslanden, arme landen of het Zuiden. Oorspronkelijk maakte de term het onderscheid met de eerste wereld van de Verenigde Staten en zijn bondgenoten, het ‘westerse blok’, en met de tweede wereld van de Sovjetunie en zijn bondgenoten, het ‘oosterse blok’.