De regering-Bush wil bewust verwarring stichten onder de Afrikaanse regeringen als het aankomt op veiligheidsbeleid. Dat zegt Africa Action, een Amerikaanse niet-gouvernementele organisatie, in een nieuw kritisch rapport.
In juni zullen 6.000 NAVO-militairen onder Amerikaans gezag twee weken lang manoeuvres houden op Kaapverdië, voor de Atlantische kust van West-Afrika. Oefenen ze om snel te kunnen ingrijpen bij humanitaire rampen zoals in het Soedanese Darfur? Of om de toegang tot Afrikaanse olie- en gasbronnen veilig te stellen voor de Amerikaanse belangen? Of maakt dit ook deel uit van de wereldwijde strijd tegen de terreur die volgens Washington ook in Afrika moet worden opgevoerd?
Het rapport van Africa Action wijst Soedan aan als het voorbeeld bij uitstek van die tegenstrijdige Amerikaanse prioriteiten. Officieel veroordeelt de VS de genocide in Darfur. Maar aan de andere kant bakt de regering-Bush zoete broodjes met het regime in Khartoem omdat het de grote oliereserves niet wil verliezen en omdat het land strategisch gelegen is tegenover het Arabische schiereiland. Daarom zou de VS ook niet geneigd zijn troepen te leveren aan een VN-vredesmacht voor Darfur. Africa Action merkt op dat dit in schril contrast staat met de groeiende Amerikaanse militaire aanwezigheid in Afrika.
IPS
Africa Action www.africaaction.org/resources
Olie, gas en ‘strijd tegen terrorisme’ bepalen Amerikaans Afrika-beleid
Lees ook
7 oktober - Internationale Dag voor Waardig Werk: lage lonen zullen armoede doen toenemen in Kenia
Als de economische machine begint te sputteren, worden de (te) hoge loonkosten en de rigide arbeidswetgeving vaak door economen met de vinger gewezen als oorzaken van delocalisatie van bedrijven en het daarmee samenhangende verlies van banen in de productieve sectoren van de economie. Zeker in arme landen zouden gegarandeerde minimumlonen en de georganiseerde vakbonden de verdere ontwikkeling van de productieve privésector tegenwerken. Een dergelijke teneur viel in 2005 nog te lezen in het Wereldbank-rapport ‘Jobs in Kenya: Concept Note'. Robert Pollin, Mwangi we Githinji en James Heintz, onderzoekers verbonden aan het Political Economy Research Institute (PERI) van de Universiteit van Massachusetts-Amherst zijn het daarmee grondig oneens.
Migranten zijn van essentieel belang voor de Zuid-Afrikaanse economie
De recente uitbarstingen van geweld tegen buitenlanders in Zuid-Afrika heeft de aandacht getrokken op de grote breuklijnen die bestaan in de Zuid-Afrikaanse postapartheidssamenleving. Vooral de extreme armoede waarin vele miljoenen dagelijks moeten overleven in de townships rond de grote steden is schrijnend. De fors gestegen prijzen voor basisvoedsel deden de ketel ontploffen. De analyses van de oorzaken van het xenofoob geweld lopen evenwel sterk uiteen.
Zowel vakbonden als werkgeversorganisaties zijn het erover eens dat de buitenlandse arbeidskrachten een essentiële rol spelen in de Zuid-Afrikaanse economie. Indien het geweld zou aanhouden en zou leiden tot een massale uittocht van de buitenlanders kan dat de economische sleutelsectoren diepgaand ontwrichten.
Rijke landen zouden veel meer kunnen doen voor Afrika: Commitment to Development Index for Africa
Over de zin en onzin van ontwikkelingssamenwerking voor de échte ontwikkeling van de armste landen, vooral dan in Afrika, zijn al talloze rapporten volgeschreven. Meestal beperken die zich tot ontwikkelingshulp in de strikte zin: financiële transfers van Noord naar Zuid. Op 26 en 27 mei buigt de EU-ministerraad voor Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen (GAERC) zich in Brussel over de vraag hoe de Europese ontwikkelingsinspanningen effectiever kunnen bijdragen tot het bereiken van de VN-Millenniumdoelstellingen in de armste landen. Volgens Concord, de koepel van Europese NGO's, is er reden tot grote ongerustheid. Ondanks herhaalde beloften om de officiële hulp op te voeren, daalde die van de EU-landen van 0,41 procent van het BNP in 2006 tot 0,38 procent in 2007.
- ‹ vorige
- 10 van 128
- volgende ›