Reuzenstuwdammen : Wereldbank leert weinig of niet van vroegere fouten
dinsdag, 28 augustus 2007 - 13:44
Zoet water is een kostbaar en steeds schaarser goed. Om eraan te raken is geen inspanning te veel voor de mens. Daarvan getuigen de immense waterinvesteringen van samenlevingen overal ter wereld, vroeger en nu, van de Romeinse aquaducten tot de Aziatische geïrrigeerde rijstterrassen en de talrijke hedendaagse reuzenstuwdammen. In de tweede helft van de 20ste eeuw groeide het aantal dammen van meer dan vijftien meter hoog van 5.000 tot meer dan 40.000. Opvallend is wel dat het huidige ‘moderne' systeem van die reuzenstuwdam misschien wel het slechtste aller tijden is: het zet veel vruchtbaar land onder water, jaagt de mensen weg, vernietigt hun leefomgeving, laat geen vruchtbaar slib meer door, vele vissoorten verdwijnen, het stuwmeer vult zich met puin en slib en dreigt na verloop van tijd onbruikbaar te worden, altijd zijn er zware en onderschatte ecologische en sociale gevolgen, al te vaak is het rendement van die bouwwerken lager dan verwacht. Toch blijft de mens verwoed dergelijke dure, onaangepaste mastodonten neerzetten. Vooral de Wereldbanki kreeg de voorbije decennia forse kritiek te slikken op haar voorkeur voor en financiering van megalomane damprojecten. De bank beweert te hebben geleerd van de vroegere fouten. Maar de praktijk wijst in een andere richting. Een rapport van International Rivers Network waarschuwt dat de Nam Theun 2-dam in Laos een heruitgave dreigt te worden van de oude mislukkingen. In Oeganda start de bouw van de controversiële Bujagali dam zonder dat is gewacht op een studie over de gevolgen voor het milieu, de bevolkingi en de economiei.
Het fenomeen dat bij zwaar uit hun evenwicht gebrachte systemen het zo vertrouwde eenvoudige en evenredige verband tussen oorzaak en gevolg niet langer blijkt te spelen.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.