Officieel heerst er vrede in de regio van de Grote Meren. Congo hield vorig jaar verkiezingen na een turbulente periode van tien jaar waarbij naar schatting vier miljoen mensen omkwamen. De Burundezen hadden al een jaar eerder een moeizame overgangsperiode afgesloten met verkiezingen. En Rwanda experimenteert met het gacaca-systeem voor de berechting van duizenden genocideverdachten. Maar iedereen weet dat de vrede in de regio heel broos is. In het oosten van Congo gaat het de laatste weken veeleer de verkeerde kant uit. Kan de strijd tegen de straffeloosheid van oorlogsmisdaden een voldoende voorwaarde scheppen voor een duurzame vrede? Hierover organiseerde EurAc, een netwerk van Europese NGO's die werkzaam zijn in Centraal Afrika, eind november een seminarie in het Europees Parlement.
Mark Freeman van het International Center for Transitional Justice pleitte voor creatieve oplossingen omdat geen enkel ‘normaal' rechtssysteem opgewassen is om met dergelijke feiten om te gaan. Zowel het aantal slachtoffers als het aantal daders is zo hoog dat van ‘volledige gerechtigheid' geen sprake kan zijn zonder de precaire machtsevenwichten te verstoren. De belangrijkste doelstelling van de strijd tegen straffeloosheid moet zijn "zoveel gerechtigheid als mogelijk" te laten plaatsvinden met respect voor de lokale rechtspraktijk. Het getuigenis van de Congolese Marie-Noël Cikuru over het geweld tegen vrouwen en kinderen maakte duidelijk dat het nog jaren zal duren voor de geweldspiraal die door de oorlog op gang is gebracht, zal afnemen. Zij noemde het bewuste seksueel geweld tegen vrouwen, waar alle partijen in de oorlog zich schuldig hebben aan gemaakt, "een bom onder de Congolese samenleving, want iedereen is op een of andere manier slachtoffer". Charles Ndayiziga van de Burundese NGO Cenap zei dat een grondige hervorming van alle veiligheidsdiensten een absolute voorwaarde is om op termijn de straffeloosheid uit te bannen. Uit een recent onderzoek blijkt dat 16 procent van de bevolking totaal geen vertrouwen heeft in de politie. Ook de internationale donorgemeenschap kan bijdragen tot mensenrechteneducatie en een programma om de burgerbevolking te overtuigen wapens in te leveren. De bekende mensenrechtenactiviste Alison Des Forges was ten slotte heel scherp voor het ‘traditionele' gacaca-systeem in Rwanda, waaraan o.a. België de voorbije jaren tien miljoen euro heeft bijgedragen. Het systeem is volgens haar veel te politiek gekleurd en niet meer geloofwaardig naar internationale rechtsregels. "Het is als een trein die de helling afdondert zonder dat er een machinist opzit. De straffeloosheid blijft, want misdaden begaan door mensen van het FPR-regime komen gewoon niet aan bod".
Eigen berichtgeving