Home

Twee Pan-Afrikaanse activisten overleden: Dennis Brutus (Zuid-Afrika 1924-2009) en Bill Sutherland (VS/Ghana/Tanzania 1918-2010)

Professor Dennis Vincent Brutus overleed op 26 december 2009 op 85-jarige leeftijd in Kaapstad. Brutus was jarenlang een bekende antiapartheidsactivist en een groot dichter en bleef tot op hoge leeftijd actief in de andersglobaliseringsbeweging. Zo eiste hij onder meer compensaties van Zuid-Afrikaanse ondernemingen die hadden kunnen profiteren van het apartheidssysteem. Binnen het ANC, de Zuid-Afrikaanse politieke emancipatiebeweging, behoorde hij tot de uitgesproken linkervleugel.

Hij werd geboren in 1924 in het toenmalige koloniale Salisbury, de huidige Zimbabwaanse hoofdstad Harare. Al snel verhuisden zijn Zuid-Afrikaanse ouders naar Port Elizabeth waar hij opgroeide en school liep. In 1940 kreeg hij een beurs om Engelse literatuur te studeren aan de Fort Hare University, waar onder anderen ook Nelson Mandela en vele bekende ANC-figuren hun opleiding hadden genoten. Voor Brutus was dit een leerschool die hem zijn verdere leven zou blijven inspireren. Later studeerde hij ook nog psychologie en rechten aan de universiteit van Witwatersrand, maar vanwege zijn antiapartheidsactivisme moest hij die studie onderbreken. Zijn politiek leven begon hij met journalistieke activiteiten en met het organiseren van een zwarte lerarenvakbond en vooral de South African Sports Association, die een multiraciaal alternatief moest bieden voor de exclusief blanke sportbonden.

In 1961 werd hij net als vele anderen het slachtoffer van de Suppression of Communism Act. Hij ging in ballingschap naar Mozambique, maar werd er opgepakt en aan Zuid-Afrika uitgeleverd. Toen hij in 1963 probeerde te ontsnappen uit een politiecel werd hij in de rug geschoten voor het hoofdkantoor van de Anglo American Corporation en bleef hij bloedend op het trottoir liggen tot er een ambulance voor zwarten beschikbaar was. Hij werd opgesloten in de Johannesburg Fort Prison waar ooit nog Mahatma Gandhi gevangen zat. Later zal hij op Robbeneiland terechtkomen waar toen ook Nelson Mandela zijn straf uitzat.

Deze harde gevangeniservaring inspireerde hem tot de beste bundels poëzie die hij ooit schreef: Sirens Knuckles and Boots en Letters to Martha (1964-1965). Tot op vandaag worden deze bundels regelmatig opnieuw uitgegeven en gebruikt in het literatuuronderwijs. Zijn gedichten waren een middel om mensen te inspireren en te mobiliseren.

Later vestigde hij zich in Londen waar hij succesvol campagne voerde tegen de deelname van Zuid-Afrika aan internationale sportevenementen. Zo werd het land uitgesloten van deelname aan de Olympische Spelen van Mexico in 1968. In 1977 werd hij hoogleraar literatuur en Afrikaanse studies aan de Northwestern University (Chicago) en de universiteit van Pittsburgh (VS). De regering-Reagan probeerde hem enkele keren het land uit te zetten, maar dat mislukte. Hij kreeg o.a. steun van collega's als Wole Soyinka en Chinua Achebe.

Na het einde van de apartheid in Zuid-Afrika (1994) zette Brutus zich opnieuw in voor allerlei grassroots-organisaties in zijn eigen land. Elk jaar was hij te gast op het Wereld Sociaal Forum en was hij betrokken bij protesten tegen de WTO en de G8. In augustus 2009 hield hij nog een opgemerkt pleidooi voor een ‘klimaatschuld' in de het kader van de Klimaattop van Kopenhagen. Vele universiteiten verleenden hem eredoctoraten en in 2008 kreeg hij een onderscheiding voor zijn hele oeuvre van het Zuid-Afrikaanse ministerie van Kunst en Cultuur. Brutus zou zijn hele leven een overtuigd geweldloos strijder blijven tegen onrechtvaardigheid, kapitalisme en racisme.

.

Precies een week na Brutus overleed in New York op 2 januari 2010 Bill Sutherland. Hij werd 91. Sutherland was een overtuigd pacifist, burgerrechtenactivist en speelde een grote rol in de Pan-Afrikaanse beweging in Ghana en Tanzania. Hij werd in 1918 geboren in New Jersey in een welstellende en geëngageerde Afro-American tandartsenfamilie. Als jonge man geraakte hij betrokken bij de Student Christian Movement. Zijn pacifistische overtuiging bracht hem in conflict met de overheid en omdat hij legerdienst weigerde tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij vier jaar opgesloten in de Lewisburg-gevangenis. Daar kwam hij in contact met andere dienstweigeraars waarmee hij later acties zou ondernemen voor nucleaire ontwapening aan beide zijden van het IJzeren Gordijn.

In 1953 vertrekt hij naar wat toen nog de Britse kolonie Gold Coast (het huidige Ghana) was om er actief deel te nemen aan de onafhankelijkheidsbeweging van Kwame Nkrumah. Hij trouwt er met de toneelschrijfster en Pan-Afrikaanse activiste Efua Theodora en werd directeur van een middelbare school. Samen met andere Amerikaanse activisten zal hij een belangrijke rol spelen in de Pan-Afrikaanse emancipatiebeweging die zich op vreedzame manier afzette tegen het Europese kolonialisme. Hij organiseerde o.m. het bezoek van Martin Luther King bij de onafhankelijkheidsviering van Ghana in 1957. Hij werd zelfs een tijdje privésecretaris van minister van Financiën Komla Gbedema. Samen met Europese vredesactivisten protesteerde hij tegen de Franse nucleaire testen in de Sahara.

In 1961 verliet hij Ghana en na een tussenstop in Libanon en Israël vestigde hij zich in 1963 in Dar es Salaam. Al snel werd hij er goed bevriend met Julius Nyerere (Tanzania) en Kenneth Kaunda (Zambia), twee leidende en charismatische figuren in de Pan-Afrikaanse beweging voor onafhankelijkheid. Zijn huis in Dar es Salaam werd het ontmoetingscentrum voor mensen van talrijke bevrijdingsbewegingen uit zuidelijk Afrika en de diaspora. Hij overbrugde ook de tegenstellingen tussen hen die kozen voor de gewapende strijd en zijn eigen pacifistische overtuiging. Hij werd lid van het internationale bestuur van de vredesbeweging American Friends Service Committee (AFSC-Quakers) en vanuit die functie nomineerde hij de Zuid-Afrikaanse bisschop Desmond Tutu voor de Nobelprijs voor de vrede. In 2003 richtte AFSC het Bill Sutherland Institute op dat training geeft in lobbywerk voor Afrikaanse activisten. Sutherland was ook fellow aan het Harvard University Institute of Politics en werd onderscheiden voor zijn vredeswerk door de Gandhi Peace Foundation (India) en door de Amerikaanse War Resisters League (WRI).

In 2000 publiceerde Africa World Press zijn boek Guns and Gandhi in Africa: Pan African Insights on Nonviolence, Armed Struggle, and Liberation (co-auteur Matt Meyer). Tutu schreef het voorwoord.

Jan Van Criekinge

Klik voor Dennis Brutus (1924-2009)

Klik voor Bill Sutherland, Pan African Pacifist (1918-2010)

Klik voor Bill Sutherland, Pan African Pacifist (1918-2010) - 2

Regio's: 

Lees ook