Een mens moet kunnen drinken en gezond eten. Als het wat minder loopt, is goede gezondheidszorg mooi meegenomen. En voedseli voor de geest halen we in grote mate in de scholen. We zijn de voorbije eeuw in onze welvaartstaten zo verstandig geweest om er vanuit overheden sterk op toe te zien dat de toegang tot de basisbehoeften water, voedseli, gezondheid en onderwijs voor (bijna) iedereen gegarandeerd is. We laten plaats aan privé actoren, heel zeker, maar overheid en samenleving bepalen wel (in grote mate) de spelregels. En in ons onderwijs zijn op winst gerichte privé actoren zelfs vrijwel helemaal afwezig. Alles kan altijd beter, maar de resultaten mogen er zijn. Onze gezondheidszorg en ons onderwijs behoren tot de beste ter wereld en ze zijn een hooggewaardeerd publiek goed. Wie het anders wil aanpakken, moet er zeker van zijn dat het om een verbetering gaat.
Maar wat brengt de toekomst? Blijft onderwijs uit de al te grijpgrage handen van de markt? Hoe groot is het gevaar dat ons onderwijs koopwaar wordt? Moeten we vrezen dat de akkoorden over internationale handel in diensten - de veelbesproken GATSi - die onze overheden nastreven binnen de Wereldhandelsorganisatiei of WTOi ons onderwijs onbeschermd de markt zullen in sleuren? Officieel is er niets aan de hand, want Europa biedt geen liberaliseringi aan van onderwijs, evenmin van gezondheid of audiovisuele sector.
Dat antwoord voldoet echter niet. Er is in elk geval een groeiende internationalisering van het onderwijs, en dat is vooral een positieve evolutie. Maar daarmee is ook de vraag meer en meer gesteld of GATSi van toepassing is. Want GATSi maakt alleen een uitzondering voor diensten die tegelijkertijd niet op een commerciële basis worden geleverd én waar er concurrentiei is tussen verscheidene aanbieders. Wie door die bril ons onderwijs bekijkt, merkt dat het wél onder GATSi valt. Er is ook sluipende commercialisering van het onderwijs, deels door de internationalisering. Onderwijsinstellingen beginnen (noodgedwongen) met commerciële activiteiten, zoeken privé financiering of sponsoring voor onderzoek en er ontstaan privé bedrijveni die zich gretig werpen op een markt met wereldwijd één miljard leerlingen, 50 miljoen leraren en honderdduizenden scholen. En daarmee geraakt ons onderwijs langzaam in de ban van het marktdenken. Zo vergroot het risico dat men de regeling van wat dan een ‘onderwijsmarkt’ is, aan de WTOi en GATSi denkt te moeten toevertrouwen. Er zijn inderdaad kenmerken van een markt, en het laten spelen van marktmechanismen kan helpen om goed onderwijs te stimuleren, maar onderwijs is in essentie geen markt. Het gaat om de ambitie van onze samenlevingen om via scholing en educatie er voor te zorgen dat we ons allemaal individueel kunnen vervolmaken, ons voor te bereiden om onze verantwoordelijkheid als burger van de samenleving op te nemen en ja, ons ook de kwaliteiten bij te brengen om onze plaats in de economiei op te nemen. Onderwijs is in de eerste plaats een publiek en een cultureel goed, en deels een economisch goed.
Afbeelding
11 POLITIEKE DWAASHEDEN
Afbeelding
TRANSITIE. Onze welvaart van morgen
Afbeelding
COOPERATIES. Hoe heroveren we de economie?
Waarom praten we dan, ook als het over onderwijs gaat, meer en meer in markttermen en aanvaarden we dus het marktdenken? We moeten beseffen dat we daarmee onze maatschappelijke ambities in gevaar brengen. Het is immers zonneklaar dat een vermarkting van het onderwijs grote risico’s meebrengt. Zo is de democratische toegang tot onderwijs veel minder verzekerd. Economisch onrendabele richtingen lopen gevaar ondergefinancierd of zelfs afgeschaft te worden. Privé onderwijsbedrijven zullen meer en meer die ‘onderwijsmarkt’ opeisen, of althans de winstgevende ‘marktsegmenten’ ervan, terwijl we allerminst verzekerd zijn van een even grote kwaliteit als bij ons huidig onderwijs. Opvoeden tot volwaardig menszijn en kritisch burgerschap dreigen plaats te ruimen voor en éénzijdige opleiding tot economisch producent en consument.
Is dit overdreven? Misschien vandaag nog net, maar waarschuwen komt niets te vroeg. Want voor wie eenmaal gevangen raakt in de klauwen van het marktdenken en het bijhorende kluwen van de Wereldhandelsorganisatiei en GATSi is er geen weg terug. Zij bieden enkel éénrichtingsverkeer, steeds meer liberaliseringi, nooit minder, zelfs wanneer bewezen is dat die richting dood loopt, soms letterlijk. De gevolgen van die logica van ‘vrije handel en niets anders’ zijn bijvoorbeeld al te zien in vele ontwikkelingslanden, waar honderden miljoenen boeren niet langer kunnen concurreren en werkloosheid, armoedei, hongeri, maatschappelijke ontwrichting en gedwongen migratiei opduiken.
Kan het anders? Natuurlijk, we hoeven niet te aanvaarden dat de economiei ongeremd buiten haar oevers treedt en haar regels ook oplegt aan culturele instellingen zoals onderwijs waar ze niet thuishoren en meer schade dan goed aanrichten. Zo veroorzaakt slechte globaliseringi naast sociale, ecologische en politieke deficits ook een cultureel deficit. Niet zo lang geleden heeft de Unescoi nog het voorbeeld gegeven door de conventie culturele diversiteiti goed te keuren zodat bijvoorbeeld Europeanen hun eigen filmproductie mogen ondersteunen. Dat is dus zoveel als zeggen, voor cultuur tellen niet de regels van de vrijhandeli en samenlevingen hebben de volledige soevereiniteit over hoe ze hun cultuurproductie organiseren. Als er dus nood is om de internationalisering van het onderwijs te regelen, en dat zal wel zo zijn, dan is het aangewezen om dat binnen de Unescoi te organiseren en WTOi en GATSi daar volledig buiten te laten.
Dirk Barrez, journalist en auteur, 8 december 2005
Reageren en meedenken kan op ons forum, onder het discussiethema Cultuur en globalisering Zorg voor korte, doordachte bijdragen, zo komen we samen verder.
Overname van de brief door niet-commerciële initiatieven of verenigingen mag, mét volgende bronvermelding: Dirk Barrez, PALAi nieuwsbrief over onze globaliserende wereld, voor gratis abonneren en forum surf naar www.globalsociety.be. Wij vernemen dat graag met een mail naar info@globalsociety.be
Voor wie nog meer discussiestof wil, surf naar het boek op deze site en lees vooral deel 13 'Cultuur en globaliseringi'
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Engelse afkorting voor de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten Daarover wordt onderhandeld binnen de Wereldhandelsorganisatie of WTO die zich tot doel stelt de wereldhandel vrijer te maken. Diensten zijn in de meeste landen veel belangrijker dan landbouw of industrie. Ze maken echter amper 20% uit van de wereldhandel. Toch ambieert de WTO om ook de handel in diensten te liberaliseren. Er is een groeiende vrees dat zo zelfs onderwijs of gezondheidszorg koopwaar worden terwijl dat toch in de eerste plaats publiek of cultureel goed is, en slechts deels een economisch goed.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
zie Wereldhandelsorganisatie
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Engelse afkorting voor de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten Daarover wordt onderhandeld binnen de Wereldhandelsorganisatie of WTO die zich tot doel stelt de wereldhandel vrijer te maken. Diensten zijn in de meeste landen veel belangrijker dan landbouw of industrie. Ze maken echter amper 20% uit van de wereldhandel. Toch ambieert de WTO om ook de handel in diensten te liberaliseren. Er is een groeiende vrees dat zo zelfs onderwijs of gezondheidszorg koopwaar worden terwijl dat toch in de eerste plaats publiek of cultureel goed is, en slechts deels een economisch goed.
Engelse afkorting voor de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten Daarover wordt onderhandeld binnen de Wereldhandelsorganisatie of WTO die zich tot doel stelt de wereldhandel vrijer te maken. Diensten zijn in de meeste landen veel belangrijker dan landbouw of industrie. Ze maken echter amper 20% uit van de wereldhandel. Toch ambieert de WTO om ook de handel in diensten te liberaliseren. Er is een groeiende vrees dat zo zelfs onderwijs of gezondheidszorg koopwaar worden terwijl dat toch in de eerste plaats publiek of cultureel goed is, en slechts deels een economisch goed.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Engelse afkorting voor de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten Daarover wordt onderhandeld binnen de Wereldhandelsorganisatie of WTO die zich tot doel stelt de wereldhandel vrijer te maken. Diensten zijn in de meeste landen veel belangrijker dan landbouw of industrie. Ze maken echter amper 20% uit van de wereldhandel. Toch ambieert de WTO om ook de handel in diensten te liberaliseren. Er is een groeiende vrees dat zo zelfs onderwijs of gezondheidszorg koopwaar worden terwijl dat toch in de eerste plaats publiek of cultureel goed is, en slechts deels een economisch goed.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
zie Wereldhandelsorganisatie
Engelse afkorting voor de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten Daarover wordt onderhandeld binnen de Wereldhandelsorganisatie of WTO die zich tot doel stelt de wereldhandel vrijer te maken. Diensten zijn in de meeste landen veel belangrijker dan landbouw of industrie. Ze maken echter amper 20% uit van de wereldhandel. Toch ambieert de WTO om ook de handel in diensten te liberaliseren. Er is een groeiende vrees dat zo zelfs onderwijs of gezondheidszorg koopwaar worden terwijl dat toch in de eerste plaats publiek of cultureel goed is, en slechts deels een economisch goed.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Engelse afkorting voor de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten Daarover wordt onderhandeld binnen de Wereldhandelsorganisatie of WTO die zich tot doel stelt de wereldhandel vrijer te maken. Diensten zijn in de meeste landen veel belangrijker dan landbouw of industrie. Ze maken echter amper 20% uit van de wereldhandel. Toch ambieert de WTO om ook de handel in diensten te liberaliseren. Er is een groeiende vrees dat zo zelfs onderwijs of gezondheidszorg koopwaar worden terwijl dat toch in de eerste plaats publiek of cultureel goed is, en slechts deels een economisch goed.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
UNESCO is de Engelse afkorting van de VN Organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.zie ook Conventie Culturele DiversiteitWebsite Unesco
Op 18 maart 2007 is het zover. De Unesco Conventie over de Bescherming en Promotie van de Culturele Diversiteit is van kracht geworden.Die conventie is belangrijk als tegenwicht voor de huidige globalisering die de economie bijna ongeremd buiten haar oevers doet treden. Ze legt haar regels van concurrentie, privatisering of commercialisering op aan samenleving, media, wetenschap en zelfs onderwijs, waar ze dikwijls meer schade dan goed aanricht.
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
UNESCO is de Engelse afkorting van de VN Organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.zie ook Conventie Culturele DiversiteitWebsite Unesco
zie Wereldhandelsorganisatie
Engelse afkorting voor de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten Daarover wordt onderhandeld binnen de Wereldhandelsorganisatie of WTO die zich tot doel stelt de wereldhandel vrijer te maken. Diensten zijn in de meeste landen veel belangrijker dan landbouw of industrie. Ze maken echter amper 20% uit van de wereldhandel. Toch ambieert de WTO om ook de handel in diensten te liberaliseren. Er is een groeiende vrees dat zo zelfs onderwijs of gezondheidszorg koopwaar worden terwijl dat toch in de eerste plaats publiek of cultureel goed is, en slechts deels een economisch goed.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.