Het is een paradox waar niet hard genoeg op gehamerd kan worden. Economische groei leidt op zichzelf niet tot vermindering van ongelijkheid. Zelfs een vermindering van het aantal armen in een land vloeit niet voort uit louter economische groei.
Democratie krijgt pas echt betekenis wanneer het gelijkheidsbeginsel niet enkel politiek maar ook economisch krachtig doorbreekt en dus zowel de politieke democratie als haar economische tegenhangster sterk ontwikkeld en heel levenskrachtig zijn.