Het is een paradox waar niet hard genoeg op gehamerd kan worden. Economische groei leidt op zichzelf niet tot vermindering van ongelijkheid. Zelfs een vermindering van het aantal armen in een land vloeit niet voort uit louter economische groei.
Vele arme landen zijn heel afhankelijk van de uitvoer van grondstoffen voor hun inkomen. Maar de prijzen zijn wisselvallig en op lange termijn dalen ze zodat hun inkomen zakt. In de vorige eeuw, toen men nog echt aan een andere betere wereld wilde werken, sloot men grondstoffenovereenkomsten die daaraan moesten verhelpen. Middelen daartoe zijn productie en/of exportbeperkingen, buffervoorraden en contracten over verzekerde levering en/of afname. Er schiet niet veel meer van over.