Afrika
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika i tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen i en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Een belangrijke reden voor die open economie i is dat Afrikaanse landen o.a. onder impuls en zelfs druk van IMF i en Wereldbank i en van de rijke landen in het algemeen de weg opgingen van verregaande vrijmaking of liberalisering i van de markten en van privatiseringen. Dit continent is dus meest van al ten prooi gevallen aan de huidige neoliberale globalisering i. Zeker in combinatie met afwezig, zwak of corrupt bestuur is het een recept gebleken voor armoede i en ongelijkheid. Zelfs wanneer de prijzen van grondstoffen stijgen, zien de meeste Afrikanen daar niets van.
De jongste jaren groeit snel de invloed van China i in Afrika. Dat land is in geen tijd uitgegroeid tot een speler van formaat inzake handel, financiering én hulp. Ook voor China is de toegang tot de vele grondstoffen doorslaggevend en het is maar de vraag of de Afrikaans-Chinese verhoudingen het neokoloniale karakter zullen kunnen vermijden van de relatie tussen Afrika en de westerse landen. Die laatste krijgen er met China in elk geval een zware concurrent bij.