Het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in juni 1992 in Rio de Janeiro.
Dat verdrag wil de natuurlijke soortenrijkdom beschermen en een duurzaam gebruik ervan mogelijk maken.
Het beoogt ook de opbrengsten van genetisch materiaal billijk te verdelen.
De soortenrijkdom behoort door dat verdrag toe aan de soevereine landen, die ook moeten zorgen voor het voortbestaan ervan.