vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.
Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
In de armste landen beschikken 16 mensen op 1000 over een gsm en kunnen er 4 op internet, in de rijkste landen zijn er dat 705 en 480. Ziedaar de informatiekloof. De industrielanden bezitten meer dan 95 procent van alle patenten in de wereld. De rijke landen tellen ook ruim negen keer meer wetenschappelijke onderzoekers dan de arme. Op dat vlak tellen de armste landen vrijwel helemaal niet mee. Ziedaar de kenniskloof. In de mondiale kennissamenleving is de informatiekloof al even erg als de inkomenskloof, en de beide kloven hebben veel met elkaar te maken.