De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27).
organisaties en werksystemen hebben de neiging om te bureaucratiseren. Het is dus belangrijk om ze lenig of flexibel te houden. Mondialisering dwingt vooral bedrijven tot flexibiliteit. Ze moeten zich aanpassen aan snel wijzigende economische omstandigheden met nieuwe of betere producten of diensten, andere manieren van produceren, een betere arbeidsorganisatie. Al te dikwijls wordt flexibiliteit enkel op de werknemers verhaald terwijl ze toch van twee kanten moet komen en toekomstgerichte investeringen minstens even belangrijk zijn, zoals verstandige werkgevers heel goed beseffen. Helemaal onvriendelijk voor werknemers is wanneer flexibiliteit hun totale beschikbaarheid en opeisbaarheid wil zonder dat daar iets tegenover staat, zelfs amper fatsoenlijke lonen of voltijdse banen. Het is op veel plekken in de wereld een groeiende realiteit in vooral dienstenbedrijven, de zogenaamde hamburgerjobs, en nog meer in de grijze of zwarte economie.