De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27).
Vele mensen hebben te weinig toegang tot informatie. Maar het tegengestelde bestaat ook, dan heb je informatieruis. In de globale informatiesamenleving worden we overspoeld door een zee van informatie en nog meer door een oceaan van losse gegevens die talloze media elke seconde uitspuwen. Die overdaad aan ongestructureerde informatiegegevens maakt degenen die er aan geraken niet noodzakelijk wijzer. De informatiestroom is zo overvloedig en zo sterk geworden dat weinigen hem nog kunnen verwerken en op zinvolle wijze structureren. Dat geldt zelfs voor wetenschappers, journalisten en al die anderen die beroepshalve met de grondstof informatie werken. Onze ononderbroken jacht op informatie riskeert de kennis te doden. We dreigen allemaal samen te verdrinken in een zee van gegevens die we niet meer kunnen omzetten in weten. Of nog minder in bruikbare kennis en zinvolle macht die we kunnen aanwenden om onze grote en kleine problemen te counteren. In plaats van kennis en macht te schenken, laat de informatieoverdaad ons achter in verwarring en onmacht.