Werk

Kan dat, werknemers die hun eigen baas zijn? In werkerscoöperaties zijn de medewerkers de coöperanten. Ze brengen zowel hun arbeid als het nodige kapitaal in. Zo zijn zij die werken tegelijk eigenaars en bazen in hun coöperatieve bedrijf. Het boek 'De werkerscoöperatie' belicht dit alternatief.

David Erdal, Schotse ondernemer, auteur en onderzoeker, getuigt over de kracht van de werknemerscoöperatie, voortrekker in betrokkenheid en tevredenheid van werknemers.

Bedrijven waar werknemers zelf de baas zijn, kan dat? Ja dus, die vorm van meest doorgedreven economische democratie bestaat wel degelijk, bv. in de meer dan honderd werknemerscoöperaties van Mondragon. In België zijn we er nog maar heel weinig mee vertrouwd. Dat alternatief ondernemersmodel stoot op scepsis, zeker bij traditionele ondernemers. Maar ook in de brede werknemersbeweging en bij vakbonden rijzen er vragen.

In moeilijke omstandigheden scheppen de werknemerscoöperaties van Mondragon nu al meer dan 83.569 jobs, heel dikwijls gedreven door spitstechnologie, ze exporteren en produceren intussen de wereld rond, de werkloosheid is er het laagst van Spanje en, wellicht meest verrassend, in dit alles zijn de werknemers de baas.

Als Ford het werk van tienduizend mensen wegneemt, dan is het tijd dat we zelf werk creëren, en misschien zijn daarvoor coöperatieve bedrijven meest geschikt. En dus trokken Limburgers en Kempenaars naar Mondragon, “een plek in Europa waar men er nog in slaagt om zelf koelkasten te produceren”. Mondragon is dan ook uiterst ongewoon, hier werken 83.569 mensen in wel 120 vooral industriële werknemerscoöperaties en velen zijn hun eigen baas.

Het gesprek met Emma Arvidsson over de duurzame prestaties van Coop was gefocust op de ecologische aspecten van duurzaamheid. In dit interview met juriste Claudia Baumgartner kijken we vooral naar de mens. Zij is bij Coop verantwoordelijk voor de relaties tussen bedrijf en medewerkers.

Wat heeft het voorbije jaar gebracht?
Niet veel goeds, op het eerste gezicht. Onze vertrouwde wereld valt in scherven uiteen, en de nieuwe wereld is er nog niet.

 

We werken om te leven

Tussen de socialistische dag van de Arbeid en het Rerum Novarum van de christelijke werknemersbeweging is het goed om stil te staan bij het lot van de werkende mens anno 2009.

Wie werkt, kan leven. Klinkt mooi, maar de werkelijkheid is anders. De helft van alle mensen die werken, verdienen te weinig om fatsoenlijk te kunnen leven.

We zitten in slechte papieren. Laten we snel eens kijken hoe dat komt - waarbij we geen crisis uit de weg gaan - en dan vooral naar de uitwegen zoeken, want die zijn er wel degelijk.

klik hier om het boek te bestellen

Van overal reizen afgevaardigden naar het eiland Pala om het verhaal en het programma van de goede samenleving te schrijven, met een economie die eindelijk van ons is, die de aarde geen geweld aandoet en waarvan de welvaart eerlijk verdeeld raakt, met mondiale sociale zekerheid en een aardegebruiksrecht voor iedereen.

Aan al wie beweert dat het nastreven van utopieën gevaarlijk is, antwoorden we: ‘Hadden we dan geen welvaartstaten moeten afdwingen? Of geen gelijke rechten voor man en vrouw? Wij hebben de vrijheid om ons leven te verbeteren.’

Dit boek doorbreekt de crisis van de verbeelding en ziet wel alternatieven. De auteur durft opnieuw de grote verhalen brengen.

Waaraan denken we bij het woord oorlog? Doorgaans aan zwaar bevochten conflicten, burgeroorlogen of terreur. Maar niet aan de oorlogen die onnoemelijk veel meer slachtoffers maken en ons bestaan veel ernstiger bedreigen: de marktoorlogen en de wereldoorlog tegen onze planeet, op kop de klimaatoorlog.

Misschien past het om eerst één elektronische minuut stilte te vragen ... Want een te globale economie maakt heel kortbij, bij de Volkswagen fabriek in Vorst (Brussel) én bij de toeleveranciers, duizenden slachtoffers werkloos... zoals ze elke dag in heel de wereld honderdduizenden, ja zelfs miljoenen slachtoffers maakt.

Op 3 december 2002 krijgen de 1400 werknemers van Philips Hasselt te horen dat hun vestiging sluit.

Voor acht uur uit bed en zeker om negen uur aan het schrijven, de hele dag lang, hele avond, halve nacht, om vier uur 's nachts in bed en de volgende morgen alweer om negen uur voor het scherm zitten. Zo gaat dat maar door, een week lang. Ik moet het nu wel toegeven, dit loopt wat de spuigaten uit.