Overslaan en naar de inhoud gaan
internationale arbeidsverdeling
Wanneer mensen vooral kunnen doen waar ze goed in zijn, zorgt die werk
i- of arbeidsverdeling voor betere prestaties en dus voor meer welvaart. Het samenleven van mensen kenmerkt zich al lang door specialisatie, en de moderne samenleving krijgt er maar niet genoeg van.
We zien dergelijke economische taakverdeling ook internationaal opduiken. Landen en regio’s van de wereld werpen zich op het voortbrengen van goederen en diensten waar ze best voor gewapend zijn. Dat leidt globaal tot een hogere welvaartsproductie.
Maar de internationale arbeidsverdeling
i zoals ze de voorbije eeuwen groeide tussen rijke industrielanden in het Noorden en arme ontwikkelingslanden is zeker geen vrije keuze geweest van de ontwikkelingslanden. De slechte ruilverhouding tussen de industriële producten die ze invoeren en wat zij leveren aan exportgoederen werkt in hun nadeel en maakt hen armer.
De opkomst van nieuwe industrielanden in Oost-Azië
i en ook Latijns-Amerika - de Aziatische tijgers
i, Brazilië, Mexico, China
i - verandert het plaatje en brengt een nieuwe internationale arbeidsverdeling
i.
Die gaat deels gepaard met delokalisatie
i van economische activiteiten uit de oude naar de nieuwe industrielanden. Dat proces levert zowel extra welvaart op als herstructureringen, soms heel pijnlijke, denk maar aan het verdwijnen van onze scheepswerven en de grote ontmanteling van onze staalindustrie. Toch zijn de handelsbalansen met de nieuwe industrielanden lange tijd positief voor België. Zowel oude als nieuwe industrielanden winnen erbij, de economische en sociale spiraal gaat overal omhoog.
Maar die positieve evolutie is niet gegarandeerd, het kan ook omgekeerd. Vooral sinds China
i zich ontplooit tot de fabriek van de wereld kleurt de handelsbalans rood voor de oude industrielanden en loopt het niet lekker met de verdeling van de welvaart en de rechten van de werknemers
i in de allernieuwste ontwikkelingslanden zoals China
i.
In elk geval is de tijd voorbij dat de Verenigde Staten, Europa en Japan de wereldeconomie volledig domineren.
zie ook delokalisatie
i, liberalisering
i, vrijhandel
i, Wereldhandelsorganisatie
i
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Wanneer mensen vooral kunnen doen waar ze goed in zijn, zorgt die werk- of arbeidsverdeling voor betere prestaties en dus voor meer welvaart. Het samenleven van mensen kenmerkt zich al lang door specialisatie, en de moderne samenleving krijgt er maar niet genoeg van.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Vooral vanaf de jaren zestig van vorige eeuw realiseren Zuid-Korea, Taiwan en de stadstaten Singapore en Hongkong een spectaculaire industrialisering en indrukwekkende groeicijfers. De vier oorspronkelijke tijgers of draken katapulteren zich in één of twee generaties van een soms Afrikaans naar een Zuid-Europees welvaartspeil. Later volgen Thailand, Maleisië, Indonesië en de Filippijnen dit voorbeeld, met wisselend succes.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Wanneer mensen vooral kunnen doen waar ze goed in zijn, zorgt die werk- of arbeidsverdeling voor betere prestaties en dus voor meer welvaart. Het samenleven van mensen kenmerkt zich al lang door specialisatie, en de moderne samenleving krijgt er maar niet genoeg van.
eind 2002 sluit Philips Hasselt de deuren, 1400 mensen verliezen hun job, het werk verhuist vooral naar Hongarije en China. Textiel- en confectiefabrieken van Mexico tot Tunesië en Bangladesh ervaren de mokerslag van de Chinese industrie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
eind 2002 sluit Philips Hasselt de deuren, 1400 mensen verliezen hun job, het werk verhuist vooral naar Hongarije en China. Textiel- en confectiefabrieken van Mexico tot Tunesië en Bangladesh ervaren de mokerslag van de Chinese industrie.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.