Home

Dood Tsjadische president Idriss Déby stelt Franse belangen in Sahel op scherp

In Tsjaad is de pas verkozen president Idriss Déby Itno onverwacht omgekomen. Het Afrikaanse land staat internationaal op de kaart van de strijd tegen terreurgroepen in de Sahel.

In Tsjaad is president Idriss Déby Itno, die nog maar net was herkozen voor een zesde ambtstermijn, dinsdag 20 april gestorven aan de gevolgen van verwondingen opgelopen bij gevechten met rebellen in de westelijke Kanem-provincie. Dat is althans wat de Tsjadische legertop officieel heeft meegedeeld…

Déby’s plotselinge dood heeft gevolgen die Tsjaad ver overtreffen, want het land speelt al jaren een sleutelrol in de strijd tegen de jihadistische terreurgroepen in de Sahel en is een trouwe bondgenoot van Frankrijk en het Westen.

“President-maarschalk Déby heeft zojuist zijn laatste verdediging van de soevereiniteit van de natie op het slagveld uitgeblazen”, zei legerwoordvoerder generaal Azem Bermandoa Agouna in een verklaring die dinsdagmiddag op de staatstelevisie werd voorgelezen. Dit gebeurde precies één dag nadat Déby officieel tot winnaar in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen (op zondag 11 april) was uitgeroepen met ruim 79 procent van de stemmen.

De woordvoerder van het Tsjadische leger zei nog dat de 68-jarige president Déby dinsdag in de vroege ochtend was overleden aan de gevolgen van verwondingen opgelopen tijdens hevige botsingen tussen de snel oprukkende rebellen van het FACT (Front pour l’alternance et la concorde au Tchad) en regeringstroepen.

Nieuwe rebellengroep bedreigt N’Djamena

Twee colonnes van FACT-rebellen waren op de dag van de verkiezingen, 11 april, het uiterste noorden van Tsjaad binnengevallen vanuit hun bases gevestigd in Sebha in de Fezzan in het zuiden van Libië. Het FACT krijgt steun van wisselende Libische krijgsheren (pro én contra de opstandige generaal Khalifa Haftar) en kon de voorbije jaren profiteren van de wetteloosheid en chaos die in dat land heersen. Zij vielen militaire posten aan en riepen Déby op om onmiddellijk af te treden.

Gevechten tussen de rebellen en regerings-troepen gingen de volgende dagen in alle hevigheid door in de westelijke provincie Kanem. Het leek er even op dat de rebellen snel zouden kunnen doorstoten naar de hoofdstad N’Djamena.

Amerikaanse en Britse diplomaten werden tijdens het weekend (17-18 april) door hun regeringen opgeroepen om het land te verlaten omdat de toestand heel onstabiel leek en de spanningen in N’Djamena uit de hand zouden kunnen lopen, zeker in het licht van de fel gecontesteerde verkiezingen, die trouwens door de meeste oppositie-partijen werden geboycot.

Imago van ‘soldaat’

Déby was tijdens het weekend naar het front in Kanem (300 km ten noorden van de hoofdstad) vertrokken om er aan de zijde van zijn elitesoldaten de militaire operaties te leiden. Dat was niet de eerste keer: Déby koesterde als geen ander zijn imago van ‘soldaat’.

Vorig jaar nog leidde hij persoonlijk de operaties tegen Boko Haram-milities rond het Tsjaadmeer waarbij officieel 300 ‘rebellen’ werden uitgeschakeld. Op 11 augustus 2020 kreeg hij van het parlement de eretitel ‘maréchal du Tchad’ tijdens een militaire plechtigheid ter gelegenheid van de 60ste verjaardag van de onafhankelijkheid.

De exacte omstandigheden van zijn dood blijven echter zeer onduidelijk. Zou het misschien om een gecamoufleerde staatsgreep van ontevreden generaals kunnen gaan die stilaan genoeg hadden van zijn 30-jarig autoritaire bewind?

Militaire overgangsraad

De directe gevolgen lijken alvast in die richting te wijzen: de regering en het parlement zijn ontbonden, de grondwet opgeschort en alle grenzen en luchthavens gesloten. Er geldt een avondklok vanaf 18 uur en een samenscholingsverbod. Een militaire overgangsraad (CMT) onder leiding van viersterrengeneraal Mahamat Idriss Déby Itno (37), een van de zonen van Déby en hoofd van de presidentiële inlichtingendienst, zal de komende 18 maanden de leiding nemen.

Dit is totaal in strijd met de grondwet, die bepaalt dat in het geval van overlijden van de president, de parlementsvoorzitter gedurende 45 tot 90 dagen het land leidt ter voorbereiding van nieuwe verkiezingen.

“De potentieel explosieve gevolgen van de dood van president Déby kunnen niet worden onderschat – zowel voor de toekomst van Tsjaad als voor de hele regio”, verklaarde Ida Sawyer, plaatsvervangend directeur Afrika bij mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. “De regionale en internationale partners van Tsjaad moeten de situatie nauwlettend volgen en al hun invloed aanwenden om mensenrechtenschendingen te voorkomen.”

Verkiezingen van 11 april

De periode voorafgaand aan de verkiezingen van 11 april werd al herhaaldelijk ontsierd door een meedogenloos politieoptreden tegen demonstranten en de politieke oppositie in het algemeen. Daarbij viel een onbekend aantal doden en gewonden.

Déby was net herverkozen voor een zesde termijn als president. Verkiezingen die – zoals alle vorige – keurig om de vijf jaar werden gehouden, maar helemaal werden gemanipuleerd door het regime. De belangrijkste oppositieleiders hadden tot een boycot opgeroepen en de laatste weken kwam het vrijwel dagelijks tot betogingen in de hoofdstad, terwijl de rebellen van FACT opvallend snel de hoofdstad naderden.

Tegenover Radio France Internationale (RFI) verklaarde FACT-rebellenleider Mahamat Mahdi Ali dat “zijn troepen zich tijdelijk hebben teruggetrokken” en beschuldigde hij de voormalige kolonisator Frankrijk ervan zich te mengen in een binnenlandse crisis. Hij beweerde dat “het Franse leger verkenningsvluchten had uitgevoerd om de precieze posities van de rebellen door te geven aan het Tsjadische leger”. Frankrijk heeft nog niet publiekelijk gereageerd.

Staatsgreep van 1990 tegen Hissène Habré

Déby kwam zelf met een staatsgreep aan de macht in december 1990, nadat hij jarenlang een belangrijke militaire rol had gespeeld onder het bloedige regime van zijn voorganger Hissène Habré. Die was tussen 1982 en 1990 verantwoordelijk voor minstens 40.000 doden en 200.000 gedocumenteerde gevallen van foltering door zijn gevreesde inlichtingendienst DDS, die met Franse en Amerikaanse steun opereerde tijdens de Koude Oorlog.

Eind de jaren tachtig brak Déby met Habré toen die het Zaghawa-volk ging viseren. Déby behoort zelf tot de Zaghawa, een bevolkingsgroep die vooral in de West-Soedanese regio Darfur leeft, maar minoritair is in Tsjaad.

In maart 1990 richtte hij in Soedan zijn eigen rebellengroep op, de Mouvement patriotique du Salut (MPS), die korte tijd later werd omgevormd tot politieke partij. Op 2 december 1990 nam de MPS, met de hulp van de Franse inlichtingendiensten en actieve steun vanuit Libië en Soedan, N’Djamena in. Ze verdreven samen dictator Habré, die zijn toevlucht zocht in Senegal. Pas in 2017 werd Habré in Dakar door een speciale Afrikaanse rechtbank veroordeeld tot levenslange opsluiting wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.

Uit de staatskas verduisterd

Tsjaad telt vandaag bijna 17 miljoen inwoners op een oppervlakte van ruim tweeëneenhalve keer Frankrijk. Het land staat op de 186ste plaats op 189 landen in de rangschikking van de VN-index van menselijke ontwikkeling.

President Déby en zijn uitgebreide familie zijn alvast aanzienlijk rijker geworden tijdens zijn 30-jarige presidentschap: volgens de Panama Papers zou de ‘clan aan de macht’ 10,76 miljard dollar uit de staatskas hebben verduisterd om het in belastingparadijzen onder te brengen.

De zeer beperkte investeringen in openbare diensten (scholen, gezondheidscentra, infrastructuur) houden de overgrote meerderheid van de bevolking in extreme armoede. In 2018 stond de Tsjadische staat zelfs op de rand van het faillissement door de tegenvallende inkomsten uit de olie-export. Déby reageerde door de salarissen van alle ambtenaren met een derde te verlagen.

In 2016 werd Déby voorzitter van de Afrikaanse Unie (AU). Een van zijn eerste prioriteiten als AU-voorzitter was het versnellen van de militaire strijd tegen Boko Haram, dat niet alleen in het noorden van Nigeria aanslagen pleegde, maar ook in Kameroen en Tsjaad. Op 4 maart 2016 keurde de Afrikaanse Unie de financiering van 10.000 troepen goed voor de Multinational Joint Force (FMM), die op 23 mei 2016 in N’Djamena werd opgericht met Franse logistieke ondersteuning. In augustus van dat jaar beloofde de Europese Unie nog eens 50 miljoen euro extra om de FMM te helpen Boko Haram in de hele Sahelzone te bestrijden.

Trouwe bondgenoot Frankrijk

Als oud-Franse kolonie is de Franse aanwezigheid in Tsjaad altijd bijzonder sterk geweest, vooral op militair vlak. Het Franse leger houdt permanent een grote basis van elitetroepen actief op de luchthaven van N’Djamena van waaruit operaties in heel de regio worden aangestuurd.

Dat de opeenvolgende regimes sinds de onafhankelijkheid in 1960 allesbehalve democratisch waren en een loopje namen met de meest fundamentele mensenrechten, om het nog zacht uit te drukken, zeker onder het extreem bloedige bewind van Hissène Habré, vormde meestal geen probleem voor Parijs om stevige banden te onderhouden met de Tsjadische machthebbers.

Meer dan eens knapten zij het ‘vuile werk’ op, maar in ruil konden ze ook zelf rekenen op de trouwe Franse steun als ze weer eens werden bedreigd door een nieuwe gewapende rebellengroep.

President Emmanuel Macron – alle retoriek over afrekenen met de Françafrique ten spijt – vormt geen uitzondering op deze neokoloniale regel van de Vijfde Republiek. In 2019 stuurde hij nog Franse gevechtsvliegtuigen naar het noorden van Tsjaad om, op uitdrukkelijke vraag van Déby, een rebellenbeweging te bestoken met bommen onder het mom van ‘strijd tegen terroristische islamistische groepen’, terwijl het om een gewapende oppositiegroep ging die geenszins jihadistische ambities koesterde, maar wel het 30-jarige autoritaire bewind van Déby radicaal in vraag stelde.

Vrees voor destabiliserend effect Libische interventie

Eén keer heeft Déby zich openlijk afgekeerd van het Franse Afrikabeleid: toen president Nicolas Sarkozy in 2011 het voortouw nam in de westerse coalitie om manu militari af te rekenen met het bewind van de Libische leider Khaddafi, vond de Tsjadische president dat een ‘gevaarlijk idee’ dat de stabiliteit van de hele regio in het gedrang zou brengen.

Beter dan wie ook kende Déby de complexe machtsverhoudingen in het web van de Libische leider en welke gevolgen zijn verwijdering ook voor zijn eigen land zou kunnen hebben.

Déby heeft helaas gelijk gekregen: door de chaos en het machtsvacuüm waarin Libië werd gestort na de westerse militaire interventie is de hele Sahelzone sinds 2012 afgegleden in een toestand van toenemende terroristische dreiging, mensensmokkel, ongecontroleerde vluchtelingenstromen, bruut geweld en een overaanbod aan oorlogswapens. Een perfect voorwendsel om nog meer militaire interventies te kunnen verantwoorden…

Sleutelrol in Opération Barkhane en G-5 Sahel 

Het Tsjadische leger (geschatte aantal manschappen tussen 60 à 75.000) is veruit de best uitgeruste militaire macht in de hele regio. Frankrijk heeft permanent troepen in de hoofdstad N’Djamena en steunt op Déby voor de antiterroristische strijd in het kader van de Opération Barkhane in Mali, Niger en Burkina Faso en tegen Boko Haram in Nigeria en Kameroen.

Zonder de militaire bijdrage van Tsjaad is het militaire samenwerkingsverband G5-Sahel (Mauritanië, Mali, Niger, Burkina Faso en Tsjaad) een tandeloze tijger.

De officiële reactie van het Elysée op de dood van Déby spreekt boekdelen. In een verklaring betreurt Emmanuel Macron het verlies van “een moedige vriend”, hij roept op tot “een vreedzame overgang” en het behoud van “de territoriale integriteit van het land”.

Donderdagavond is Macron in N’Djamena aangekomen aan het hoofd van een zeer uitgebreide Franse delegatie om vrijdagmorgen, 23 april, deel te nemen aan de uitvaartplechtigheid voor de overleden president van Tsjaad.

Na een gebed in de grote moskee van N’Djamena wordt Déby in strikte familiekring begraven in Amdjarass in het uiterste oosten van Tsjaad, dicht bij de Soedanese grens, de thuisbasis van de Zaghawa.

Jan Van Criekinge

Lees ook By the way: ‘vergeten’ presidents-verkiezingen in Afrikaanse landen

Voor een overzicht van de huidige crisis in Tsjaad:

Chad President Idriss Deby has died: Army spokesman says

Al Jazeera Breaking News: https://www.youtube.com/watch?v=8rPuQtnG3yM

Décés d’Idriss Déby : édition spéciale (20/04/2021) TV5MONDE Info

Reportage, correspondance et réactions de nos invités Roland Marchal (Sciences Po, Paris) et Abdelkerim Yacoub Koundougoumi (activiste tchadien et opposant à Idriss Déby), Ousmane Ndiaye, rédacteur en chef au service Afrique de TV5MONDE:

https://www.youtube.com/watch?v=C5lKT8liiKk

https://www.youtube.com/watch?v=sS76cIU95Ks

https://www.youtube.com/watch?v=Ffe2JoaY33A

 – Pourquoi la France soutient Idriss Déby ? (05/04/2021) TV5MONDE Info

Dernière ligne droite avant l’élection présidentielle tchadienne. Le vote a lieu ce dimanche 11 avril et la campagne prend fin vendredi soir. 7 candidats sont en lice, dont le président Idriss Déby qui brigue un 6e mandat à la tête du pays. Pour en parler, Roland Marchal, chercheur au CERI https://www.youtube.com/watch?v=NIXJIaVq5zc

– HRW: Chad: Déby Leaves Legacy of Abuse – AU Should Deploy Crisis Team to Ensure Civilian Protection, Rule of Law

www.hrw.org/news/2021/04/20/chad-deby-leaves-legacy-abuse

Offensive dans le nord du Tchad en 2021 (Wikipedia, FR): https://fr.wikipedia.org/wiki/Offensive_dans_le_nord_du_Tchad_en_2021

Front pour l’alternance et la concorde au Tchad (FACT): https://fr.wikipedia.org/wiki/Front_pour_l%27alternance_et_la_concorde_au_Tchad

Idriss Déby Itno : https://fr.wikipedia.org/wiki/Idriss_D%C3%A9by

– Tchad : le président français est à N’Djamena pour les obsèques d’Idriss Déby : https://www.alwihdainfo.com/Tchad-le-president-francais-est-a-N-Djamena-pour-les-obseques-d-Idriss-Deby_a102944.html

– In het artikel over het Franse leger in Mali, dat ik vertaalde voor Nieuwsbrief#21, komt Tsjaad en de Franse betrokkenheid even aan bod: https://cimic-npo.org/2021/03/23/sahel-het-franse-leger-heeft-zich-hopeloos-vastgereden-in-het-zand-van-mali/

 

Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen: uw gift is welkom
op rekeningnummer BE66 5230 4091 1443 van Pala vzw – Leuven.
Of we verwelkomen u graag als vaste steungever - klik hier

Een goed artikel? Interessant nieuws? Neem een gratis abonnement op de Pala nieuwsbrief (maximaal 2 maal per maand), dan hoeft u geen enkel artikel te missen. Gebruik daarvoor het inschrijvingsformulierklik hier

Regio's: 

Lees ook

Afrika-beleid van de VS in teken van Bush' oorlog tegen de terreur

Volgens kritische analisten van het Amerikaanse buitenlandse beleid paste het bezoek dat president George W. Bush tussen 15 en 21 februari bracht aan vijf Afrikaanse landen (Benin, Tanzania, Rwanda, Ghana en Liberia) perfect in zijn streven om de ‘oorlog tegen de terreur' wereldwijd uit te breiden. Africa Action, Africa Faith and Justice Network (AFJN), International Labor Rights Forum en Jubilee USA Network hebben samen met het onderzoeksinstituut Foreign Policy In Focus een doorlichting gemaakt van het Amerikaanse Afrika-beleid in het laatste jaar van het presidentschap van Bush.

Naar een eigen Afrikaanse Vrede- & Veiligheidsarchitectuur?

Met de oprichting van de Afrikaanse Unie (AU) in 2001, ter vervanging van de onmachtige Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE), werd ook voorzichtig de basis gelegd voor een eigen Afrikaans veiligheidsbeleid. Een van de ‘heilige' principes van de OAE was precies de soevereiniteit van elke lidstaat en de niet-inmenging in de interne zaken van andere lidstaten. De grote meerderheid van gewapende conflicten in Afrika van het voorbije decennium waren echter grootschalige ‘burgeroorlogen' waarbij vaak wel buurlanden betrokken geraakten zoals in Soedan of Congo. De OAE stond daarbij machteloos. In navolging van de VN-Veiligheidsraad heeft de AU een Peace and Security Council opgericht met de African Standby Force (ASF) als toekomstige operationele troepenmacht.

Strijd tegen straffeloosheid als voorwaarde voor duurzame vrede in Centraal-Afrika

Officieel heerst er vrede in de regio van de Grote Meren. Congo hield vorig jaar verkiezingen na een turbulente periode van tien jaar waarbij naar schatting vier miljoen mensen omkwamen. De Burundezen hadden al een jaar eerder een moeizame overgangsperiode afgesloten met verkiezingen. En Rwanda experimenteert met het gacaca-systeem voor de berechting van duizenden genocideverdachten. Maar iedereen weet dat de vrede in de regio heel broos is. In het oosten van Congo gaat het de laatste weken veeleer de verkeerde kant uit. Kan de strijd tegen de straffeloosheid van oorlogsmisdaden een voldoende voorwaarde scheppen voor een duurzame vrede?

Vijftien jaar oorlog kostte Afrika ruim 300 miljard dollar

Dat oorlogen en ontwikkeling niet samengaan, weten we al lang. Maar voor het eerst hebben onderzoekers van Oxfam International, IANSA and Saferworld zwart op wit aangetoond dat de oorlogen die tussen 1990 en 2005 in Afrika hebben gewoed het continent ruim 300 miljard dollar armer hebben gemaakt. Geld dat aan wapentuig wordt besteed, is uiteraard niet meer beschikbaar voor ontwikkeling. In dezelfde periode kreeg Afrika ongeveer evenveel ontwikkelingshulp van de internationale donorgemeenschap. Dat het rapport er nu komt, is geen toeval. Binnenkort moet de VN-groep van experts met aanbevelingen komen over een in 2008 goed te keuren internationaal wapenhandelverdrag (ATT).

Doet strijd om olie oorlog in de Grote Meren opnieuw ontbranden?

Het oosten van Congo is ook na de ondertekening van de vredesakkoorden, die een einde moesten maken aan een oorlog die vier miljoen mensen het leven heeft gekost, nooit helemaal zonder gewapende conflicten geweest. Meestal draait het om de illegale exploitatie van de enorme bodemrijkdommen, gecombineerd met onopgeloste etnische spanningen. De laatste tijd ziet het ernaar uit dat olie een bijkomende factor in het brute machtsspel wordt. Sinds de olieprospecties in het Albertmeer, op de grens tussen Congo en Oeganda, hebben aangetoond dat er een voorraad van ongeveer één miljard vaten op exploitatie ligt te wachten, zijn aan beide kanten van de grens al doden gevallen, zowel burgers als militairen.