Over het wereldburgerschap in onze globaliserende wereld
Mbaye Gueye is een Senegalese jongen van 17, wat zwakjes én levenslustig, wanneer ik hem bij het filmen van de televisiereportage ‘Het gezicht van de honger’ leer kennen. Drie maanden later zou ik hem opnieuw ontmoeten maar… twee dagen tevoren is hij overleden. Mbaye heeft al meer dan een jaar geneesmiddelen nodig, de familie koopt die ook, voor zowat 60 euro. Maar dan is het geldi op, en dus sterft de jongen… één van de minstens dertig à veertigduizend jongeren en kinderen die dezelfde dag omkomen door vooral ondervoeding en daarmee samenhangende ziekten, door een gebrek aan inkomen dus. Ze sterven omdat we onze wereld slecht besturen. Waarom vertel ik dit? Omdat hier globaliseringi aan het werki is. En omdat we hier meteen de essentie raken van wat wereldburgerschap hoort te zijn, namelijk de mensenrechteni in de meest brede zin waarmaken voor alle wereldburgers, om te beginnen het eerste mensenrecht van iedereen te bewaken, het recht op leven.
We zijn met andere woorden verplicht om de mondiale democratie uit te vinden om het globale samenleven mogelijk te maken. Want wat zal er gebeuren indien we er niet in slagen mondiale problemen of evoluties zoals de dalende graanprijzen op de wereldmarkt die miljoenen mensen de hongerdood injagen, de toenemende machti van multinationals, de opwarming van de aardei, de groeiende inkomensongelijkheid, de steeds krachtiger migratiestromen, oorlogsgeweld en terrorisme of de internationaal georganiseerde misdaad aan te pakken met democratische internationale instellingen? Die fenomenen trekken zich niets aan van grenzen en gaan de krachten van de afzonderlijke landen te boven. Als we ze niet mondiaal kunnen beheren en beheersen en ze ontsnappen aan de bestaande democratische bestuursniveaus – en tot vandaag zijn dat vooral de nationale overheden -, dan lijdt de democratie daar overal onder.
Dit is de context waarin het verhaal van Mbaye en van vele honderden miljoenen, zelfs enkele miljarden medeburgers, zich afspeelt.
Waar Mbaye leefde, verdienen de mensen hun brood met het verbouwen van aardnoten – apenootjes - voor de wereldmarkt, vooral voor de productie van aardnotenolie. Maar de prijzen dalen, de opbrengsten van hun gronden zijn meer dan gehalveerd in dertig jaar tijd en een devaluatie van vijftig procent maakt het leven veel duurder omdat vele levensnoodzakelijke goederen uit het buitenland komen. Nog is dit niet alle ellende. Eind 2001 wordt het overheidsbedrijf dat de meeste aardnoten aankoopt geprivatiseerd, onder druk van het Internationaal Monetair Fondsi. Dat jaar zijn de landbouwers door hun regering aangemoedigd om zoveel mogelijk te produceren en, samen met een goed regenseizoen, zorgt dat voor een grote oogst. Maar het nieuwbakken privé-bedrijf wil ineens nog maar de helft kopen van wat was aangekondigd vóór de Senegalese boeren en boerinnen beslisten om aardnoten te planten. Zo stuikt hun inkomen verder ineen, hele bergen aardnoten zijn blijven liggen, onverkocht. Het volgende jaar brengt opnieuw een ramp, door droogte mislukt de oogst bijna volledig. Het platteland, door de overheid in de steek gelaten, beleeft ongeziene armoedei.
En misschien vraagt u zich af waarom ze dan geen graan verbouwen, voor zichzelf en voor de lokale markt? Dat doen ze ook, ze verbouwen gierst, maar daar valt al evenmin menswaardig van te leven. In de steden eet bijna iedereen Frans brood, gemaakt van vooral uit Europa ingevoerde tarwe. En tarwe groeit daar niet eens. Het is die gesubsidieerde tarwe die hun markt inpikt én die de prijs van het weinige graan dat ze kunnen verkopen nog verder de dieperik injaagt. Want wij in de rijke landen beschermen – grotendeels terecht – onze landbouwi en onze voedselproductie maar dat is net wat zij niet kunnen én niet mogen, en waar hun politici niet van wakker liggen. Die politici zijn zelden of nooit geïnteresseerd in het bevorderen van menswaardige levensomstandigheden op het platteland.
Laten we zeker niet vergeten dat van de achthonderd miljoen ondervoede mensen op onze aardei zeshonderd miljoen zelf boeren en (vooral) boerinnen zijn.
En vergeet evenmin – dit gaat over globaliseringi – dat de graanprijzen tot stand komen op de wereldmarkt. In de jongste vijftig jaar daalden die prijzen met twee derden.
Wat is het verband tussen deze twee fenomenen? Wel, arme landbouwers zijn zo arm dat ze eenvoudigweg niet kunnen investeren om meer te produceren. Wanneer de prijs van hun product terugvalt op één derde, dan verdienen ze dus alleen al daarom drie keer minder. En wanneer erosie, of droogte, of gebrek aan zaaigoed, mest, trekdieren of werktuigen, hun schaarse opbrengsten nog verminderen, dan jaagt dat hun inkomen nog verder naar beneden. Wie dan durft vertellen dat de oplossing voor de ruim één miljard arme boeren en boerinnen is dat ze op de wereldmarkt beter moeten kunnen concurreren, die dwaalt. Je kan hen niet laten concurreren met de enkele tientallen miljoenen boeren die over de meeste en de beste gronden beschikken, over een tractor en andere machines, over de beste zaden, over mest, over krediet, zelfs over subsidies, allemaal zaken die zij niet hebben. Dat is alsof je een voetbalwedstrijd zou laten spelen tussen het wereldelftal van Real Madrid en een duiveltjesploeg uit jouw eigen gemeente, dat is geen eerlijke wedstrijd, dat is onmenselijk en dus ethisch onverantwoord. De wereldmarkt kan inderdaad veel, zij is prima voor auto’s – ik rijd zelf met een Japanse auto en ik weet waarom - voor gsm’s, voor computers, voor tal van zaken, maar niet voor onze landbouwi en onze voedselzekerheid, daar is concurrentiei op een wereldmarkt om meer dan één reden werkelijk moordend. Denk ook maar even aan de sterk schommelende prijzen: is er te weinig geoogst, dan schieten de prijzen omhoog, is er wat te veel geoogst, dan storten ze ineen, en je kan niet even de productie stilleggen zoals dat in een fabriek veel makkelijker kan.
Waar wij filmden, in een land waar de wereldmarkt vrij spel kreeg en dat lang niet het armste is van Afrikai, bestempelen de mensen hun goed boerende grootouders als rijke mensen : die hadden genoeg te eten, zij konden hun kinderen naar school sturen want er waren scholen en ze konden het schoolgeld betalen, een dokter vinden wanneer nodig was niet meteen een probleem en ook daarvoor verdienden ze genoeg, kortom, zij hadden een goed leven. Maar nu zijn scholen, gezondheidsvoorzieningen en infrastructuur om de landbouwi te ondersteunen in belangrijke mate verdwenen… ja, inderdaad, onder andere wegens de door het IMFi opgedrongen politiek van de jongste decennia.
Dus hoeft het niet te verbazen dat vele Senegalezen nog amper een kwart of minder verdienen van wat hun ouders en grootouders dertig of veertig jaar geleden verdienden, dat het almaar achteruit gaat met hun voeding, met hun gezondheid, met hun onderwijs. Wij kunnen ons dat heel moeilijk voorstellen, maar de mensen op het platteland zien hun inkomens voortdurend verder ineenstuiken.
Dat is de reden waarom zoveel mensen naar de grote steden in de arme landen trekken. Zo telde de Senegalese hoofdstad Dakar honderdduizend inwoners na de Tweede Wereldoorlog, een halve eeuw later is dat aangegroeid tot tweeëneenhalf à drie miljoen inwoners, en Dakar is lang niet de snelst groeiende stad ter wereld. Die migranten van het platteland zoeken werki, ze zoeken een inkomen. Maar heel dikwijls zullen ze dit niet vinden. Want in veel van die steden kwijnt de industrie en sluiten fabrieken, er is desindustrialisering. Dan is er natuurlijk ook minder nood aan diensten voor die industrie, en ook overheden, scholen, klinieken – denk aan de IMFi besparingen – hebben minder volk nodig. Enkel de zogenaamde informele sector van allerlei ateliertjes, klusjesmensen en straatverkopers, soms bijna wandelende supermarkten, groeit sterk. Maar het is vrijwel ondoenbaar om een leefbaar inkomen te verdienen wanneer je sigaretten moet verkopen, stuk per stuk.
Er is trouwens nog een andere schaduwzijde aan deze invasie van arbeidi in de steden. Het stuwt de inkomens naar beneden. Hoe dat komt? De minimumlonen in de steden zijn iets hoger dan het inkomen van de armste boeren, dat trekt hen naar de stad. Wanneer nu de koopkracht van de armste boeren daalt, zijn ze bereid om voor minder geldi elders te gaan werken en zullen dus ook de minimumlonen in de stad dalen. Voor wie denkt dat stad en platteland los van elkaar te zien zijn, dat is niet zo, uiteindelijk is het voor hen samen uit, samen thuis. De stad kan het zich niet veroorloven om het platteland langdurig te verwaarlozen.
Om te ontsnappen aan de armoedei investeren Senegalese families intussen in een familielid dat migreert, meestal naar Europa, om er te werken en het gespaarde geldi te bezorgen aan de achtergebleven familie. Je kan ze bijvoorbeeld vinden in de straten van de Italiaanse binnensteden, waar ze van alles en nog wat verkopen.
Dit is de dynamiek die vandaag de wereld regeert, een zelfde verhaal van verarming en crashende inkomens op het platteland in Senegal en bijna heel Afrikai, Honduras en het grootste deel van Midden- en Zuid-Amerika, zelfs grote delen van Aziëi, Rusland en Oost-Europa, zelfs verarming van vele mensen in toch rijke landen als de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. En overal in het Zuiden migreren de mensen naar de steden – waar nu voor het eerst in de geschiedenis meer dan de helft van de wereldbevolking huist – overvolle steden die niet in staat zijn om de groeiende behoeften aan werki en diensten te vervullen; en de mensen trekken verder, naar de plaatsen in de wereld waar ze kunnen hopen om wat te verdienen, Noord-Amerika, Europa, Oost-Aziëi, Zuid-Afrikai.
Dan is het tijd voor een streepje theorie. Ook al lijkt het een nieuw begrip, globaliseringi is eigenlijk niet echt nieuw. Al zeker 500 jaar verspreidt ons westerse economische systeem – de wetenschappelijke naam is kapitalisme - zich steeds verder over de wereld en raken de economieën van de hele wereld meer verweven.
Die vrije markteconomie produceert veel welvaart en verrast ons met steeds nieuwe producten, het ene al nuttiger dan het andere. Daar kunnen vooral wij in de rijke landen tevreden over zijn, we zijn meestal rijke mensen en we waren zelfs zo verstandig om deze welvaart ook te investeren in heel wat nuttige publieke voorzieningen en er onze welvaartstaten mee uit te bouwen.
Maar, er is een keerzijde, we krijgen te maken met een economiei die niet meer in dienst van de mens staat maar waarbij de mens die economiei moet dienen. Dit kan slogantaal lijken maar wie globaal naar de wereld kijkt, ziet dat de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt - zelfs dat deze economieiarmoedei en hongeri produceert -; die ziet dat de mens en haar rechten steeds meer in de verdrukking komen; die ziet dat de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn; die ziet dat de besluitvorming over dit alles heel ondemocratisch gebeurt door vooral grote multinationale bedrijveni, enkele grote landen, instellingen zoals IMFi, Wereldbanki en Wereldhandelsorganisatiei en misschien bovenal, volledig losgelaten financiële markten; en die ziet dat de talen, culturen en levenswijzen van vele volkeren, vooral inheemse volkeren, in de verdrukking komen.
Met andere woorden: het resultaat van deze economiei is dat pakweg 1 van de 6 miljard mensen het – voorlopig - goed hebben. Maar aan de andere kant zijn we overal geconfronteerd met groeiende onaanvaardbare sociale, ecologische, politieke en culturele deficits.
Globaliseringi mag dan al heel oude wortels hebben, ons economisch systeem verandert natuurlijk wel, en zeker ook de jongste decennia. De derde industriële revolutie en de informaticarevolutie maken het makkelijker voor bedrijveni en financiële markten om wereldwijd te werken en de klok rond te presteren. Dat is zeker nieuw aan de huidige globaliseringi. Nieuw is ook dat steeds meer aan de markt wordt overgelaten en dat vooral het geldi – het financiële kapitaali – van de zogenaamde liberaliseringi profiteert. Nieuw is dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven. Nieuw is dat een economisch gezond winstdenken plaats maakt voor korte termijn en speculatief winstdenken (1). En ook nieuw – en wat in grote mate samenhangt met het voorgaande – is dat de politiek meer en meer afwezig is. De politiek ruimt de plaats voor de economiei, dereguleringi is al wat de klok slaat. Multinationals werken globaal, de politiek veel minder en de civiele samenlevingi amper.
We maken mee hoe de economiei en de markten als het ware in de mondiale champions league gaan spelen, terwijl de overheden en de samenleving toch vooral nog nationaal spelen, een beetje Europees en bijna niet op wereldschaal.
Net doordat de economiei zich op wereldvlak organiseert en de samenlevingen en vooral de politiek dat veel minder of niet doen, moeten we meemaken hoe de economiei alle terreinen van het sociale, politieke en culturele leven verovert en koloniseert – er haar economische wetten opdringt - en het milieu exploiteert. Zo maken we mee dat de industrie meer en meer onderzoekscontracten sluit met onze wetenschappers waarbij de resultaten van het onderzoek eigendom worden van de industrie en maar mogen gepubliceerd worden als de industriële partner daar toestemming voor geeft. Dit is geen evenwichtige relatie meer, dit ondermijnt de publieke toegankelijkheid van de wetenschappelijke kennis, terwijl onze universiteiten en wetenschappers toch in de eerste plaats met publieke gelden werken. Dit schaadt zelfs de wetenschappelijke vrijheid omdat het industriële belangen zijn die de onderzoekskeuzes leiden. Het is op lange termijn zelfs economisch nefast omdat er vooral belangstelling is voor de snel te exploiteren resultaten van het toegepaste onderzoek. Maar dat gaat ten nadele van het fundamentele onderzoek dat vandaag de basis zou moeten leggen voor onze economiei over tien, twintig of dertig jaar. Ziedaar één voorbeeld van het culturele deficiti van deze globaliseringi.
Het succes van de welvaartstaten en van de sociale welvaarteconomieën is juist dat - net zoals voetballers spelen op een voetbalterrein - het economische spel gespeeld mag én moet worden op het economische terrein. Daar heersen, zoals in het voetbal, spelregels die iedereen moet respecteren. Daar hebben principes zoals concurrentiei en winststreven een zekere geldigheid en nuttigheid. Daar zijn onpartijdige scheidsrechters die erop toezien dat die regels en principes nageleefd en geëerbiedigd worden. En net zoals voetballers met de bal binnen de krijtlijnen van het veld moeten blijven, moet ook de economiei de grenzen van haar terrein respecteren.
Het neoliberalisme doet vergeten dat het succes van onze vrije markteconomieën en onze welvaartstaten juist mee te danken is aan actieve en efficiënte overheden die zorgen voor belangrijke publieke goederen zoals onderwijs, gezondheidszorg, veiligheidi, eigendomsrecht, allerlei infrastructuur,… en die de economiei spelregels opleggen, sociale spelregels zoals minimumlonen, vakbondsvrijheid en andere sociale normen maar ook ecologische regels en zelfs wat democratische regels zoals toegang tot essentiële bedrijfsinformatie voor werknemersi - denk maar aan wat de werknemersi van Sabena is overkomen, of die van het Amerikaanse bedrijf Enroni. Toen dat energieconcern failliet ging in 2002 – even terzijde, Enroni was de grootste financier van de kiescampagne van president Bush junior – verloren de mensen die er werkten niet alleen hun job en daarmee hun maatschappelijke status, ze speelden ook hun spaargeld kwijt want dat waren Enroni aandelen, ze zagen zelfs hun pensioenen in rook opgaan want ook die bestonden uit Enroni aandelen. En toen ze het faillissement zagen aankomen werd het hen zelfs verboden om hun aandelen nog voor een beetje geldi te verkopen. Dat is in zeker opzicht nog erger dan slavernij, want de heer die zijn slaaf niet kon onderhouden had de plicht hem vrij te laten.
Afbeelding
De PALA website en nieuwsbrief zijn gratis. Maar iedereen weet dat het zonder middelen niet kan. Liever dan te werken met subsidies, rekenen we op al wie Pala leest. Zo kunnen we ons ongebonden concentreren op de inhoud.
Uw steun - maandelijks, jaarlijks of éénmalig - is welkom op rekeningnummer BE66 5230 4091 1443 van Pala vzw - 3001 Leuven met vermelding 'Steun Pala'. Alvast dank.
Of misschien wil u wel vaste steungever worden? Abonnees die zich engageren voor bv. 2 of 5 euro steun per maand geven Pala de rust van stabiele inkomsten die de vaste uitgaven voor website en nieuwsbrief dekken.
Misschien kunnen we best de term globaliseringi voorbehouden voor de politiek van liberaliseringen, privatiseringen en dereguleringen die vanaf de late jaren zeventig van vorige eeuw voor velen zowat een nieuw geloof werd. Op de eerste rij om dat geloof in praktijk te brengen staat Margaret Thatcher die in 1979 premier van Groot-Brittannië wordt, weldra gevolgd door president Ronald Reagan van de Verenigde Staten. Internationale organisaties zoals het IMFi, de Wereldbanki en later ook de Wereldhandelsorganisatiei, waarin vooral de VS veel invloed heeft, dringen die neoliberale politiek vervolgens op aan tal van andere landen.
Maar dit neoliberalisme werkt niet, en zeker niet voor de armen:
niet in Groot-Brittannië, waar de privatiseringen van spoor en water uitdraaiden op falende en dure dienstverlening, op mislukkingen en meer dan één ramp. We moeten nu weten dat in dit geval privatiseringi niet de beste oplossing is;
niet in de Verenigde Staten, waar de geprivatiseerde elektriciteitssector in Californië niet kan garanderen dat er stroom uit het stopcontact komt wanneer in de zomer de meeste Californiërs hun airco aanzetten;
niet in Argentiniëi, tot voor kort min of meer een welvaartstaat waarvan de inwoners na de tweede wereldoorlog rijker waren dan de Fransen en met de sterkste industrie van heel Zuid-Amerika, nu is die industrie vrijwel verdwenen, leeft drie vijfde van de Argentijnen in armoedei en sterven kinderen van hongeri in een land dat voedseli voortbrengt voor wel driehonderd miljoen mensen, dat is acht maal de eigen bevolkingi;
niet in Aziëi, waar het volgens de voormalige hoofdeconoom van de Wereldbanki en Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz zelfs enkele decennia zal duren vooraleer landen volledig zullen herstellen van de onnodig diepe economische crisis die ze eind van de jaren negentig door de schuld van het IMFi te verduren kregen;
niet in Rusland, waar de economische neergang werkelijk mensen doodt, elk jaar zijn er ruim een miljoen Russen minder, en vooral Russische mannen sterven veel vlugger dan vroeger, hun gemiddelde leeftijd benadert nu meer die van Afrikanen dan van West-Europeanen;
zelfs niet in België - voor wie denkt dat dit alles toch een ver-van-mijn-bed-drama is - waar de privatiseringi of het patenteren van het borstkankergen borstkankertests flink duurder dreigt te maken. Volgens het bedrijf Myriad Genetics, eigenaar van het octrooi, mogen die tests alleen nog in de VS worden gevoerd… en dan moeten vrouwen daarvoor 3000 euro betalen in plaats van nu nog geen 300 euro en na tussenkomst van de sociale zekerheidi zelfs maar 9 euro.
En dat mensen van het IMFi of van de Wereldbanki, om hun gelijk te bewijzen, niet komen vertellen dat Zuid-Korea of Taiwan bewijzen dat landen in één generatie welvarend kunnen worden. Zij presteerden dat inderdaad, maar enkel omdat zij het recept van die instellingen aan hun laars lapten. Als zij het volgens de aanbevelingen van IMFi of Wereldbanki of volgens het boekje van andere neoliberale economen zouden moeten gedaan hebben, dan was hen dat nooit gelukt en waren ze misschien nog zo arm als Kenia, Ivoorkust of Ecuador. Zuid-Korea én Taiwan verdeelden de grond en voerden een landhervorming door vooraleer zij met hun industriële ontwikkelingi startten. Zij beschermden altijd hun eigen landbouwi en gebruikten die als inkomstenbron voor hun industriële investeringen, zij beschermden altijd hun binnenlandse markt en gingen zelf pas exporteren wanneer zij achter hun gesloten grenzen sterk genoeg waren geworden om de internationale concurrentiei aan te kunnen, en vooral Zuid-Korea had en heeft sterke vakbondeni… samengevat, dit is een ontwikkelingsmodel dat niets te maken heeft met wat het IMFi predikt en opdringt.
Ik weet wel, men zal komen aandraven met cijfers en statistieken van o.a. de Wereldbanki die aantonen dat de armoedei in de wereld kleiner wordt. Dat is zo, op papier, of op het computerscherm.
Wie rondloopt in de echte wereld, die weet dat de armoedei op onze wereld enorm groot is, én dat ze groeit. Maar dit vertaalt zich maar slecht in de cijfers en statistieken. Die tonen nu reeds een daling in de inkomens van de inwoners van Afrikaanse, Oost-Europese, Centraal-Aziatische en tal van Amerikaanse landen ten zuiden van de Rio Grande.
Toch valt te vrezen dat de echte armoedei daarmee nog zwaar is onderschat, deels wegens een welvaartsverdeling die steeds ongelijker verloopt waardoor massa’s mensen zelfs bij goede economische groeicijfers armer worden, dat is de groeiende inkomenskloofi. Zo vertelt ons het Rapport over de Menselijke Ontwikkelingi van de Verenigde Naties van 1999 dat de twintig procent rijksten van de wereld vierenzeventig keer rijker zijn dan de armste twintig procent.
Veel belangrijker nog, de armoedei is onderschat omdat het verlies aan natuurlijk kapitaali niet verrekend geraakt in de inkomenscijfers. En het verlies of de afnemende kwaliteit van vruchtbaar land, watervoorraden, bossen, viswateren en weiden tast rechtstreeks de welvaart en het inkomen aan van de armsten, van vele honderden miljoenen, zelfs enkele miljarden mensen over de hele wereld.
Deze armoedei is ook merkbaar in de slums van vele steden. Ik herinner me zeer goed hoe ik een man interview op een steile heuvel vlakbij de Hondurese hoofdstad Tegucigalpa, terwijl hij zijn huis ineentimmert. Hij vertelt me dat er geen elektriciteit is, geen water, geen riolering, geen school, geen openbaar vervoeri, niets is er; in feite is het hier helemaal niet goed, zegt hij, maar toch is dit de plaats waar ik moet leven, ik kan nergens heen waar het voor mij beter zou zijn.
Vergeet daarenboven niet hoe onze economiei werkt. Indien de koopkracht van de armen verder wordt vernietigd kan vrijwel niemand hen nog iets verkopen, dan verdwijnen deze markten gewoonweg en uiteindelijk raakt ook de welvaart van de rijken aangetast.
Verzet groeit: wie zijn die zogenaamde antiglobalisten of andersglobalisten?
Als een economiei zo veel deficits veroorzaakt, is het maar normaal dat de onvrede daarover heel groot en wijd verspreid is en sterk groeit. Vooral in het Zuiden van de wereld, waar vier vijfden van de wereldbevolking het moeten doen met één vijfde of zelfs minder van het wereldinkomen. Daar organiseren miljoenen landlozeni zich in Brazilië om op geweldloze wijze onbebouwde landbouwgrond te bezetten, daar protesteren miljoenen boeren in India al even geweldloos tegen de almacht van zaad- en pesticidenmultinationals die hen bijvoorbeeld willen opzadelen met onvruchtbare planten zodat ze voortaan altijd bij hen moeten aankloppen voor nieuw zaad, daar eisen talrijke bewegingen van inheemse volkeren hun rechten op.
En kijken we verder naar die zogenaamde antiglobaliseringsbewegingi, dan zien we dat de aanhang loopt van de traditionele vakbondeni – bij de betogingen tegen de Wereldhandelsconferentie eind 1999 in Seattle zorgden de Amerikaanse vakbondeni trouwens voor de meeste actievoerders, en vakbondsmilitanten herkennen zich natuurlijk makkelijk in de groeiende welvaartskloof en bijhorende strijd om inkomensherverdeling – over al even oude bewegingen als vrouwenbeweging en vredesbeweging, over jongere maar niet meer zo jonge bewegingen als milieubeweging, mensenrechtenbewegingen, en Derde Wereldbeweging, tot de allernieuwste bewegingen en initiatieven zoals Reclaim the Streets, Attac, het Wereld Sociaal Forumi in Porto Alegre, en noem maar op, ja zelfs ondernemers die ecologisch en sociaal verantwoord willen produceren, en straks wellicht ook een groot deel van de landbouwers in het rijke Noorden.
Die beweging is dus zo veelzijdig als je maar kan indenken en dat is de vertaling van al die problemen die de huidige globaliseringi met zich meebrengt. Maar net omdat al die problemen meer en meer met elkaar te maken hebben, zullen al die bewegingen zich vinden in één grote mondiale sociale beweging voor een wereld die democratischer, duurzamer en socialer is, eigenlijk dus veel meer een globaliseringsbeweging dan een antiglobaliseringsbewegingi.
Let wel, deze beweging werkt niet met een bijbel of een manifest, het is een wereldbrede regenboogcoalitie zonder veel structuur en zonder duidelijk leiderschap. Velen vinden dat wat ongemakkelijk maar het is – voorlopig? - niet anders.
Hoog tijd voor antwoorden?
Het is tijd om over oplossingen te spreken. We zegden het al, antiglobaliseringsbewegingi is een wel heel onjuiste benaming voor een beweging die druk zoekt naar alternatieven voor de huidige globaliseringi. Hier groeit een ander maatschappelijk project dat prioriteit geeft aan mensenrechteni, aan sociale en ecologische oogmerken, aan duurzame ontwikkelingi dus, aan participatie en democratie én aan een economische productie van welvaart in functie van al die menselijke ambities.
Het Wereld Sociaal Forumi dat sinds 2001 plaatsgrijpt in het Braziliaanse Porto Alegre en in 2004 voor het eerst naar een ander continent verhuist, naar India, is een belangrijke hefboom voor de ontwikkelingi van een mondiale sociale beweging die weerwerk kan bieden aan de economische krachten en de politici dwingt het mondiale algemeen belang te organiseren.
Wie goed luistert komt zeker op het spoor van de antwoorden die deze beweging biedt, van daadwerkelijke oplossingen, zelfs bijna van een heus programma voor een andere wereld. We volstaan hier met een greep uit het rijke aanbod.
Heel concreet is het recht op regionale voedseli- en landbouwmarkten, dat hier wat meer wordt uitgewerkt omdat het zo immens belangrijk is. Alle rijke landen beschermen hun voedselproductie en hun landbouwi, zij weten waarom en het belet hen niet om welvarend te zijn. Die bescherming is grotendeels terecht. Alleen, dan zouden ook arme landen hun voedseli zelf mogen produceren en hun markten beschermen. Want – denk aan het voorbeeld van Senegal – vrije wereldhandel in voedselproducten veroorzaakt massale verarming, ondervoeding voor honderden miljoenen en de hongerdood voor tientallen miljoenen mensen. En wie het niet meer ziet zitten op het platteland, trekt naar de steden en oefent daar nog meer druk uit op de al lage lonen. Zo wordt ook zonneklaar dat boerenbonden en vakbondeni overal ter wereld meer gelijklopende dan tegengestelde belangen hebben: een welvarend platteland draagt bij tot de welvaart van wie in de stad aan de kost moet komen én omdat de druk op de lonen vermindert én omdat het platteland een afzetmarkt voor de producten van de stad is. Indien wij op deze wereld voldoende voedseli willen, voedseli dat tevens veilig is om te eten, milieuvriendelijk ook, dus op duurzame wijze voortgebracht, met behoud van de cultuurlandschappen en met respect voor de plattelandstradities, dan moeten wij de landbouwi organiseren en beschermen binnen de Europese markt, binnen de Westafrikaanse, de Zuidamerikaanse en andere regionale markten : want denk vooral niet dat Toscane of Dordogne, streken die we allemaal zo aantrekkelijk vinden, mogelijk zouden zijn in een vrije wereldlandbouwmarkt.
Tijd nu voor andere programmapunten.
Natuurlijk kapitaali aan grond, wateren, bossen en weiden moet worden beschermd en toegankelijk zijn voor wie ervan moet leven. Herverdelingen van de grond en landhervormingen zijn dringend nodig in heel veel landen.
Onze wereld heeft dringend behoefte aan mondiale sociale regels – de arbeidsnormeni van de Internationale Arbeidsorganisatiei bijvoorbeeld - , aan ecologische en aan democratische regels die waar nodig voorrang krijgen op financiële en economische regelgeving. Want nu beleven we de absurde situatie dat goederen, diensten en geldi rechten hebben die wereldwijd afdwingbaar zijn terwijl de rechten van de mensen en van het milieu niet afdwingbaar zijn of zelfs amper bestaan… om maar te zeggen dat we mondiaal niet enkel nood hebben aan een wereldministerie voor financiën en economiei, want dat zijn IMFi en Wereldhandelsorganisatiei eigenlijk. We hebben dan vanzelfsprekend ook mondiale ministeries nodig van sociale zaken, van arbeidi, van milieu, van veiligheidi,…
We moeten opnieuw de waarde erkennen van wat de econoom Keynes heel goed wist te duiden, dat de economiei een immense, bijna dierlijke kracht herbergt, maar dat samenleving en politiek dit dier moeten berijden en er de teugels stevig van vastnemen. Zij moeten de economiei sturen in functie van de nagestreefde maatschappelijke doelen. De weg naar meer democratie en vooral naar meer economische democratie is nog heel lang.
Er is behoefte aan mondiale inkomensherverdeling via vormen van globale sociale zekerheidi, te beginnen met een basisinkomeni voor alle wereldburgers, als een sokkel voor een mondiaal sociaal zekerheidssysteem.
Dit basisinkomeni en andere globale publieke goederen kunnen we financieren met de inkomsten uit mondiale belastingeni, een Tobin of een Spahn taks op internationale financiële verrichtingen, heffingen op fossiele brandstoffen, op kerosine onder andere; en voor fiscale paradijzen is er geen plaats meer op deze wereld.
De Verenigde Naties hebben een permanente politiemacht nodig om in te grijpen ingeval van volkerenmoord – denk aan Rwanda in 1994 – of om internationale terreur te bestrijden. Want zoiets is niet de taak van één land, dat is een opdracht voor de hele wereldgemeenschap vertegenwoordigd in de VN.
En wat zouden we dan zien? Laten we beginnen op het platteland, in vele landen zouden talloze mensen werki en inkomen hebben indien het grondbezit evenwichtig verspreid zou zijn; nog betere resultaten zouden er zijn indien dit samen gaat met een duurzaam beheer van velden, weiden, bossen en wateren; en wanneer de landbouwi inderdaad vooral op regionale schaal in West- of Zuidelijk Afrikai, Zuid-Amerika of Zuid-Aziëi uitgebouwd zal zijn – zoals wij in Europa doen – dan zal de welvaart nog groeien.
Verder én heel cruciaal, fatsoenlijk betaalde arbeidi in behoorlijke werkomstandigheden blijft hét middel bij uitstek om de kost te verdienen.
Een verstandige industrialisering die gebruik maakt van een milieuvriendelijke technologie kan wonderen doen op het vlak van de werkgelegenheid en de inkomensgroei. Vergeet trouwens niet dat de ombouw naar zonne-energie nog maar juist is begonnen.
Echte vrije handel, waarbij alle partijen hun voordeel doen, draagt daar bovenop nog bij tot de verspreiding van welvaart. Indien de transacties niet voor iedereen voordeel opleveren, spreken we beter van uitbuiting en niet langer van handel.
Is dit alles utopisch? Neen, niet in de zin van illusoir. Dit is utopisch in de zin van richtinggevend, van mobiliserend. Weet u. Wie 100 jaar geleden pleitte voor algemeen stemrecht, of voor de achturendag of voor gelijke rechten voor man en vrouw was volgens de meeste ‘weldenkende’ zogenaamde ‘realisten’ van toen naïef. Maar wie was echt naïef? Welnu, als ik mét anderen bijvoorbeeld pleit voor een mondiaal basisinkomeni voor alle wereldburgers zal dit vandaag volgens velen een naïeve utopiei zijn. Het is mijn overtuiging dat zulk basisinkomeni over enkele tientallen jaren voor iedereen de normaalste zaak hoort te zijn, net zoals het algemeen stemrecht voor man en vrouw dat nu ook is, ook al is dit nu nog niet overal gerealiseerd.
Slaagt deze beweging?
De zwaarste opdracht is niet eens zozeer de uitwerking van een programma. Nee, de grootste klip die deze beweging moet nemen is het verzamelen van de kracht om die alternatieven af te dwingen. Want de weerstand tegen verandering is enorm, er wachten vele hindernissen: er is het bestaande economische systeem, er zijn de vele kortzichtige economische en financiële spelers, verblinde en slechte politici, de complexiteit van onze ‘moderne’ wereld, de verlokkingen van extreem nationalisme en fundamentalisme.
En toch is deze beweging potentieel heel sterk, toch zijn haar kansen om een tegenmacht op te bouwen die met succes het dominante economische model kan counteren misschien groter dan menigeen denkt. Bedenk dat de arbeidersbeweging er ook wat jaren voor nodig heeft gehad om alvast in de industriële wereld een herverdeling van de welvaart te forceren. Deze vernieuwde beweging is maatschappelijk veel breder en voor het eerst ook werkelijk mondiaal. Maar hoe breed ze ook is, cruciaal voor haar succes zal de rol zijn van vakbondeni en boerenbonden overal ter wereld. Zij zijn het sterkst ingeplant in de samenleving, zij hebben meest leden, zijn zelf ook het meest democratisch georganiseerd en dus gelegitimeerd. Doorslaggevend zal zijn of ze er in kunnen lukken elkaar te vinden, en of ze bovenop nog slagen in een alliantie met vooral milieubewegingen allerhande, zodat de duurzaamheidi van landbouwi en economiei voor hen vanzelfsprekend wordt.
Afwezige politici… het tij kan keren
De jongste decennia zijn politici héél afwezig geweest, zij verzaakten aan hun opdracht om het algemeen belang te bewaken. Maar deze beweging kan hen van hun blindheid genezen, deze beweging kan hen dwingen om opnieuw rekening te houden met de belangen van veel meer mensen, deze keer zelfs van alle mensen.
Trouwens, wanneer sociaal-democraten, ecologisten, flink wat christen-democraten, democratische nationalisten en sociaal liberalen in hun eigen gedachtegoed en geschiedenis grasduinen vinden zij de aanknopingspunten met deze beweging zo voor het oprapen. En wanneer zij dan hun politieke verantwoordelijkheid opnemen, dan abdiceren zij niet langer voor de economiei maar kunnen zij werki maken van de politieke vertaling van deze beweging.
Het is deze wisselwerking tussen een mondiale sociale beweging en politici die zich mondiaal organiseren die voor het noodzakelijke evenwicht kan zorgen met de economiei zodat minimale welvaart in het bereik komt van alle mensen, ons samenleven democratisch functioneert en het milieu eindelijk gerespecteerd raakt.
Wij zijn allemaal wereldburgers, lokaal en globaal
Essentieel voor de werelddemocratie is dit, in de straten van Bangalore, Seattle, Porto Alegre, Brussel, Dakar, Bangkok, Firenze, Johannesburg en tal van andere steden betogen de meest wakkere wereldburgers van de mondiale samenleving. Zij volgen hun mondiale burgerzin en geven daar inhoud aan. Samen met honderden miljoenen anderen hebben zij al begrepen wat te veel politici en te veel mensen op de huidige machtsposities in economiei, gerecht, mediai enzovoort maar heel langzaam lijken te vatten, namelijk dat wij allemaal ook wereldburgers zijn geworden.
Net zoals men er al lang achter is dat stadsstaten niet meer geschikt zijn om veiligheidi en vrede te verzekeren, komt men er nu achter dat de aanpak van oorlogen, voedselzekerheid, broeikaseffecti, internationale schuldenlasti en financieel-economische bokkensprongen thuishoort bij internationale organisaties.
En nog trager ontdekt men dat lokale overheden en gemeenschappen beter meer te zeggen krijgen en meer verantwoordelijkheid moeten kunnen dragen en nemen. Doorgaans blijken zij bijvoorbeeld de beste behoeders van de lokale natuurlijke rijkdommen.
Voor een duurzame ontwikkelingi is er dus werki aan de winkel op alle mogelijke bestuursniveaus. Lokaal en globaal denken én handelen, dat is geen slogan maar een noodzakelijkheid.
In de praktijk stapt de wereld geleidelijk aan af van de opvatting dat alleen soevereine staten het spel om politieke machti mogen meespelen. Er komt meer ruimte voor kleinere spelers binnen landen en grotere spelers op regionaal of mondiaal vlak. Dat betekent dat de wereld traag aanvaardt dat politieke problemen het best worden aangepakt en opgelost op het meest aangewezen niveau.
De democratie op wereldvlak is dus nog ver van gerealiseerd. En toch is het wereldburgerschap de onvermijdelijke toekomst, want de toename van de mondiale problemen laat ons geen andere democratische keuze. Zoals bij het begin van de twintigste eeuw doorgaans vol ongeloof werd gereageerd op de gedachte dat vrije verkiezingen en algemeen stemrecht nog die eeuw de wereld zouden veroveren, zo staan we nu aan de vooravond van het wereldburgerschap, van een heus wereldparlement, van een wereldregering. In de loop van de eenentwintigste eeuw komen ook die democratiseringen er hoogstwaarschijnlijk aan en worden we echte wereldburgers, hoe talrijk ook degenen zijn die daar vandaag niet in geloven.
Feitelijk evolueren we naar een volledig federale inrichting van de wereld, van dorpsraad of stadsbestuur, over regionale, nationale, Europese en andere parlementen tot een heus wereldparlement waarvoor alle wereldburgers kunnen stemmen. Voorlopig nog grotendeels toekomstmuziek, maar de eerste passen in die richting zijn al geruime tijd gezet en meer passen volgen in een federaal proces dat sneller verloopt dan velen vermoeden.
Op 26 januari 2003 trekken voor het eerst tienduizenden Senegalese boeren en boerinnen naar de hoofdstad Dakar om er gezamenlijk te manifesteren. Om die unieke gebeurtenis te filmen reis ik mee met enkele bussen die vertrekken uit een dorp niet ver van waar Mbaye Gueye anderhalf jaar ervoor is gestorven. Dit maakt indruk, hoe deze mensen in beweging komen om hun regering te vertellen dat ze zich in de steek gelaten voelen, om te protesteren tegen hun uitlevering aan oneerlijke concurrentiei van gesubsidieerde landbouwproducten en aan een wereldlandbouwmarkt die mensen verarmt en zelfs verhongert, die ecologische catastrofes veroorzaakt en die hele economieën onderuit haalt. Zij vragen respect voor degenen die voor voedseli in het land kunnen zorgen, en zij willen dit kunnen doen in menswaardige omstandigheden, net zoals de boeren in de rijke landen dat kunnen. Want, dit is essentieel, wat zij vragen is heel redelijk, is doenbaar, is in het voordeel van de meeste mensen, is economisch verstandig, en is bovenal héél menselijk. Een democratische wereld kan zich niet veroorloven om de rechten van zoveel wereldburgers nog langer te ontkennen. De opbloeiende mondiale democratie, van het kleinste dorp tot de Verenigde Naties, zal degenen die hier verantwoordelijk voor zijn ter verantwoording roepen, geweldloos maar heel beslist.
Dirk Barrez
De auteur is VRT-televisiejournalist en schreef o.a. De antwoorden van het antiglobalisme. Van Seattle tot Porto Alegre (Globe / 11.11.11 / Mets en Schilt) en Ik wil niet sterven aan globaliseringi. Over leven in de 21ste eeuw’. Dat laatste boek is nu het journalistiek en educatief internetproject www.ikwilniet.org - nu Palai.be - met de gratis themabrief PALAi over globaliseringi en een forum voor al wie mee wil nadenken over een meer duurzame, sociale en democratische wereld.
Samen met jeugdschrijfster Evelien De Vlieger schreef hij De wereld, een gebruiksaanwijzing. Globaliseringi voor beginners (Globe / Jeugd en Vrede), een praktische gids (voor 14 tot 104 jaar) die in 96 pagina’s de zin en onzin van globaliseringi in kaart brengt, met verhelderende tekstblokken, grappige cartoons, cijfers, grafiekjes en een pittige vormgeving.
(1) Op de internationale financiële markten kan de ‘sfeer’ ineens zonder echte redenen omslaan van ongeremd vertrouwen in totaal wantrouwen zoals bij de Aziatische crisisi in vooral 1997-98. Dat haalde de economiei van landen als Zuid-Korea, Thailand en Indonesië grotendeels onderuit met vele miljoenen werklozen tot gevolg. De wispelturigheid die beloftevolle markten ineens omtovert in commerciële woestijnen kan een echte ondernemer die op middellange en lange termijn denkt missen als kiespijn. Hij rekent er immers op zijn investeringen in echte productie op termijn terug te verdienen in een groeiende markt en ineens beslissen irrationele en speculatieve financiële bokkensprongen daar helemaal anders over, want ineens is er op die markt amper nog iets te verdienen. Dat is dus een bedreiging voor zijn economisch veel gezonder lange termijnwinstdenken.
BETROUWBARE CIRCULAIRE ECONOMIE 4 | Wat een circulaire economie ook zal vermijden tot elke prijs – 'excusez le mot', u begrijpt meteen waarom – zijn de talloze negatieve gevolgen of effecten van de huidige economie, ook wel negatieve externaliteiten genoemd.
BETROUWBARE CIRCULAIRE ECONOMIE 3 | Wat met de eindige materialen die vandaag zo veelvuldig worden misbruikt, zowel talloze grondstoffen als fossiele brandstoffen?
BETROUWBARE CIRCULAIRE ECONOMIE 2 | Als we van niet-hernieuwbare grondstoffen moeten afblijven, moeten hernieuwbare grondstoffen en energie volstrekte voorrang krijgen. Waar mogelijk vervangen ze het gebruik van eindige materialen.
Waarom blijven beleids- en opiniemakers zo hardnekkig geloven in technologische innovatie om klimaat en andere ‘existentiële’ planetaire crises op te lossen? Die gaat niet goed samen met een ‘groene’ economie. Daarvoor is meer nodig dan redeneren en rekenen.
BETROUWBARE CIRCULAIRE ECONOMIE 1 | Zeker is, als we een stabiele, stationaire economie willen, moeten we komaf maken met de huidige éénrichtingseconomie. Die functioneert immers uiterst lineair, van grondstof tot afval.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
zie ook agro-ecologische landbouwAl te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
zie ook agro-ecologische landbouwAl te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
zie ook agro-ecologische landbouwAl te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
zie Internationaal Monetair Fonds
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
zie Internationaal Monetair Fonds
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
wie de vrije markt en niets dan de markt wil laten spelen, ziet graag zoveel mogelijk regels afgeschaft. Dereguleren hangt dus nauw samen met liberaliseren, normen en wetten zouden enkel maar hinderlijk zijn voor de vrije markt. Niemand kan beweren dat een wettendiarree zoals b.v. in België het samenleven beter maakt, al is het maar omdat vele wetten dode letter blijven. Al even dwaas is om niet de voordelen van een goede marktwerking te plukken. Maar meest dwaas is de ambitie om regelgeving en overheden volledig uit het economische leven te bannen, want dat maakt één regel dominant, dan telt enkel nog het recht van de sterkste en de rijkste. Als het om onze welstand draait, om wat we in het leven nodig hebben en belangrijk vinden, zijn het wetten die de rechten van de zwakkeren beschermen, of het nu gaat om werknemers, kleine ondernemers of zelfstandigen, consumenten, het milieu, inheemse volkeren, ja zelfs aandeelhouders.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
De huidige globalisering doet de economie bijna ongeremd buiten haar oevers treden. Ze legt haar regels van concurrentie, privatisering of commercialisering op aan samenleving, media, wetenschap en zelfs onderwijs, waar ze dikwijls meer schade dan goed aanrichten. We zien b.v. hoe de wetenschap via contractonderzoek met de industrie haar waarden van vrij onderzoek en openbaarheid verkoopt. We merken hoe de pletwals van een westerse economie en cultuur die zich overal opdringt al te dikwijls de talen, levenswijzen en culturen van vele gemeenschappen in verdrukking brengt, van nomaden die niet meer mogen rondtrekken tot oerwoudbewoners die hun bossen gekapt zien. In een poging dit culturele deficit te keren, keurde de Unesco op 20 oktober 2005 de Conventie Culturele Diversiteit goed zodat landen b.v. hun eigen filmproductie mogen ondersteunen, een forse uitzondering op het principe van vrijhandel.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingenIn nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Dit Amerikaanse energieconcern was de grootste financier van de eerste kiescampagne van president Bush junior. Wanneer Enron frauduleus failliet gaat in 2002, verliezen de mensen die er werken niet alleen hun job en daarmee hun maatschappelijke status, ze spelen ook hun spaargeld kwijt want dat zijn Enron aandelen, ze zien zelfs hun pensioenen in rook opgaan want ook die bestaan uit Enron aandelen. En wanneer ze het faillissement zien aankomen, wordt het hen zelfs verboden om hun aandelen nog voor een beetje geld te verkopen. Dat is in zeker opzicht nog erger dan slavernij, want de heer die zijn slaaf niet kon onderhouden had de plicht hem vrij te laten.
Dit Amerikaanse energieconcern was de grootste financier van de eerste kiescampagne van president Bush junior. Wanneer Enron frauduleus failliet gaat in 2002, verliezen de mensen die er werken niet alleen hun job en daarmee hun maatschappelijke status, ze spelen ook hun spaargeld kwijt want dat zijn Enron aandelen, ze zien zelfs hun pensioenen in rook opgaan want ook die bestaan uit Enron aandelen. En wanneer ze het faillissement zien aankomen, wordt het hen zelfs verboden om hun aandelen nog voor een beetje geld te verkopen. Dat is in zeker opzicht nog erger dan slavernij, want de heer die zijn slaaf niet kon onderhouden had de plicht hem vrij te laten.
Dit Amerikaanse energieconcern was de grootste financier van de eerste kiescampagne van president Bush junior. Wanneer Enron frauduleus failliet gaat in 2002, verliezen de mensen die er werken niet alleen hun job en daarmee hun maatschappelijke status, ze spelen ook hun spaargeld kwijt want dat zijn Enron aandelen, ze zien zelfs hun pensioenen in rook opgaan want ook die bestaan uit Enron aandelen. En wanneer ze het faillissement zien aankomen, wordt het hen zelfs verboden om hun aandelen nog voor een beetje geld te verkopen. Dat is in zeker opzicht nog erger dan slavernij, want de heer die zijn slaaf niet kon onderhouden had de plicht hem vrij te laten.
Dit Amerikaanse energieconcern was de grootste financier van de eerste kiescampagne van president Bush junior. Wanneer Enron frauduleus failliet gaat in 2002, verliezen de mensen die er werken niet alleen hun job en daarmee hun maatschappelijke status, ze spelen ook hun spaargeld kwijt want dat zijn Enron aandelen, ze zien zelfs hun pensioenen in rook opgaan want ook die bestaan uit Enron aandelen. En wanneer ze het faillissement zien aankomen, wordt het hen zelfs verboden om hun aandelen nog voor een beetje geld te verkopen. Dat is in zeker opzicht nog erger dan slavernij, want de heer die zijn slaaf niet kon onderhouden had de plicht hem vrij te laten.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Vormt samen met liberalisering en deregulering het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechten.De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken.Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozen hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien?Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden?Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben?Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globalisering, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
Hoe een rijk land arm wordt, dat is wat Argentinië in het begin van de 21ste eeuw aan de wereld toont. Tot ruim na de Tweede Wereldoorlog was dit land één van de rijkste van de wereld. De Argentijnen hadden het goed, ze leefden zoals wij en zelfs beter. Iedereen had werk in hun welvaartstaat met de sterkste industrie van heel Zuid-Amerika, met goede gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoer.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
zie Internationaal Monetair Fonds
Vormt samen met liberalisering en deregulering het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechten.De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken.Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozen hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien?Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden?Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben?Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globalisering, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
zie ook agro-ecologische landbouwAl te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
We denken allemaal de cijfers te kennen, maar ze blijven verbazingwekkend: de 20 % rijksten op deze wereld verdienen zowat 75 keer zoveel als de 20 % armsten. In 1960 was dat 30 maal zoveel. Het rijkste land was in 1820 drie maal rijker dan het armste, in 1913 was dat 11 maal, in 1973 al 35 maal en 72 maal in 1992. Eind vorige eeuw bezitten de drie rijkste mensen ter wereld (samen) meer dan het gezamenlijke jaarinkomen van de 43 armste landen. De huidige wereldeconomie zorgt voor groeiende inkomensongelijkheid. Het is dringend nodig om deze ongelijke verdeling van de welvaart, het sociale deficit van de globalisering, aan te pakken. Minder dan 2 % van het inkomen van de 10% rijksten volstaat om alle mensen ter wereld minstens aan één dollar per dag te helpen.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Als de wereld wil opschieten richting duurzaam vervoer is het alvast nuttig om weten hoe we nu mensen en goederen vervoeren.Vind gegevens over personenverkeer en goederenvervoer.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Grootgrondbezit zorgt vooral in Latijns-Amerika maar ook in andere continenten voor miljoenen landlozen en berooft hen van werk en inkomen. Meestal wordt de grond gebruikt voor exportgewassen die op de wereldmarkt belanden. Bewegingen van landlozen ijveren voor de verdeling van de grond om armoede en ongelijkheid te bestrijden. De meest bekende landlozenbeweging is MST uit Brazilië.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
zie ook agro-ecologische landbouwAl te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
zie ook agro-ecologische landbouwAl te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingenIn nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Het basisinkomen is een inkomen dat iedereen individueel krijgt, van de geboorte tot de dood, onvoorwaardelijk.Waarom? Omdat alle mensen recht op waardig leven hebben. Dat is in mondiaal perspectief wellicht het belangrijkste pro-argument.
Het basisinkomen is een inkomen dat iedereen individueel krijgt, van de geboorte tot de dood, onvoorwaardelijk.Waarom? Omdat alle mensen recht op waardig leven hebben. Dat is in mondiaal perspectief wellicht het belangrijkste pro-argument.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
zie ook agro-ecologische landbouwAl te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Het basisinkomen is een inkomen dat iedereen individueel krijgt, van de geboorte tot de dood, onvoorwaardelijk.Waarom? Omdat alle mensen recht op waardig leven hebben. Dat is in mondiaal perspectief wellicht het belangrijkste pro-argument.
Volgende artikels en boek maken wegwijs in de kracht van utopie BOEK Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving (2008)
Het basisinkomen is een inkomen dat iedereen individueel krijgt, van de geboorte tot de dood, onvoorwaardelijk.Waarom? Omdat alle mensen recht op waardig leven hebben. Dat is in mondiaal perspectief wellicht het belangrijkste pro-argument.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
zie ook agro-ecologische landbouwAl te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingenIn nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C.Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers vrezen voor een extra opwarming en voor klimaatverandering.Ze raken ervan overtuigd dat vooral industrie, verwarming, vervoer en dus de mens – die overmatig veel steenkool, olie en gas verstookt - verantwoordelijk zijn voor die extra broeikasgassen.En ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones.Om dit risicogedrag, het grootste ecologische deficit van de huidige globalisering, tegen te gaan is er het Kyoto Protocol dat de uitstoot van broeikasgassen beperkt en inwerking trad in 2005. Maar het is bijna zeker onvoldoende en dus maar het begin van een adequaat antwoord.www.ipcc.chzie ook klimaatverandering
Nog altijd torsen ontwikkelingslanden en andere landen allemaal samen een enorme buitenlandse schuld. Landen als Indonesië, India, Mexico en Argentinië moeten ruwweg een vijfde van hun handelsinkomen ophoesten voor de afbetaling van die schuld; Peru besteedt daar ruwweg een vierde aan, Ecuador, Hongarije, Bulgarije en Colombia besteden daar ruwweg een derde aan; Uruguay, Boeroendi, Guinee-Bissau, Turkije en Kazakstan zien om en bij veertig procent van hun handelsinkomen daaraan opgaan en Brazilië maar liefst 45 procent.De voorbije vijfendertig jaar hebben vele landen een ontzagwekkende schuldenlast opgebouwd. Die schuldenberg is voor een deel veroorzaakt doordat ze maar bekaaid uit de internationale handel komen. Wie steeds minder geld krijgt voor zijn waar, kan maar moeilijk de eindjes aan elkaar blijven knopen, moet dan maar de gespaarde reserves aanspreken en ten slotte in het rood gaan.Toch is die dalende ruilvoet niet de enige oorzaak voor de enorme schuldenlast van de ontwikkelingslanden. Men mag niet vergeten dat er ook heel wat geleend geld gegaan is naar dure investeringsprojecten die weinig of niets opbrengen. Zo heeft de Ingastuwdam in Kongo bijvoorbeeld handenvol geld gekost, maar die produceert amper elektriciteit, en erger nog, er waren betere alternatieven. De wereld staat jammer genoeg vol van die peperdure, nutteloze ‘witte olifanten’ waaraan duur geleend geld is opgegaan.Veel geleend geld is ook gespendeerd aan militair tuig. En militaire uitgaven zijn, economisch bekeken, zowat de minst productieve uitgaven. Maar alles kan altijd nog erger. Niet te verwaarlozen zijn de sommen die allerhande dictators en andere corrupte figuren in eigen zak hebben gestoken. Zo bleek dat gewezen president ‘Baby Doc’ Duvalier van Haïti in 1981 van een IMF lening van tweeëntwintig miljoen dollar, na twee dagen al twintig miljoen dollar voor zichzelf had afgehaald. Hoe konden de vroegere dictators Mobutu, van toenmalig Zaïre, en Marcos, van de Filippijnen, hun miljardenfortuin opbouwen? Hoe zijn vele machthebbers van de vroegere communistische landen immens rijk geworden in de jaren negentig van vorige eeuw?Verder moet zeker de rol van de stijgende rentevoeten in de jaren tachtig aangestipt worden. Die maakte de aflossing van de schuld heel wat zwaarder – er moet nog veel meer geld terugbetaald worden – en dat veroorzaakte mede de explosie van de schuldenlast. Ook dat is geld dat zeker niet naar maatschappelijke behoeften kan gaan.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Zelfs de Aziatische tijgers blijken niet ongenaakbaar. De Aziatische crisis van 1997 treft hen zwaar. Ineens blazen de mondiale financiële markten het vertrouwen op in wat ze steeds als wondereconomieën hebben aangeprezen, het geld vlucht massaal weg en de munten kelderen in waarde. Het door het Internationaal Monetair Fonds opgedrongen beleid maakt de zaken nog erger. In goed een half jaar verliezen alleen al in Zuid-Korea, Thailand en Indonesië 15 tot 20 miljoen mensen hun werk en inkomen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.