Dubai verdient goed aan oorlog tegen terreur
Elke morgen is het razend druk in Terminal Twee van de luchthaven van Dubai, één van de Verenigde Arabische Emiraten. De Golfstaat is de belangrijkste commerciële doorvoerhaven in de wereldwijde strijd tegen de terreur. Goederen en mensen op weg naar Afghanistan en Irak vinden er een ideale hub. Bedrijven die als onderaannemers werken voor de Amerikaanse militairen sturen hun materiaal en arbeiders nodig voor de heropbouw van de oorlogsgebieden bij voorkeur via Dubai. De luchthaven is al jaren een populaire bestemming voor de grote commerciële luchtvaartmaatschappijen. Daar nemen maatschappijtjes als African Express, Al Ishtar en Jupiter de taak over en vliegen naar Bagdad, Mosoel en Kaboel. De meerderheid van de passagiers zijn Irakezen en Afghanen, maar meer en meer ook goedkope arbeidskrachten uit India en de Filipijnen.
In de zeehaven van Jebel Ali, het kroonjuweel van Dubai Ports World (DPW), een havenbedrijf in handen van de overheid, zijn de Amerikaanse oorlogsschepen vaste gasten. Maar net nu is in de VS heftige beroering ontstaan toen bekend raakte dat DPW de Britse havenexploitant P&O heeft overgenomen. P&O exploiteert al zes grote havens in de VS en heeft net een nieuw contract op zak om tot 2010 militair materieel te verschepen in de Texaanse havens Beaumont en Corpus Christi.
Schrijf in op de PALA nieuwsbrief
verschijnt maximaal 2 maal per maand
een journalistieke kijk op onze globaliserende wereld
Hoe is de wereld eraan toe? Waar moet het naartoe? Hoe geraken we daar?
PALA zoekt met haar nieuwsbrief, website en boeken de antwoorden voor een meer sociale, ecologische en democratische samenleving en economie