Een ander beleid is mogelijk: kijk wat Kerala doet
dinsdag, 13 januari 2009 - 20:06
Kerala is een Indiase deelstaat, maar zou met zijn ongeveer 35 miljoen inwoners een middelgroot land zijn. Wat Kerala de wereld vooral te bieden heeft, is hoe je met beperkte middelen toch ontzettend veel menselijk welzijn kan bereiken. Het is een schitterend advies in tijden financiële en economische crisis.
Zo is het analfabetisme in Kerala het kleinst van al. Meer dan negentig procent van de bevolkingi kan lezen en schrijven, voor heel India is dat slechts twee op de drie.
En terwijl chronische hongeri de Indiërs even hard blijft treffen als de inwoners van zwart Afrikai, toont alweer Kerala dat het anders kan. De kindersterfte is er met zestien doden per duizend geboorten net de helft van het Indiase gemiddelde. Deels heeft dit te maken met een door de overheid sterk uitgebouwde gezondheidszorg. Die staat met onder andere 160 hospitaalbedden per 100.000 inwoners aan de top. Maar de bloeiende economiei verklaart nog veel meer. Na het toeristische Goa is Kerala ook economisch altijd bij de snelst groeiende deelstaten, soms zelfs de snelst groeiende. Dat is te verklaren omdat het niet alleen goed presteert in de successectoren informatietechnologie, diensten en toerisme. In Kerala schrijven ook de kleinschalige landbouwi en industrie succesverhalen. De belangrijkste reden daarvoor is de succesvolle politiek van landverdeling en landhervorming, ondanks tegenkanting van het nationale niveau. Die hervorming heeft de oude machtsverhoudingen en de ermee samenhangende ongelijkheid grotendeels gebroken. Sterke en duurzame investeringen in onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur leverden de andere fundamenten voor het Kerala-model.
Afbeelding
Schrijf in op de PALA nieuwsbrief
verschijnt maximaal 2 maal per maand
een journalistieke kijk op onze globaliserende wereld Hoe is de wereld eraan toe? Waar moet het naartoe? Hoe geraken we daar?
PALA zoekt met haar nieuwsbrief, website en boeken de antwoorden voor een meer sociale, ecologische en democratische samenleving en economie
Het grote geluk van Kerala is wellicht dat het deze politiek al is beginnen voeren in de jaren zestig en zeventig van vorige eeuw. Dat was voor de neoliberale storm begon te woeden die in vele andere landen dit soort investeringen een halt toeriep. Zo heeft de wereld een kwarteeuw verloren op de weg naar een duurzame ontwikkelingi. Maar het is natuurlijk nooit te laat om het voorbeeld van Kerala te volgen, zeker niet nu het falen van dat neoliberalisme overduidelijk is voor bijna iedereen. (DB)
1 WAAR MOET HET NAARTOE? Tal van systeemcrises roepen om een dringende aanpak maar politiek blijft in gebreke. Gelukkig kunnen ook samenleving en bedrijven in actie komen. Dan is de sleutelvraag: waar moet het naartoe met de economie want die is veel breder dan doorgaans aangenomen.
De Europese vakbonden willen een voor de werknemers eerlijker Europa en bepleiten een vernieuwd Sociaal Contract voor Europa. Hebben ze de kracht daarvoor?
POLITIEKE DWAASHEDEN 7. In 1961 wil de VS een mens op de maan krijgen vóór het einde van het decennium. Acht jaar later lukt dat al. Dat is de kracht van door overheid gestuurde technologie.
Welke politiek voeren om de industrie in Europa klimaatneutraal te maken? Welke industriële strategie is er nodig om zulke transitie te doen slagen in de komende dertig jaar? Welke instrumenten heeft een overheid daarvoor te beschikking?
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord). 185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden. Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten. Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen. Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding. Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken. Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld. De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.