Einde Multivezelakkoord dramatisch voor Afrikaanse textielindustrie
woensdag, 23 augustus 2006 - 17:24
Volgens een rapport van de Internationale Federatie van Textielarbeiders (ITGLWF) is het einde van het Multivezelakkoord vooral in Afrikai hard aangekomen. Sinds januari 2005 zouden al 250.000 banen verloren zijn gegaan in de Afrikaanse textielindustrie, waarbij ruim een miljoen gezinsleden werden getroffen. De meeste textielbedrijven sloten de deuren of ontsloegen arbeiders in Lesotho, Zuid-Afrikai, Swaziland, Nigeria, Ghana, Mauritius, Zambia, Madagaskar, Tanzania, Malawi, Namibië en Kenia. De internationale textielvakbond roept de Afrikaanse regeringen op om dringend efficiënte maatregelen te nemen ter bescherming van de textielsector. Nieuwe investeringen moeten het tij keren en wetten zouden moeten zorgen voor een betere bescherming van de rechten van de arbeiders. Het Multivezelakkoord (MFA) ging van start in 1974 en was oorspronkelijk bedoeld om de grootste textielmarkten (VS, Canada en EUi) te beschermen tegen goedkope import uit de nieuw opkomende industrielanden van Aziëi. Het quotasysteem zette de grote Aziatische textielproducenten ertoe aan te investeren in onder meer Afrikaanse landen om aldus te ontsnappen aan de beperkingen van het MFA. Een land als Lesotho kon hier sterk van profiteren vooral sinds het een gunstig exportregime wist te bedingen met de VS. De 56.000 banen in de lokale textielindustrie waren zo goed als de enige industriële werkgelegenheid in het kleine land. Bijna alle textielbedrijven zijn er in handen van Aziatische multinationals. Sinds het MFA onder druk van de Wereldhandelsorganisatiei werd opgeheven, is het voor de Aziatische textielbedrijven opnieuw interessanter én goedkoper om in eigen land te produceren. Met massale werkloosheid in Afrikai als direct gevolg. Het probleem is dat de meeste landen heel kwetsbaar zijn en er nauwelijks alternatieven voor handen zijn. De Economische Commissie voor Afrikai van de VN vindt dat Afrikaanse landen moeten investeren in gespecialiseerde textielproducten.
Woord in de kijker: internationale kaderovereenkomst
Mondiale overeenkomst tussen een multinationaal bedrijf en de internationale vakbond. Daarmee willen de vakbonden de sociale rechten van werknemers afdwingen overal waar een internationale groep actief is in de wereld. Het is niet meer dan logisch dat, wanneer een nationale economie vraagt om nationale akkoorden, een mondiale economie mondiale akkoorden nodig heeft. Concreet beogen zulke akkoorden minimale arbeidsomstandigheden in te voeren of ze te verbeteren zowel in de eigen bedrijfsafdelingen van een multinational als bij de onderaannemers; ze willen respect voor de sociale normen van de Internationale Arbeidsorganisatie; ze betrachten rechtvaardige lonen- en arbeidsvoorwaarden, veilige en hygiënische arbeidsomstandigheden en ze willen de rol van de vakbond in de multinational versterken. Om die doelstellingen te bereiken, verwijzen alle internationale kaderovereenkomsten naar de fundamentele arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie en hebben ze altijd betrekking op alle ondernemingen van de betrokken multinational wereldwijd. Ze zullen er ook sterk op hameren dat de multinational haar onderaannemers zal wijzen op het belang van het naleven van de fundamentele arbeidsnormen en dat niet-naleving kan leiden tot een sanctie, namelijk het verbreken van het toeleveringscontract. De jongste jaren hebben vakbonden internationale kaderovereenkomsten gesloten met bedrijven als Accor, Carrefour, Danone en France Telecom uit Frankrijk, H&M, Ikea en Securitas uit Zweden, Metro en Volkswagen uit Duitsland, Statoil uit Noorwegen, Endesa en Telefonica uit Spanje en Umicore uit België. Opvallend is dat er slechts weinig bedrijven bij zijn die hun hoofdkwartier niet in Europa hebben. Uit Canada is er Quebecor, uit Zuid-Afrika Nampak en uit Australië NAG, niet meteen de meest bekende bedrijven.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
zie Europese Uniezie ook Europees model
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.