Fair Trade in Europa in 2005: grote groei én donderwolken voor traditionele Fair Trade beweging
woensdag, 10 mei 2006 - 12:09
Zaterdag is het de Internationale Dag van de Fair Tradei, vorige zaterdag vierden de Belgische wereldwinkels hun 35 jaar. Fair Tradei groeit overal, ook in de landen van het Zuiden. Maar Europa zou toch goed zijn voor tweederde van deze wereldhandel. Die Europese eerlijke handeli is in volle expansie, althans volgens een rapport van de sector zelf. Er zijn jammer genoeg fouten in geslopen. We proberen ze te ontwijken. Sinds 2000 bedraagt de jaarlijkse groei telkens meer dan twintig procent. In Europa zijn er nu 79.000 verkoopspunten voor producten uit eerlijke handeli. De omzet bedraagt ruim 660 miljoen euro, 154 procent meer dan vijf jaar geleden. Een kleine 3.000 wereldwinkels verkopen voor zowat 120 miljoen euro. De grootste groei komt van de 57.000 supermarkten die Fair Tradei producten verkopen. En wat zijn de marktaandelen? Voor koffie is het Verenigd Koninkrijk koploper met 20 procent (een cijfer dat volgens een criticus echter geen rekening houdt met het dominante aandeel van oploskoffie in dat land), gevolgd door Zwitserland met 6 en Oostenrijk met 2,3%. Voor bananen is het Fair Tradei aandeel in Zwitserland nu gestegen tot 47%, ver daarna volgen het Verenigd Koninkrijk met 5,5 en Finland met 5%. België haalt 1,7% voor koffie en 4% voor bananen (de cijfers voor België zouden volgens een insider zwaar onderschat zijn), voor Nederland zijn de recente cijfers niet bekend. Een groeiende markt? Jawel, maar ook een markt in volle evolutie. De eigen invulling door grote voedingsgroepen van het concept Fair Tradei is een zware uitdaging voor de traditionele Fair Tradei beweging.
Vreemd toch, de manier waarop we met onze wereld omgaan. We doen amper iets aan het broeikaseffect, ook al beseffen we best dat het een ernstige bedreiging is voor ons ruimteschip aarde.
Mbaye Gueye is een Senegalese jongen van 17, wat zwakjes én levenslustig, wanneer ik hem bij het filmen van de televisiereportage ‘Het gezicht van de honger’ leer kennen. Drie maanden later zou ik hem opnieuw ontmoeten maar… twee dagen tevoren is hij overleden. Waarom vertel ik dit? Omdat hier globalisering aan het werk is.
Voor acht uur uit bed en zeker om negen uur aan het schrijven, de hele dag lang, hele avond, halve nacht, om vier uur 's nachts in bed en de volgende morgen alweer om negen uur voor het scherm zitten. Zo gaat dat maar door, een week lang. Ik moet het nu wel toegeven, dit loopt wat de spuigaten uit.
Begin jaren zeventig introduceerde de Internationale Arbeidsorganisatie de term ‘informele sector’ om de activiteiten te beschrijven van de werkende armen: ze werken erg hard maar hun werk is niet erkend, geregistreerd, beschermd of geregeld door één of andere overheid. De meeste zijn te vinden in ontwikkelingslanden. In 2002 schat de IAO het aantal werkende armen in de wereld op 530 miljoen: zij verdienen niet genoeg om hun gezin aan een inkomen te helpen van één dollar per gezinslid. Maar ook in rijke landen, zeker in bv. Italië of België, bestaat het fenomeen van de onofficiële economie. Dan praten we over het woekerende zwartwerk en de verdoken productie in bijvoorbeeld illegale kledingateliers, de bouw, horeca, tuinbouw en fruitpluk, of de transportsector. In die informele sectoren van zowel de arme als de rijke landen liggen de lonen of wat daarvoor moet doorgaan bijna altijd veel lager. Wie daar moet werken is gelukkig als hij min of meer kan rondkomen, want meestal levert dat werk niet genoeg op om van te leven. En daar moet nog bij verrekend worden dat er van werkzekerheid zelden sprake is, evenmin als van sociale zekerheid. Voor pensioenen, ziekte, werkloosheid is niets geregeld, om van vakantiegeld of kinderbijslag maar te zwijgen. Het fenomeen dat iemand wel werk heeft maar te weinig verdient om fatsoenlijk te leven, beperkt zich echter niet tot die informele arbeidssectoren. Vooral in de Verenigde Staten is de jongste jaren het aantal onderbetaalde formele banen fors gegroeid. Bijna iedereen kan er aan werk geraken, maar met die lage salarissen blijft men ruim onder het levensminimum hangen. En het gaat hier om miljoenen jobs.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.