Iran treedt hard op tegen onafhankelijke vakbond van buschauffeurs
woensdag, 29 november 2006 - 16:46
Op zondag 19 november werd Mansour Osanloo door leden van de Iraanse geheime dienst op brutale wijze gearresteerd in het oosten van Teheran toen hij samen met twee collega’s op weg was naar een vergadering op het ministerie van Arbeidi. Osanloo is de bekende leider van de onafhankelijke vakbond van buschauffeurs bij het Openbaar Busbedrijf van Teheran en Omgeving (‘Sherkat-e Vahed’). In vakbondskringen kreeg hij al de bijnaam ‘Lech Walesa van Iran’. De regering van president Ahmadinejad stuurt duidelijk aan op een harde confrontatie met de arbeiders die opkomen voor vakbondsrechten. Vorig jaar werden de miljoenen inwoners van de Iraanse hoofdstad voor het eerst geconfronteerd met een grootschalige staking van de buschauffeurs. Zij eisten een menswaardig loon en vooral het recht op vrije vakbondeni. In Iran zijn alleen de officiële en regeringsvriendelijke vakbondeni toegelaten. De reactie van het islamitische regime liet niet lang op zich wachten: honderden stakers werden gearresteerd en opgesloten in de beruchte Evin-gevangenis. Anderen werden geïntimideerd of kregen maandenlang geen loon uitbetaald als sanctie. Van het platteland werden werkloze chauffeurs naar Teheran gehaald als stakingbrekers. Vakbondsleider Mansour Osanloo bracht 8 maanden door in de gevangenis en werd pas in augustus op borg vrijgelaten, nadat een internationale solidariteitscampagne op zijn vrijlating had aangedrongen. Eind november zou hij zich opnieuw voor een rechtbank moeten verantwoorden, maar zo ver is het dus niet gekomen. Overal ter wereld – ook in de islamitische wereld – dringen vakbondeni aan op de onmiddellijke vrijlating van Osanloo, die ondertussen ook door Amnesty International werd erkend als ‘gewetensgevangene’.
Wie iets uitvindt, kan daar een patent of octrooi voor krijgen, meestal voor zowat twintig jaar. In die periode heeft alleen de uitvinder het recht om de vruchten te plukken van die uitvinding, als een vergoeding voor de geleverde inspanningen. Dat lijkt fair maar die periode is zo lang dat er dikwijls superwinsten kunnen worden gemaakt, vele malen meer dan de investeringskost. Farmaceutische bedrijven en ook heel wat softwarebedrijven behoren niet toevallig tot de meest winstgevende. Die winsthonger kan vele mensenlevens kosten, denk bijvoorbeeld aan de weigering van bedrijven om de prijzen voor hun aidsmedicijnen in vele ontwikkelingslanden te laten zakken. De gecreëerde monopolies riskeren ook vernieuwingen in de samenleving te blokkeren. Zeker in het geval van computerprogramma’s vormen zogenaamde sotwarepatenten een rem op innovatie en zijn deze nadelen veel duidelijker dan de voordelen. Vandaar de opkomst van de beweging voor opensource software. Daarmee belanden we bij nog een andere kritiek: er kan gewoonweg veel te veel gepatenteerd worden. Nu zijn zelfs patenten mogelijk op het leven zelf, op stukjes plant, dier of mens. Biotechnologische en farmaceutische bedrijven hebben de jacht geopend op genen of stukken van genen waarvan ze denken dat ze die nuttig kunnen gebruiken, en waarmee ze dus geld hopen te verdienen. Bekend is het verhaal van Myriad Genetics dat in 2001 het octrooi verwerft op een borstkankergen. Volgens het bedrijf mogen de borstkankertests alleen nog in de VS worden gevoerd… en dan moeten vrouwen tien keer meer betalen. Zo bedreigen stijgende kosten onze gezondheidszorg en de solidariteit waarop zij steunt; ze halen het principe onderuit dat iedereen recht heeft op de beste gezondheidszorg. Vandaar de fundamentele vraag: kan de genetische rijkdom van planten, dieren en menselijk leven wel geprivatiseerd worden – want daar draait het om bij dit soort patenten - of is dit alles gemeenschappelijk eigendom van de mensheid? Tot waar reikt het privé belang, en waar begint het algemeen belang? Die discussie is hard nodig.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.