Vrijheid van meningsuiting en vergadering aan banden in Tunesië
woensdag, 2 mei 2007 - 13:49
De Tunesische autoriteiten hebben de voorbije maanden duidelijk aangetoond dat de vrijheid van meningsuiting en vergadering aan zware beperkingen onderworpen zijn. Journalisten die voorzichtige kritiek durven te uiten op het autoritaire bewind van president Ben Ali ondervinden al jaren intimidatie en zelfs gevangenschap. Ook onafhankelijke verenigingen die de mensenrechteni verdedigen, zoals de Conseil National pour les Libertés en Tunisie (CNLT), kunnen al jaren geen openbare vergadering meer houden zonder door de politie te worden lastiggevallen. Het nieuwste repressiemiddel van de overheid is het systematisch blokkeren van de toegang tot websites voor de eigen burgers. Hiermee volgt Tunesië het voorbeeld van landen als Chinai, Thailand en Egypte die hiermee al veel ervaring hebben, soms met medewerking van internetgiganten Google en Yahoo. Omar Mestiri is de uitgever van de online oppositiekrant Kalima en de website voor de uitwisseling van videobestanden Dailymotion. Aangezien Tunesië geen vrije pers kent, groeide Mestiri’s website al snel uit tot een unieke bron van ongecensureerde informatie. Sinds 1 april hebben de Tunesische internetaanbieders op bevel van de overheid de toegang tot de website afgesloten. De uitgever hangt een proces boven het hoofd dat kan leiden tot een veroordeling van drie jaar gevangenisstraf. Mensenrechtenorganisaties en mediawaakhond Reporters sans Frontières (RSF) hebben al krachtig geprotesteerd tegen deze nieuwe inperking van het recht op vrije meningsuiting en wat ze de ‘paranoïde houding’ van de Tunesische regering noemen. In april 2005 werd advocaat Mohammed Abbou tot drie en een half jaar veroordeeld omdat hij een kritisch artikel op het interneti had geplaatst. Zelfs familieleden van journalisten worden geïntimideerd om druk uit te oefenen. Eind april werd in de stad Sousse een gesloten vergadering van de lokale afdeling van Amnesty International onmogelijk gemaakt door het ingrijpen van de politie. Vorig jaar werd de voorzitter van AI-Tunesië al eens enkele uren opgepakt en een buitenlandse gastspreker werd het land uitgezet. Volgens een recente toespraak van president Ben Ali “misbruiken organisaties van de civiele samenlevingi het recht vrij te vergaderen om de staat te ondermijnen en buitenlandse belangen te dienen”.
Coöperaties zorgen voor meer jobs dan multinationals. En ze presteren beter als het er op aan komt de duurzame economie te creëren die we nodig hebben.
Je hoeft maar tot in Zwitserland te reizen om een land te ontdekken waar niet Carrefour, Aldi of Lidl de grootste supermarktketens zijn, maar wel Migros en Coop. Dat zijn allebei coöperatieve bedrijven: Coop begon als klassieke coöperatie, Migros is gestart en kende succes als een naamloze vennootschap. Tijd voor deel 2 van onze zoektocht naar de kampioenscoöperaties.?
In de jaren 1991-1995 veroorzaakt het pamflet 'De Val der Engelen' een uiterst geanimeerd debat over zin en onzin van NGO-hulp en over de opdracht van die Niet-Gouvernementele Ontwikkelingsorganisaties. Dat boek blijft zowel een referentie als relevant voor een debat dat eigenlijk nooit is opgehouden.
Voor wie het niet breed heeft, helpen alle kleintjes. Kinderen van veetelers en landbouwers kunnen al gauw een helpende hand uitsteken. In de beperkte plant- en oogstperiodes valt daar zelfs wat voor te zeggen, want hoe meer werkende handen in die periodes, hoe minder honger. Niet toevallig is oogstmaand augustus bij ons een vakantiemaand. Of kinderen gaan al heel jong uit werken en zorgen zo voor een deel van het gezinsinkomen. Dat houdt hen weg van school en vergooit hun toekomst. Het is waar, deze kinderarbeid is verboden. Maar dat verbod handhaven is geen mondiale prioriteit. In een economie die overal op zoek gaat naar de goedkoopste en meest onbeschermde werkkracht is kinderarbeid dan een beschamend bijproduct van globalisering. Leren verplicht maken en zorgen voor voldoende scholen en leerkrachten is een prima middel om de kinderen naar school te krijgen en komaf te maken met kinderarbeid. En waarborgen dat de ouders over voldoende inkomen beschikken is het tweede deel van de oplossing.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
De derde industriële revolutie, gekenmerkt en ondersteund door de informaticarevolutie - met Internet als exponent -, brengt de globalisering in een stroomversnelling. Die revolutie leidt ertoe dat financiële en economische activiteiten zich op grotere schaal en zelfs op wereldschaal afspelen.Opvallend is dat ook de antiglobaliseringsbeweging voor haar verzet dankbaar gebruik maakt van het gemak dat Internet biedt om te communiceren en te mobiliseren. Zonder Internet kon deze beweging haar strijd tegen de Multilaterale Overeenkomst over Investeringen (MAI) niet winnen en konden Seattle of het Wereld Sociaal Forum niet zo makkelijk hun mondiale bekendheid verwerven.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.