Conferentie over Handel en Ontwikkelingi van de Verenigde Naties, daarvan is Unctad de Engelse afkorting. Ooit een forum dat wereldwijde aandacht trok voor de discussie over de verhoudingen tussen Noord en Zuid en over de noodzaak van een nieuwe, rechtvaardige internationale orde. We zijn nog altijd op zoek naar die orde, maar de stem van Unctad krijgt maar weinig aandacht meer.
Hoe dan ook loopt van 20 tot 25 april in Accra (Ghana) Unctad XII, de twaalfde Conferentie over Handel en Ontwikkelingi. ‘Kansen en uitdagingen van globaliseringi voor ontwikkelingi' is het thema. Toegegeven, dat is een passe-partout titel die al heel déjà vu klinkt. Veel kans dat het de zoveelste mondiale bijeenkomst is die de wereld niet echt vooruithelpt.
Maar even goed: nu de wereld zware financiële en economische koortsen heeft, is er meer dan ooit grote nood aan een ernstig mondiaal sociaal-economisch beleid. Hopelijk raken de dames en heren in Accra voorbij de modewoorden van de tijd. Hopelijk slagen ze er echt in fundamenten - al was het maar een begin daarvan - te leggen van een globaliseringi die de levensstandaardi opkrikt van de miljarden die nu uit de boot vallen en om een duurzame ontwikkelingi te verzekeren. Want dat is toch de officiële bedoeling.
Afbeelding
Schrijf in op de PALA nieuwsbrief
verschijnt maximaal 2 maal per maand
een journalistieke kijk op onze globaliserende wereld Hoe is de wereld eraan toe? Waar moet het naartoe? Hoe geraken we daar?
PALA zoekt met haar nieuwsbrief, website en boeken de antwoorden voor een meer sociale, ecologische en democratische samenleving en economie
Minstens één inschatting speelt hen parten. Ze willen de aandacht richten op wie veel te weinig verdient om rond te komen. VN secretaris-generaal Ban Ki-Moon spreekt bijvoorbeeld van het onderste miljard mensen. Waarom men altijd over de ‘onderste' laag spreekt indien men de mensen met het kleinste inkomen bedoelt, blijft vreemd. Maar crucialer is die andere bedenking: het is vooral onzin om zich te concentreren op de armen zonder de relatie te leggen met de rijken en met hoe de welvaart in onze wereld wordt gecreëerd en verdeeld. De secretaris-generaal fietst in een boog omheen het markante falen van hoe de wereld nu zijn handel, zijn economiei en zijn financiën regelt.
klik hier voor website van de twaalfde Unctad conferentie over Handel en Ontwikkelingi
Begin jaren zeventig introduceerde de Internationale Arbeidsorganisatie de term ‘informele sector’ om de activiteiten te beschrijven van de werkende armen: ze werken erg hard maar hun werk is niet erkend, geregistreerd, beschermd of geregeld door één of andere overheid. De meeste zijn te vinden in ontwikkelingslanden. In 2002 schat de IAO het aantal werkende armen in de wereld op 530 miljoen: zij verdienen niet genoeg om hun gezin aan een inkomen te helpen van één dollar per gezinslid. Maar ook in rijke landen, zeker in bv. Italië of België, bestaat het fenomeen van de onofficiële economie. Dan praten we over het woekerende zwartwerk en de verdoken productie in bijvoorbeeld illegale kledingateliers, de bouw, horeca, tuinbouw en fruitpluk, of de transportsector. In die informele sectoren van zowel de arme als de rijke landen liggen de lonen of wat daarvoor moet doorgaan bijna altijd veel lager. Wie daar moet werken is gelukkig als hij min of meer kan rondkomen, want meestal levert dat werk niet genoeg op om van te leven. En daar moet nog bij verrekend worden dat er van werkzekerheid zelden sprake is, evenmin als van sociale zekerheid. Voor pensioenen, ziekte, werkloosheid is niets geregeld, om van vakantiegeld of kinderbijslag maar te zwijgen. Het fenomeen dat iemand wel werk heeft maar te weinig verdient om fatsoenlijk te leven, beperkt zich echter niet tot die informele arbeidssectoren. Vooral in de Verenigde Staten is de jongste jaren het aantal onderbetaalde formele banen fors gegroeid. Bijna iedereen kan er aan werk geraken, maar met die lage salarissen blijft men ruim onder het levensminimum hangen. En het gaat hier om miljoenen jobs.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Vele generaties lang steunt onze levensstandaard vooral op wat we zelf voortbrengen, meestal als landbouwer, en op wat de lokale economie aan extra welvaart te bieden heeft. De inbreng van de verdere buitenwereld was gering tot verwaarloosbaar. Globalisering brengt ons talrijke producten uit de hele wereld en leidt doorgaans tot een hogere levensstandaard. Maar die opdringerige wereldeconomie doet ook lokale economieën kapseizen en bedreigt zo de levensstandaard van vele mensen die hun inkomen en werk zien verdwijnen.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.