Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie.
Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders, zoals een naamloze vennootschap of ander privébedrijf, wel om de gedeelde economische, sociale, culturele en/of ecologische doelstellingen te realiseren van de coöperanten. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
In de armste landen beschikken 16 mensen op 1000 over een gsm en kunnen er 4 op internet, in de rijkste landen zijn er dat 705 en 480. Ziedaar de informatiekloof. De industrielanden bezitten meer dan 95 procent van alle patenten in de wereld. De rijke landen tellen ook ruim negen keer meer wetenschappelijke onderzoekers dan de arme. Op dat vlak tellen de armste landen vrijwel helemaal niet mee. Ziedaar de kenniskloof. In de mondiale kennissamenleving is de informatiekloof al even erg als de inkomenskloof, en de beide kloven hebben veel met elkaar te maken.