Op de redactie werken de voorbije jaren jonge Europese vrijwilligsters. Meestal keren ze niet terug, niet naar Servië, niet naar Italië, al zeker niet naar Spanje waar meer dan de helft van de werkzoekende jongeren geen job vindt. Maar de Europese Unie is niet gemaakt om jongeren geen toekomst te geven, neen, ze is er gekomen om telkens nieuwe generaties maximale kansen te bieden op een goed leven. En als het huidige Europa dat niet kan, moeten we een beter bouwen.
De uitreiking op 10 december van de Nobelprijs voor de Vrede aan de Europese Unie komt wel op een heel slecht moment. Want net nu, nu vele jongeren geen werk vinden, de armoede zienderogen toeneemt, een groene economie al te ver weg blijft en de sociaal gecorrigeerde markteconomie wordt afgebroken, slaagt Europa er echt niet goed in om een vanzelfsprekend continent van welvaart te zijn, bijna minst van al in zestig jaar.
Het Europese ontwikkelingsmodel faalt soms heel zichtbaar, reis naar Zuid-Italië, rij op de snelweg richting Sicilië en kijk verbaasd hoe, ietwat hoger in de bergen, een tweede snelweg, amper enkele tientallen jaren geleden gebouwd met Europees geld, nutteloos ligt te vergaan – en dan te weten dat sommige 2000 jaar oude Romeinse aquaducten nu nog functioneren.
Neen dus, Europa doet het vandaag niet goed, zelfs heel slecht
Europa is niet sociaal als het de Europeanen niet vrijwaart van armoede, en jongeren geen toekomst weet te bezorgen in tal van landen.
Europa is niet gelukt als we geen duurzame economie op poten kunnen zetten die zo dominant is dat ze in de plaats schuift van de oude economie.
Europa slaagt er niet in zijn boeren een bestaan te verzekeren zodat zij kunnen zorgen voor ons eten op een manier die ecologisch verantwoord is en ons verzekeren van een leefbaar en aangenaam platteland, onze rustplaats in stresserende tijden.
Europa is niet democratisch wanneer het sociaal contract over een sociaal gecorrigeerde markteconomie eenzijdig wordt verbroken.
Toch is er ook die sterke aantrekkingskracht van Europa
En toch, weet dat zeker tot voor de crisis van 2008 – en ook vandaag nog - het Europese model een sterke aantrekkingskracht uitoefende op tal van mensen in de wereld, een succesvolle combinatie van krachtige economieën of welvaartsmachines gekoppeld aan sterke sociale bescherming en voorzieningen, met tal van vrijheden, en waar democratie nooit echt veraf is - of was - laat staan dat geweld en oorlog zouden regeren.
Nu zo vele zekerheden aan diggelen gaan, geplaagd als we zijn door tal van crises, de financiële, de economische, de crisis van toenemende ongelijkheid, de dreigende ecologische catastrofes waarop bijvoorbeeld ook de Doha klimaattop opnieuw geen echt antwoord biedt, de andermaal escalerende voedselcrisis – ja, de nieuwe generaties kunnen gerust zijn, saai zal hun leven niet zijn – is het nog belangrijker om ons te herinneren waarom en hoe we een sociaal en sterk Europa hebben opgebouwd.
Van crash tot succes
Meer dan tachtig jaar geleden begon met de crash van Wall Street in 1929 een nog heviger financiële crisis dan die we nu beleven. De instorting van economie en handel wereldwijd was verbijsterend, overal heersten faillissementen en werkloosheid. De samenlevingen gingen eraan kapot, en politiek moesten bijna alle democratieën baan ruimen voor dictaturen. De daaropvolgende clash van de Tweede Wereldoorlog kostte meer dan vijftig miljoen mensenlevens.
Op dat puin zijn de Verenigde Naties (VN) gebouwd, evenals het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank. Het is verstandig te begrijpen hoe onze voorouders al die verschrikkingen wilden voorkomen en bestrijden.
Om oorlog te voorkomen en vrede te handhaven was er de Veiligheidsraad van die VN.
Minstens even belangrijk was de ambitie om alle landen en volkeren in staat te stellen welvaartsmachines te construeren. Daarbij moesten IMF en Wereldbank helpen. Die welvaart was immers nodig om mensen behoorlijk te laten leven, om te voldoen aan al hun mensenrechten – ook de Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948 stamt niet toevallig uit die periode – en zo de voedingsbodem weg te nemen voor conflicten.
En met succes, als nooit tevoren in de menselijke geschiedenis is in de volgende dertig jaar de welvaart toegenomen en verspreid onder tal van mensen.
Maar meest succesvol was men in Europa: een groot deel van ons continent slaagde er als beste in om de utopie van een vrije en welvarende samenleving op basis van een sociaal gecorrigeerde markteconomie te realiseren.
De verdeling van de taart
Ook vandaag is het geen geheim dat misschien wel de belangrijkste sleutel tot dit succes schuilt in een nogal eerlijke verdeling van de taart, het idee dat wie werkt, goed zijn of haar brood moet verdienen, en dat geld en kapitaal vooral nuttig moeten zijn voor de reële economie en in functie daarvan hun beloning verdienen.
Voor een goed draaiende economie is zowel de creatie van welvaart als tegelijkertijd de verdeling ervan essentieel. Laat u nooit wijsmaken dat economie enkel om productie zou draaien, geloof nog minder de fictie dat enkel de koers van beursgenoteerde bedrijven belangrijk zou zijn. Wees sceptisch voor politici die beweren dat je pas aan verdeling kan denken als er productie is – voor iedereen overigens die argumenteert dat we slechts één probleem per keer kunnen aanpakken, dat is absurd in de complexe samenleving en economie die we kennen - geen weldenkende ondernemer trouwens die dat echt kan geloven.
De armoede marginaliseren en niet de mensen, dat was de kracht van het Europese model
Waarom niet? Omdat voldoende inkomen en dus voldoende verdeling van de koopkracht net de basisdrijfkracht vormt voor de productiekant van de economie. In rijke landen met een sterke economie ligt het loonaandeel, het stuk van de taart dat gaat naar werkende mensen, behoorlijk hoog. En dat vertaalt zich in een forse vraag naar allerlei nuttige (en minder nuttige) producten en diensten.
Hoe gelijker de verdeling van de koek, hoe groter ook de vraag naar de meest levensnoodzakelijke goederen en diensten zodat bijna iedereen menselijk kan leven… zodat we de armoede marginaliseren en niet de mensen. Wat dat betreft werkt het Duitse model niet, niet toevallig telt het land een massa werkende armen, procentueel niet zoveel minder dan de Verenigde Staten.
Wereld raakt spoor bijster en zaait kiemen crisis
De kiemen voor de huidige crisis situeren zich in de jaren zeventig van vorige eeuw. Toen werd er twijfel gezaaid over het nut van welvaartsverdeling. De sociale evidentie dat de politiek er was om de economie te oriënteren en desnoods te temmen om ze in dienst te stellen van de samenleving en de menselijke behoeften maakte plaats voor de mythen en dogma’s van het neoliberalisme: alleen de vrije markt was zaligmakend, alles moet privébezit kunnen zijn en overheden moeten vooral afwezig zijn. Volgens deze fundamentalisten kunnen we nooit genoeg liberaliseren, privatiseren en dereguleren… maar de werkelijkheid spreekt hen gruwelijk tegen.
Tientallen landen hebben de voorbije decennia ervaren hoe hard de markten kunnen falen en hebben het neoliberalisme peperduur betaald met onnodig grote economische neergang, sociale ongelijkheid en armoede…
… tot uiteindelijk ook rijke landen de hamer tegenkomen in de vorm van frauderende grootbanken die hun vrijheid misbruiken om een verwoestende financiële crisis aan te richten. Dat komt ervan als we belanden in een slechte mondialisering waarin we geld wel de wereld rond beschermen en afdwingbare rechten toekennen maar mensen die werken en het milieu niet.
We zijn toch niet vergeten hoe net de sociaaldemocratie en de christendemocratie, de vaders en moeders van de Europese sociale markteconomie, uitverkoop hebben gehouden, in België bv. van de betrouwbare overheidsbanken ASLK en Gemeentekrediet. En straks herhalen ze hier die stommiteit door Belfius te verkopen.
Daar komt de financiële storm
Wat schuilt er immers heel concreet achter de ergste financiële crisis in tachtig jaar? De harde neoliberale opvattingen hebben vooral in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten de inkomensverhouding steeds schever gemaakt. Het aantal werkende armen is er torenhoog gestegen, talloos veel mensen moeten er leven op krediet, zelfs om hun meest noodzakelijk behoeften te voldoen.
Uitval van de vraag
Het is die uitval van de vraag en de wankele economie op krediet die ermee samengaat die fundamenteel tot de financiële crisis en storm van 2008 hebben geleid.
Het is in die storm dat tal van Europese landen zich blauw hebben betaald om hun zogenaamde systeembanken te redden, waarna ze – hoe wreed kan de realiteit toch zijn - zelf in het vizier kwamen van de door hen mee losgelaten financiële markten.
Ook Europa nestelt zich hardnekkig in hetzelfde ziekbed
Vervolgens, het moet verbazing blijven wekken, nestelen de Europese landen en de Europese Unie zich met grote hardnekkigheid in datzelfde ziekbed dat zo vele mensen en samenlevingen de wereld rond al fel heeft pijn gedaan.
Zo hard besparen dat je de economische motor stillegt, kan het gekker?
Ze gaan zo hard aan het besparen dat ze land na land de economische motor stilleggen zodat, naargelang het land, de economische crisis, de bankencrisis, de huizencrisis, de werkloosheid, de armoede, de staatsschuld en/of de maatschappelijke en politieke onvrede alleen maar erger worden. Idiotie blijkt geen grenzen te kennen.
Europa heeft alle kansen om beter te doen
Toch heeft de EU, in tegenstelling tot de VS, geen handelsdeficit, en zitten de gezinnen veel minder in de schuld. Er is dus alle kans en ruimte om een verstandig sociaaleconomisch beleid te voeren dat de economie niet ondermijnt of zelfs kapot maakt, en dat de welvaartsstaat niet ontmantelt.
Onze politici hebben trouwens geen mandaat om dit fantastische bouwwerk, dat intussen al diverse generaties een levenskwaliteit garandeert waarvan onze voorouders zelfs niet konden dromen en waarvan miljarden mensen dat vandaag nog niet kunnen, tegen de grond te smijten.
Juist om haar heel nuttige rol voor de economie, is het zelfs politieke en economische nonsens om de welvaartsstaat aan te tasten. Want net een sterke sociale zekerheid en bescherming zorgen ervoor dat de koopkracht bij crisis niet overmatig instort en beschermen zo ook de economie.
En ze geven mensen het vertrouwen, de kracht, de middelen en de middelen om een nieuwe plek in de economie en de samenleving te verwerven, en mee te helpen aan de oplossingen voor al die uitdagingen die op ons wachten.
Elke economie die sociaal wil zijn, zal ook ecologisch moeten zijn
Maar dit is onvoldoende. We moeten nog inzoomen op de enorme ecologische uitdaging die op ons wacht. Elke economie die sociaal wil zijn, zal tegelijkertijd ook ecologisch moeten zijn. Zo niet wurgen wij onze samenleving en ons bestaan met een anti-economie die haar grootste kapitaal, de aarde, vernietigt.
Klimaatverandering begroeten met nog feller te boren naar gas, olie en steenkool, klinkklare nonsens toch?
Dat iedereen die argumenteert dat er meer economische groei moet zijn, het volgende goed begrijpt: de huidige economie verder laten groeien, voorbij de ecologische grenzen van de planeet, is een fysische onmogelijkheid. Die economie staat nu al in brand en gaat bij ongewijzigde koers hoogstens over enkele decennia finaal onderuit, in dat geval betekent het ook de ondergang van de beschaving zoals wij die kennen.
Zo is ook paaseiland ten onder gegaan toen men maar bomen bleef kappen, tot de laatste verdween… dan helpt het niet om meer boomzagen in te zetten…
Deze boutade mag hoogstens ongemakkelijk doen lachen. Want vandaag bouwen we meer en grotere vissersschepen om los te laten op overbeviste en straks lege zeeën en oceanen. En de klimaatverandering begroeten we door nog meer te investeren in de exploitatie van gas, olie en steenkool.
Klagen over een te lage groei is in al deze gevallen nonsens, want het is hoe dan ook de verkeerde groei, het is namelijk een groei die ons nu al armer in plaats van rijker aan het maken is en die onherroepelijk in de niet eens zo heel verre toekomst tal van steden, ook Brugge, Gent, Antwerpen, Lier, Mechelen, onder water zal zetten.
Niemand verplicht ons op de ijsberg te varen
Met andere woorden, hoog tijd om dit noodlottige scenario te verlaten en een andere sociaalecologische koers te varen. Niemand verplicht ons op de ijsberg te varen. Laten we dan de noodzaak van een ecologisch duurzame economie koppelen aan de roep naar werk en inkomen. Die omschakeling van onze huidige economie naar ecologische duurzaamheid is één grote schreeuw om werk.
Leefbare steden uitbouwen en renoveren, energiezuinige woningbouw, heel onze transporteconomie herdenken en hertimmeren, meer welvaart produceren met minder energie en minder grondstoffen, de economie dematerialiseren dus, heel onze energievoorziening op hernieuwbare sporen zetten, onze voedseleconomie milieuvriendelijk maken, onze grondstoffen recycleren: voor al die ambities moeten er dringend meer hersens en handen aan het werk.
Klinkt en is logisch maar allerminst evident. Want het starre eenheidsdenken is groot – voortdoen zoals we bezig zijn met als nepargument, het kan niet anders. Het duwt de Europese samenleving naar de afgrond. Kunnen wij vertrouwen op mensen die zeggen als ze voor de afgrond staan: ik weet dat een stap vooruit niet verstandig is, maar toch zie ik geen andere oplossing.
Tijd om in oorlogsmodus te gaan
Dat moet anders, en wel radicaal anders. Ik ben gestart bij de crisis van vorige eeuw die uitmondde in een vooral voor Europa verschrikkelijke Tweede Wereldoorlog. De ironie van oorlog is dat hij in de menselijke geschiedenis zowat de uitzondering is waarvoor de economie moet wijken en dienstig zijn.
Daarom is het tijd om opnieuw in oorlogsmodus te gaan. Want we zijn in oorlog, niet in de klassieke betekenis, maar wel tegen de dreigende ecologische catastrofes, tegen de moordende ongelijkheid en armoede, tegen de afbraak van de welvaartstaat die ons ook morgen allemaal het goede leven mogelijk moet maken, tegen de hersenloze productie van nieuwe ‘no future’ generaties zoals vandaag in Italië, in Portugal, in Spanje waar meer dan de helft van de jongeren die willen werken, geen werk vinden… waar vandaag sommige Spaanse jongeren naar Marokko trekken omdat ze daar meer kans hebben op werk.
Om die sociale en ecologische oorlog te winnen, moeten we vanaf vandaag alle mensen en middelen mobiliseren om deze nieuwe oorlogen te winnen, en een duurzame en menselijke economie en samenleving te maken. Vorige eeuw liep Europa aan kop in dat proces, de nieuwe oorlog waarin we volop zitten, dwingt iedereen, ook Europa, om aan kop te lopen.
Daarom heeft Europa opnieuw nood aan politici die het algemeen belang op lange termijn vorm weten te geven, die vooruit gestuwd worden door een heel actieve samenleving en geholpen door ondernemende burgers en bedrijfsleiders die al hun talenten investeren in een duurzame economie. Wie het publieke veld onder ogen neemt, krijgt – zacht uitgedrukt - niet de indruk dat zulk samenspel er snel zit aan te komen.
Beste lezers, in jullie eigen belang, dat van jullie kinderen, van jullie ouders, van vrienden, kennissen, buren en wie nog al meer, in ons aller belang dus, dwing vanaf morgen die overgang naar een duurzame economie af.
Dirk Barrez is hoofdredacteur van Pala.be en van DeWereldMorgen.be en auteur van onder andere de boeken 'van Verontwaardiging naar Verandering' (2011) en 'Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving' (2008)