Overslaan en naar de inhoud gaan
Een geschiedenis van de toekomst. Waar is het werk van Philips Hasselt naartoe?
woensdag, 6 april 2005 - 16:54
Op 3 december 2002 krijgen de 1400 werknemers
i van Philips Hasselt te horen dat hun vestiging sluit. Tot in Hongarije, tot in China
i zoekt televisiemaker Dirk Barrez waar hun jobs naartoe zijn gegaan. Bedrijven
i verdelen door delocalisaties het werk
i over heel de wereld, en soms is dat een pijnlijk proces. Prangende vragen over onze toekomst dringen zich op. Waar zullen wij werken? Kunnen onze welvaartstaten overleven in een globale economie
i? En hoe de welvaart in heel de wereld verzekeren?
‘Je voelt je machteloos, gewoon machteloos. Ik wil dat eigenlijk niet meer zien, dat is voorbij.’ Samen met vier andere voormalige werknemers
i van Philips Hasselt bekijkt Carine Put televisiebeelden over het einde van hun fabriek. Eerst zagen ze de massaproductie verdwijnen, daarna alles.
Het blijft vreemd dat het zover kon komen. Vijftig jaar geleden is hun fabriek klaargestoomd om te produceren en te exporteren, platenspelers en nog veel meer. ‘We werkten ooit met meer dan 5000 mensen’, herinnert Johnny Nijs zich, met een Philipscarrière van dertig jaar. ‘Cassetterecorders, dat is een uitvinding van Philips Hasselt’, vult Xavier Sanz-Dreesen aan, ‘later is hier ook de cd ontwikkeld.’ Waarna Albert Mouchaers: ‘En het allerlaatste apparaat wat we ontwikkeld en gemaakt hebben is de dvd.’ Ze hebben hun huiswerk gemaakt, een rijke oogst aan apparaten bedekt de tafel, allemaal ‘made in Hasselt’.
Decennialang was Hasselt een wereldkenniscentrum. De vroegere massaproductie ging weg. Maar de ontwikkeling
i van nieuwe commerciële topproducten zou de toekomst verzekeren, met enkel nog een aanloopproductie, de zogenaamde pilootlijnen.
Bij het begin van deze eeuw raakte die dynamiek echter verstoord. ‘Het was een grote verrassing’, zegt Albert, ‘toen ook delen van de ontwikkeling
i weggedragen werden naar het buitenland. Dat was de grote doodsteek want we kregen geen kans meer om nieuwe producten te ontwikkelen.’
‘Kennis is er over de wereld’, merkt Johnny laconiek op.
Marc Deckers is nog altijd kwaad: ‘Hasselt is voor een groot stuk dichtgegaan door slecht management dat niet voor de zaak heeft gevochten, enkel voor zichzelf. Als het slecht gaat ligt een werknemer aan de deur. Maar een manager, die wordt overgeplaatst.’
‘De machines die je nodig hebt kun je op een week tijd verhuizen’
Frits Schuitema is de voorzitter van Philips België. We treffen hem in zijn bureau nabij het Brusselse Zuidstation: ‘De woede van wie zijn werk
i verliest is begrijpelijk. Als je de cijfers kent over een langere periode, weet je dat er geen keuze was. We leverden aan de PC industrie waar een extreme concurrentie
i heerst. Wie in dergelijke ratrace ook maar een klein beetje achterloopt, duikt diep in het rood en dan is die achterstand vrijwel niet meer in te halen.
De anciens van Hasselt weten het maar al te goed. ‘Vroeger was West-Europa het Mekka van onze industrie’, aldus Johnny, ‘maar door de toegenomen communicatiemogelijkheden is de ganse wereld zo klein geworden dat je over de hele aardbol dezelfde activiteiten kunt laten doen.’ ‘Dat is nu globalisering
i’, weet Albert, ‘door die kleinere wereld is er een moordende concurrentie
i ontstaan.’
De Philipstopman spreekt hem niet tegen: ‘In een speerpuntindustrie kan je geweldige hits scoren maar elk foutje, elke vertraging wordt genadeloos afgestraft. Daar komt bij dat de industriële tak waarin Hasselt zat - elektronica, cd, dvd – zich concentreerde in Azië
i.’
Hoe die concurrentie
i wordt uitgevochten, hoe en waarom het werk
i de wereld rond verhuist, daarover spreekt Johnny uit ervaring: ‘Ongeveer in 1995 zijn we begonnen de massaproductie naar Polen en Hongarije te brengen, puur wegens de loonkost. Een werknemer in Hongarije verdient vijf à zes keer minder en de opleiding is evengoed. Universitairen zijn relatief duurder maar daar heb je er niet zoveel van nodig om een fabriek te doen draaien. Voor de rest heb je machines nodig, en die kun je tegenwoordig op een week tijd verhuizen. Ze zijn ervoor geconstrueerd, je zet ze op een zware truck en je rijdt ermee de wereld rond.’
‘Ik weet dat ik mijn werk
i kwijt ben, en zij nog niet’
Samen met Albert en nog meer collega’s bezocht Carine de Hongaarse zusterfabriek in 1998: ‘Er werkten toen 3000 mensen, en wat we zagen was een kopie van Hasselt’.
Zoveel jaren later reist Carine opnieuw naar Hongarije, we reizen mee. Ze is nieuwsgierig naar wat er nu nog wordt gemaakt en welke productie er weg is, of welke er nog weg gaat. Van Wenen is het niet ver meer rijden tot de Hongaarse grens. Zowat vijftig kilometer verder richting Boedapest ligt Györ, een stad waar de oude industrie diepe littekens heeft nagelaten. Paul Kravitz kan er van meespreken, hij rijdt met ons mee het mooie centrum uit: ‘Zie je, vele fabrieken zijn dicht, vele andere hebben het grootste deel van hun personeel ontslagen. Raba, genoemd naar de rivier die hier stroomt, was de economische trots. Ooit werkten er éénentwintigduizend mensen, nu amper nog tweeduizend vijfhonderd.’
Even verderop toont hij van op een brug de nieuwe uitgestrekte industrieterreinen die de oplossing brengen: ‘Tientallen buitenlandse bedrijven
i komen er op af, voor de lage lonen, de vrij goed opgeleide mensen, de goede infrastructuur, natuurlijk voor de belastingvrijstellingen en ook omdat vakbonden
i hier niet echt aangemoedigd worden.’
We hebben afgesproken met Julika Kovacs en Judit Jakab, twee vakbondsafgevaardigden. Niet dat de vakbond veel voorstelt bij Philips Hongarije. Hij telt slechts een zeventigtal leden terwijl er toch 2 à 3000 mensen werken, bijna allemaal vrouwen. De productie piekt en daalt en daarmee ook het aantal werkneemsters waarvan velen slechts een tijdelijk contract hebben. Judit steekt van wal: ‘Onze werkomstandigheden zijn sinds 1998 merkelijk verbeterd, we kregen airco, een cafetaria, rookruimte, douches, kleedkamers en betere stoelen. In zeven jaar is het basisloon verdubbeld en we krijgen nu ook toeslag voor onregelmatige prestaties.’ Julika neemt het minder goede nieuws voor haar rekening: ‘Ik verdien 320 euro netto, net genoeg om alle rekeningen te betalen. Mijn dochter studeert aan de hogeschool en als ik ook die kosten heb betaald, is al mijn geld
i op.’ En dan vertelt ze het echt slechte nieuws: ‘Eigenlijk is de toekomst van de fabriek maar twee jaar verzekerd. De cd productie is al verhuisd naar Oekraïne. En we hebben gehoord dat Philips ook productie naar China
i wil verhuizen. Nu werken er in Györ 2800 mensen, eind 2005 zullen dat er nog maar 1500 zijn, amper de helft.’
Carine kan een gevoel van herkenning niet onderdrukken, volgens haar is het duidelijk: ‘Men laat de medewerkers de hele tijd in onzekerheid maar het werk
i gaat hier toch weg, dat hoor je goed genoeg’. Aan het management kunnen we het jammer genoeg niet vragen, we zijn niet welkom ondanks de vraag van Philips België.
’s Avonds, als het donker is, rijden we nogmaals langs de fabriek, de werkhallen zijn goed verlicht. Carine telt de productielijnen, is verbaasd dat de werkneemsters dichter bij mekaar zitten dan in Hasselt: ‘Het is raar om dat te zien… ik weet dat ik mijn werk
i kwijt ben, en zij nog niet.’ Op de terugweg naar België wordt haar commentaar niet vrolijker: ‘Ze weten zelfs niet wat een Europese ondernemingsraad
i is. Hoe wil je dat we zo aan een sociaal Europa geraken?’
‘Op loonkosten kunnen we niet concurreren met Oost-Europa of China
i’
In België reageert Johnny Nijs niet echt verbaasd: ‘West-Hongarije, dat was al een dure streek aan het worden. Dan zijn we richting Roemenië en Oekraïne getrokken, daar zijn de lonen bijna de helft lager. Als ze nog iets verder gaan, zit je in Roemenië, dan zijn ze nog eens de helft. Dus je voelt, we zitten niet op het einde van de rit.’
Terwijl hij een dvd apparaat openlegt en de lees- en schrijfkop aanwijst, vertelt Xavier dat de productie ervan nu in Sjanghai gebeurt.
‘Op loonkosten moeten we niet de illusie hebben dat we kunnen concurreren met die landen, beaamt Philips topman Schuitema, ‘met een aantal Oost-Europese landen spreek je over een verhouding van 1 op 10, met China
i spreek je over nog meer.’
En dus wordt het tijd om ook naar China
i te trekken, eerst naar Sjanghai, Philips achterna. Dat dit in weinige jaren tot een volledig vernieuwde megastad is uitgebouwd, het is een bekend verhaal. We laten de uitdijende zee van torengebouwen van het ‘oude’ centrum achter ons, doorkruisen het nieuwe centrum Pudong en belanden uiteindelijk in de vrijhandelszone Wai Gao Qiao, aangegeven door enkele grote bogen over de brede wegen en een toegangspoort. Hier is Philips Optical Storage gevestigd, gastheer Heinz Esser stelt ons het bedrijf voor. Deze fabriek werkt sinds de start in 1996 dag en nacht, de week rond. In drukke periodes werken er bijna 4000 mensen, in het laagseizoen 2000 tot 2500. Dat zijn ook hier bijna allemaal vrouwen, bij de ploegenwissels zie je ze massaal met de fiets aankomen en vertrekken, op en neer naar de slaapzalen verderop. De meeste werkneemsters komen uit het binnenland om hier enkele jaren te werken.
Danny Ceunen vergezelt ons naar de productielijnen. We ontdekken wat we zoeken, een machine waarvan de opschriften aangeven dat ze uit Hasselt komt: ‘Deze lijn is in Hasselt ontwikkeld in 1989 en heeft er gedraaid tot in 2001, dan is ze naar Sjanghai verhuisd’, licht Danny toe, ‘dit is nog het enige wat overblijft van Hasselt’.
Intussen werken de Chinese werkneemsters naarstig door. Dat doen ze veertig uur per week, voor zeventig euro netto per maand. Heinz beklemtoont dat niet enkel de loonkost telt: ‘Voor de productie zoeken we niet alleen naar de goedkoopste handjes maar kijken we naar de integrale kost. Waar zitten onze leveranciers, waar zit ik dicht bij de markt en waar is er kennis omheen om de productie te ondersteunen?’ Tracy Chen en James Zhang behoren tot dat ondersteunend leidinggevend personeel. Ze zijn er gerust in wanneer ik hen de vraag stel of Philips niet opnieuw zal verhuizen naar waar het nog goedkoper produceren is: ‘Als we concurrentieel zijn, is daar geen reden voor. We zijn heel dicht bij onze klanten, dus waarom zouden ze elders gaan?’
Misschien kunnen ze toch beter meeluisteren naar Heinz: ‘Ik denk dat de volgende trend is dat er niet meer in Shanghai wordt geproduceerd, maar verder landinwaarts in China
i en in andere lageloonlanden in Azië
i. Er zijn er nog veel, Vietnam, Cambodja.’
‘We moeten onszelf beconcurreren met onze eigen sociale zekerheid
i, dat is oneerlijk’
Op het thuisfront heeft Marc Deckers er geen goed oog in: ‘Er zijn geen sociale voorzieningen. Er is geen sociale zekerheid
i. Men neemt mensen aan, zijn ze te duur dan worden ze afgedankt. Van Hongarije naar Sjanghai, van Sjanghai naar een ander. Ik herinner mij als jonge vakbondsafgevaardigde, dat we bezoek hadden uit de Filippijnen en Brazilië en als vakbond beweerden wij, we moeten de mensen werk
i geven zodat ze op hetzelfde welvaartsniveau komen. Ik ben nu dertig jaar verder en de mensen hebben het er nog even slecht. En eigenlijk moeten wij concurreren met onze sociale zekerheid
i tegen mensen die geen sociale zekerheid
i hebben. Dat maakt ons duur, maar het is oneerlijke concurrentie
i.’ Albert Mouchaers drijft de redenering verder: ‘Er zijn geen vakbonden
i en dus is er geen enkele druk. Volgens mij willen ze de levensstandaard
i laag houden, zoveel te rijker wordt het grote kapitaal
i.’
‘Ja’, antwoordt Johnny Nijs, ‘maar je zal daar toch moeten mee leven. Een multinational bestaat om winst te maken.’ En om winst te kunnen maken moet je er voor zorgen niet uit de markt te verdwijnen, merkt Schuitema op: ‘Nu al produceert China
i tweederde van de dvd spelers, dat is werkelijk dominant, en is het de grootste producent van gsm’s en kleurentelevisies. Als Philips een globaal bedrijf wil zijn en als wij onze positie ten opzichte van onze grote concurrenten willen handhaven dan moet je in China
i zitten.’ De verschuiving van het economische zwaartepunt op onze aarde
i richting Azië
i speelt een belangrijke rol. Meer dan de helft van alle mensen woont er, dat is nu al een immense afzetmarkt die snel veel groter wordt dan de Europese of de Noordamerikaanse.
‘Spitstechnologie is de toekomst… maar zeker ben je nooit’
Als China
i voor bijna de hele wereld produceert, is er dan nog werk
i voor Europa? Niet altijd verloopt het zoals in Hasselt, ook niet bij Philips. Zo vertelt de lichtfabriek in Turnhout een ander verhaal. Enkele duizenden mensen maken er volop lampen voor voetbalstadions, winkels, serres, projectoren. Met zijn hoogwaardige gasontladingslampen is Turnhout koploper in de wereld. Als we directeur Henk Coppens ontmoeten staan er juist machines klaar om te vertrekken naar Polen: ‘Zodra het alleen maar is, het is donker en ik moet een compensatie hebben in een lichtbron, echt waar, die eenvoudige lampen zult u in Turnhout niet meer zien. Machines waar we het verschil niet langer mee maken gaan naar Polen of China
i. Elke keer vragen we ons af, waarom blijven we het hier doen? Want de goedkoopste worden we hier nooit. Uiteindelijk is het de loonkost die bepaalt waar je produceert, dan is dat niet West-Europa, niet Turnhout, en dan is het interessanter dat mensen zelf hun werk
i wegbrengen.’ Dat is dus het geheim, de nieuwste lampen en de nieuwste lichttechnologie waar goed geld
i mee te verdienen is worden hier ontwikkeld en geproduceerd. Wat ‘gewoontjes’ wordt, schuift door naar landen met lagere lonen. Zolang Turnhout aan de spits blijft van de lichtindustrie is de toekomst verzekerd. Maar zoals de directeur opmerkt: ‘Meer dan ooit geldt, zeker ben je nooit’. We maken een afspraak om elkaar terug te zien in de zusterfabriek nabij Sjanghai.
Van een multinational in China
i…
Bij dat weerzien heeft Henk Coppens kleine oogjes, hij is pas vannacht aangekomen vanuit India maar is meteen paraat om ons rond te leiden: ‘We zijn hier om te groeien. Weet je, de sterkst groeiende klant van Philips Turnhout is China
i. En we komen voor de grondstoffen
i en natuurlijk ook voor de veel lagere lonen. Arbeiders verdienen hier 130 euro bruto per maand, voor wie geschoold is wordt dat 200 en universitairen beginnen aan 3 à 400 euro. Voorheen zaten we in het centrum, en juist om redenen van loonkost zijn we nu zelfs al een stukje buiten Shanghai in Malu beland. Als het ook hier voor bepaalde producten te duur wordt, dan trekken we verder, in China
i, of Vietnam, we zijn op dit moment ook actief in Rusland, dus die trein stopt nooit.’
We eten ’s middags in de bedrijfskantine. Grote bedrijven
i bieden hun Chinese werknemers
i bovenop het loon dikwijls een goede keuken. En ze betalen ook voor sociale zekerheid
i, zo leert een gesprek met de Chinese algemeen directeur Luo Pei Liang: ‘Indien de mensen 100 euro bruto verdienen, betalen we bovenop 65 euro voor huisvesting, werkloosheid, medische zorgen en pensioen. Om eerlijk te zijn, niet alle bedrijven
i respecteren deze wet. Sommige proberen daaraan te ontsnappen.’ Het was ons al langer duidelijk, in China
i is de wet één zaak en de realiteit dikwijls een heel andere. Maar een multinational als Philips trekt voor zichzelf duidelijke krijtlijnen, zegt Coppens: ‘Als het over kinderarbeid
i gaat, faire beloningen of arbeidsomstandigheden hebben wij zeer duidelijke beleidsregels die wij respecteren in elk van onze bedrijven
i’.
De volgende afspraak is met Sun Shu Li, lid van de partij en vakbondsverantwoordelijke. Jawel, elke onderneming moet één vakbond hebben, slechts één. Althans, zo zegt de Chinese wet. Vooral in grote bedrijven
i vind je dan ook de officiële eenheidsvakbond. Sun Shu Li begint zelf over het grote verschil tussen vakbondswerk in China
i en elders in de wereld: ‘Ik moet én de werknemersrechten beschermen, én de belangen van het bedrijf beschermen.’ Het is geen slechte zaak wanneer vakbonden
i ook oog hebben voor de onderneming, maar wanneer er bijna identificatie optreedt met het bedrijf is er geen ruimte meer voor een onafhankelijke vakbondswerking. ‘Nog verschillend met Europa is dat de wet verbiedt om te staken’, vult Luo Pei Liang aan.
… naar Chinese fabrieken
Toch treffen de werknemers
i van Philips en andere multinationals het niet zo slecht. In Chinese fabrieken zijn de arbeidsomstandigheden meestal veel slechter. Oorzaak is de overrompeling van de Chinese steden door massa’s volk op zoek naar werk
i, mensen die bereid zijn hard en lang te werken voor weinig geld
i. We rijden een paar honderd kilometer landinwaarts, richting platteland, een onmetelijk arbeidsreservoir. We willen weten hoe het er aan toe gaat in Chinese fabrieken. Nabij de stad Jiang Yin, gelegen aan de Yangtze Rivier bezoeken we een oude textielfabriek. Vroeger werkten er 400 mensen. Het bedrijf is nu geprivatiseerd en de lokale partijleider Huang Hui Zhong is de nieuwe directeur geworden. Hij ging aan het saneren en zo verdween de helft van de banen: ‘Vooral nadat China
i is toegetreden tot de Wereldhandelsorganisatie
i is de concurrentie
i van kleine privé ateliertjes steeds meer toegenomen, zeker voor ons, wij maken werkhandschoenen, en dat is vooral handenarbeid. Daarom ben ik het productieproces aan het automatiseren. Als je louter met handenarbeid blijft produceren, gaat je bedrijf kapot.’
De onstuimige ontwikkeling
i van hun land is geen zegen voor alle Chinezen, zo blijkt wanneer we ‘s avonds aanlopen bij Chen Lian Fen en Huai Gui Xiang. De hele familie is nog aan het eten, maar al gauw is er tijd voor ons. Vroeger werkten ze allebei in de fabriek. De vrouw Chen controleert nog altijd de handschoenen, al negentien jaar. De man Huai is na de privatisering
i zijn werk
i kwijtgeraakt, hij kreeg enkel een ontslagvergoeding van 200 euro en zit nu thuis: ‘Ik wil graag werk
i vinden. Maar ik ben al 45 en heb geen diploma of goede relaties.’ De dag erna vergezellen we Chen naar de fabriek: ‘Vroeger werkte ik acht uur per dag en verdiende 60 à 70 euro per maand. Nu werk
i ik vier uur per dag en verdien ik 40 euro per maand. Dat komt omdat er minder werk
i is. En er is geen werkloosheidsvergoeding. Als ik door ziekte niet kan werken, val ik helemaal zonder inkomen.’ Man zonder werk
i, de vrouw halftijds en geen vervangingsinkomens, rooskleurig is anders. Het gesprek met Chen maakt ons nog iets anders duidelijk: in twintig jaar is haar loon amper gestegen, en haar koopkracht al helemaal niet. In een ander lokaal werkt de 22-jarige naaister Fang Yin Gui. Haar arbeidsdagen duren negen uur, ze heeft één rustdag per week en verdient ongeveer 100 euro per maand. Terug buiten zien we wapperende kleren aan de wasdraad. Ze verraden waar zich de slaapzalen bevinden voor de Chinese migranten uit het binnenland. We ontmoeten er twee meisjes van achttien, Zhang Min voert het woord: ‘Wij zijn met een tiental uit hetzelfde dorp gekomen, dat is een busreis van een tiental uur. Na de eerste graad middelbaar vertrekt iedereen, om verder te studeren of om te werken zoals wij, twaalf uur per dag.’
Zo is het leven in de handschoenenfabriek, er is werk
i maar weinig werkzekerheid. De lonen zijn laag en veel sociale zekerheid
i is er ook al niet, een weinig voor dokterskosten en dan nog wat voor pensioen. En van een werknemersorganisatie is hier helemaal niets te merken.
Van kwaad naar erger, de economische onderkant van China
i
We vliegen naar Hong Kong, de thuishaven van mensen en organisaties die opkomen voor de rechten van de Chinese werknemers
i en die een vrije vakbondswerking in China
i proberen uit te bouwen. We hebben een afspraak met Han Dongfang, een vroegere spoorwegarbeider die zijn land moest ontvluchten omdat hij een onafhankelijke vakbond had opgericht. Nu verspreidt hij zijn ideeën via radioprogramma’s die ook in China
i te beluisteren zijn. Zijn organisatie China
i Labour Solidarity brengt wantoestanden aan het licht en geeft juridische bijstand aan werknemers
i waarvan de rechten geschonden zijn: ‘Neem die edelsteenfabriek waar de arbeiders sterven aan longziekte, te wijten aan de slechte werkomstandigheden. Enkele maanden werken is genoeg om eraan dood te gaan. Onze organisaties hier in Hong Kong betalen advocaten om hen te verdedigen. Er zijn al die mijnongelukken met dikwijls tientallen doden. Ik telefoneer met de weduwen, hoor hoe hun mannen verplicht werden om af te dalen terwijl het al een week brandde onder de grond, anders zouden ze hun job en inkomen kwijt spelen. Hun vrouwen mochten de lijken niet eens zien en het overlevingspensioen dat ze aangeboden krijgen is gewoon belachelijk laag. We overtuigen hen om achtduizend euro schadevergoeding te eisen omdat het leven van een mijnwerker even veel waard is als dat van een Chinese leider. Als het veel geld
i kost, zijn de eigenaars verplicht om echt iets te doen aan de onveiligheid.’
We nemen de trein vanuit Hong Kong naar Shenzhen, een stads- en industriekluwen gegroeid van 10.000 naar 10.000.000 inwoners op vijfentwintig jaar tijd. Ook hier stromen werkzoekenden toe uit heel China
i, naar duizenden fabrieken die produceren voor de hele wereld, ze werken er dikwijls onder zeer slechte voorwaarden. Wie daar iets wil aan doen is professor Liu Kaming, met zijn vormingscentrum voor werknemers
i: ‘In Shenzhen zijn de grootste problemen de lage lonen, de heel lange werktijden, er is geen sociale zekerheid
i en geen vrijheid van vakbondsvereniging.’ Je moet je rechten kennen om je te kunnen organiseren, benadrukt Kaming. Als meer Chinezen aandacht krijgen voor deze uitbuiting en er een sterke internationale beweging groeit kan deze neerwaartse sociale spiraal stoppen, daarvan is hij overtuigd.
Na de les trekken de studenten van het vormingscentrum naar huis, naar de ons al bekende slaapzalen. Morgen wacht een nieuwe werkdag. Lewei komt thuis... Op de kamer waar hij huist, amper vierkante meter, leven en slapen ze met zes, van sociale rechten hebben de meesten nog nooit gehoord.
Hoe erg vele Chinese werknemers
i er ook aan toe zijn, toch roept Han Dongfang in geen geval op tot revolutie: ‘We willen de mensen doen beseffen dat het verkiezen van een vakbond volledig legitiem is, want door de wet voorzien. Jammer genoeg denken de Chinese arbeiders nu dat de vakbond deel uitmaakt van het bedrijf. Dat vergiftigt de idee van wat een vakbeweging moet zijn. De vakbond is geen vakbond meer in China
i. Hij is gestolen. Een vakbond is er voor de werkers, moet verkozen zijn en zich verantwoorden.’
Dongfang is optimistisch. Over vijf jaar hoopt hij in China
i zelf verder te bouwen aan een onafhankelijke vakbond. Hij ziet de Chinese arbeidersbeweging niet los van de rest van de wereld: ‘Zolang de Chinese werknemers
i zich niet mogen organiseren zijn de sociale rechten van alle werknemers
i overal ter wereld in gevaar.’ Veel te langzaam dringt het door in de rest van de wereld. Niet zozeer dat China
i de fabriek voor de 21ste eeuw wordt is het probleem, maar zolang deze fabriek grotendeels werkt zonder minimumlonen, zonder sociale zekerheid
i, zonder vakbondsvrijheid, dreigt zij een neerwaartse druk uit te oefenen op de lonen en de welvaartstelsels, op de sociale rechten en bescherming in alle landen.
Dirk Barrez, 6 april 2005
Dit verhaal is ook een tv-documentaire van 40' die verscheen op de DVD Het Mondiale Uitzendkantoor. Het verhaal van Philips Hasselt (niet meer te koop)
Twee korte web-tv-reportage uit die film zijn te zien op onze videopagina, namelijk een inkorting van het verhaal van Philips Hasselt en het fragment van de Chinese textielfabriek
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Al te dikwijls loopt het economische ver voor op het sociale. Ook al zijn we terecht fier op onze sociaal gecorrigeerde vrije markteconomie, toch is dat ook zo bij de Europese integratie. Vanaf de jaren vijftig internationaliseert de economie volop in de West-Europese ruimte. We krijgen meer en meer grote bedrijven die zich Europees ontplooien en het vroegere nationale kader ontgroeien. Zo raakt het nationale recht op informatie en raadpleging van werknemers snel achterhaald. In de jaren zeventig gaan er stemmen op om de werknemers meer zeggingschap te garanderen in Europees gestructureerde ondernemingen, om dus ook te werken aan sociale internationalisering. Het kost enorm veel tijd vooraleer er regelgeving komt. De Europese besluitvaardigheid botst op de vereiste unanimiteit omdat zeker Groot-Brittannië niet wil weten van sociale regels.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Vele generaties lang steunt onze levensstandaard vooral op wat we zelf voortbrengen, meestal als landbouwer, en op wat de lokale economie aan extra welvaart te bieden heeft. De inbreng van de verdere buitenwereld was gering tot verwaarloosbaar. Globalisering brengt ons talrijke producten uit de hele wereld en leidt doorgaans tot een hogere levensstandaard. Maar die opdringerige wereldeconomie doet ook lokale economieën kapseizen en bedreigt zo de levensstandaard van vele mensen die hun inkomen en werk zien verdwijnen.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Voor wie het niet breed heeft, helpen alle kleintjes. Kinderen van veetelers en landbouwers kunnen al gauw een helpende hand uitsteken. In de beperkte plant- en oogstperiodes valt daar zelfs wat voor te zeggen, want hoe meer werkende handen in die periodes, hoe minder honger. Niet toevallig is oogstmaand augustus bij ons een vakantiemaand. Of kinderen gaan al heel jong uit werken en zorgen zo voor een deel van het gezinsinkomen. Dat houdt hen weg van school en vergooit hun toekomst. Het is waar, deze kinderarbeid is verboden. Maar dat verbod handhaven is geen mondiale prioriteit. In een economie die overal op zoek gaat naar de goedkoopste en meest onbeschermde werkkracht is kinderarbeid dan een beschamend bijproduct van globalisering.Leren verplicht maken en zorgen voor voldoende scholen en leerkrachten is een prima middel om de kinderen naar school te krijgen en komaf te maken met kinderarbeid. En waarborgen dat de ouders over voldoende inkomen beschikken is het tweede deel van de oplossing.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Vormt samen met liberalisering en deregulering het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechten.De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken.Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozen hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien?Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden?Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben?Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globalisering, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.