Home

Scherpstellen | twitter en deontologie

Wereldwijd vormen twitter en andere sociale media voor velen gegeerde wapens om mee naar het publieke strijdperk te trekken. Onder hen ook tal van journalisten. Die sociale mediagebruikers spuien oeverloos veel meningen, soms interessant. En ze spuien ook volop roddels en leugens.

Verbazingwekkend om zien is hoe ook journalisten geruchten verspreiden via sociale media. Zou hun deontologische plicht om informatie te controleren en te dubbelchecken misschien niet gelden op sociale media? Is daar de plicht tot woord en wederwoord van geen tel? En om een daarbij onjuist gebleken gerucht vooral niet zelf te beginnen verspreiden?

Neen dus, er is geen enkele reden waarom journalisten in hun media wel gebonden zouden zijn aan hun deontologische plichten, en er lustig hun voeten zouden kunnen aan vegen op sociale media. Voor de geloofwaardigheid van de journalistiek, zou het goed zijn dat hoofdredacties en journalistenbonden daar scherp op zouden toezien. (db)


Bronnen
Verklaring der rechten en plichten van de Journalist (1971)
Code van journalistieke beginselen (1982)
Code van de Raad voor de journalistiek (2010)

Lees ook

Van zogenaamde ‘sociale media’ tot AI, argeloosheid is de rode draad

OpenAI blog Governance of superintelligence

Ineens lijkt artificiële intelligentie overal terwijl ze eigenlijk al decennia in opmars is. Maar er vindt inderdaad een versnelling plaats. En argeloosheid daarover kunnen we maar beter missen, zeker nu zelfs de bazen van OpenAI, Alphabet en Microsoft regulering vragen: alsof Exxon in 1965 zou vragen om een klimaatakkoord.