Afrikaanse landen op zoek naar antwoorden op de energiecrisis
dinsdag, 13 januari 2009 - 20:04
De wereldwijde energiecrisis zet ook Afrikaanse regeringen ertoe aan om op zoek te gaan naar alternatieve energiebronnen of om beter samen te werken met buurlanden.
Op hun topconferentie eind vorig jaar in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja besloten de staatshoofden en regeringsleiders van ECOWAS, de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse landen, om een gemeenschappelijk centrum voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie op te richten in Kaapverdië. Het centrum moet onderzoek verrichten naar aangepaste milieuvriendelijke technologie die de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen moet kunnen terugdringen. Volgens Christian Adovelande, voorzitter van de Bank voor Investeringen en Ontwikkelingi van ECOWAS, zal zijn instelling samen met de Afrikaanse Investeringsbank (BAD) 110 miljoen euro bijdragen aan het project. De Europese Investeringsbank zou nog eens 11 miljoen euro inbrengen. Gezien de kwetsbare eilandpositie van Kaapverdië, maar ook vanwege het stabiele en goede bestuur, kwam de eilandengroep in aanmerking voor deze belangrijke investering.
Aan de andere kant van het continent gaat de Mozambikaanse regering nauw samenwerken met buurland Malawi bij de uitbreiding van het hoogspanningsnetwerk rond de reusachtige waterkrachtcentrale van de Cahora Bassa-dam in de provincie Tete. De Wereldbanki stelt daartoe 63 miljoen euro ter beschikking van de regeringen van Mozambique en Malawi. Dit past in het nieuwe energieprogramma van SADC, de samenwerkingsgemeenschap van Zuidelijk Afrikai. De Cahora Bassa-dam werd nog op het einde van de koloniale periode door de Portugezen gebouwd, maar kon door de burgeroorlog nooit op volle capaciteit draaien. Sinds enkele jaren heeft de Mozambikaanse staat 85 procent van de dam in handen, de rest is eigendom van de Portugese elektriciteitsmaatschappij. Totnogtoe leverde de dam al stroom aan Zimbabwe en Zuid-Afrikai. In de toekomst zal Mozambique zich nog meer profileren als leverancier van elektriciteit voor de hele regio. Tegen 2015 moet 800 MW worden opgewekt.
Afbeelding
Schrijf in op de PALA nieuwsbrief
verschijnt maximaal 2 maal per maand
een journalistieke kijk op onze globaliserende wereld Hoe is de wereld eraan toe? Waar moet het naartoe? Hoe geraken we daar?
PALA zoekt met haar nieuwsbrief, website en boeken de antwoorden voor een meer sociale, ecologische en democratische samenleving en economie
Door de scherpe daling van de olieprijzen op de internationale markt moet de kleine eilandstaat São Tomé zijn hoogspannen verwachtingen over de exploitatie van nieuwe olievelden in de Golf van Guinee bijstellen. Voorlopig schorten de buitenlandse oliemaatschappijen de geplande prospecties van de diepzeevelden tussen São Tomé en de kust van Nigeria op. De lage olieprijs maakt deze dure onderneming te riskant. Een tegenvaller voor de begroting 2009. (JVC)
Websites
Klik voor Kaapverdië: Centrum voor Hernieuwbare energie
Klik voor artikel Mozambique: Wereldbanki financiert netwerk Cahora Bassa
Klik voor artikel São Tomé: Prospectie nieuwe olievelden uitgesteld
Onder druk van de buitenwereld die meer transparantie wil van bedrijven over hun milieu beleid en hun sociaal beleid groeit er in de economische wereld sinds eind vorige eeuw een beweging die pleit om niet enkel aandacht te besteden aan de winstcapaciteit van de bedrijven. Bedrijven moeten ook de sociale en de ecologische balans van hun activiteiten in rekening brengen. In het Engels spreekt men van de drie P's, profit, people en planet, wat in onze taal misschien best vertaald kan worden met winst, mensen en Aarde. Op elk van die drie terreinen moeten bedrijven nagaan wat hun resultaten zijn.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).