Overslaan en naar de inhoud gaan
Angela Merkel en vijf internationale instellingen vragen mondiale oplossingen
dinsdag, 24 februari 2009 - 20:37
‘Een mondiale crisis vraagt' om mondiale oplossingen', zo begint de gemeenschappelijke verklaring van Duits bondskanselier Angela Merkel met de hoofden van de OESO, IAO
i, IMF
i, WTO
i en Wereldbank
i (1). Dat is niet meer dan logisch, maar daarom niet echt het uitgangspunt voor de meeste politici.
Jammer genoeg is deze verklaring nogal ongemerkt voorbijgegaan. Want het is een al bij al opmerkelijke verklaring. Zo pleit ze onomwonden voor een sociale markteconomie. Dat is niet echt revolutionair want het succesrecept achter onze welvaartsstaten na de Tweede Wereldoorlog. Maar na een kwarteeuw kankerend economisch neoliberalisme is het een publieke ommezwaai.
Daarvoor is een mondiaal bestuurskader nodig lezen we verder, dat bv. de waardig werk
i agenda van IAO integreert. De mondiale financiële instellingen moeten effectief de wereldeconomie steunen, ook voor arme landen en kwetsbare bevolkingsgroepen. De strijd tegen klimaatverandering
i, tegen armoede
i en voor open wereldhandel blijven topprioriteiten.
Je kan daarover discussiëren. Je kan erop wijzen dat armoedebestrijding een in de lucht zwevend concept is zolang je de oorzaken van onrechtvaardige inkomensongelijkheid niet aanpakt. Je kan eraan herinneren dat wereldhandel ook fair moet zijn en moet samengaan met het recht van landen om hun eigen welvaartsmachine uit te kunnen bouwen.
Pleidooi voor Economische en Sociale Raad van de VN
Vooral mankeert hier nog het in elkaar passen en afstemmen van de verschillende doelen. Vandaag geeft het geen pas om een sociale markteconomie te bepleiten, enkel om te kunnen ‘groeien'. Want een groei die de aarde
i om zeep helpt, is ecologisch én sociaal een ramp. Waar de wereld in faalt, is om deze beleidsdiscussie in een open en democratisch forum te laten gebeuren. Angela Merkel kijkt daarvoor, terecht, in de richting van de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties. Het pleidooi daarvoor vinden we meer uitgebreid in Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving: ‘Bij de oprichting van de VN kwam er niet enkel een Veiligheidsraad maar ook een Economische en Sociale Raad. Men maakte een klare keuze voor een economie
i die onze sociale ambities voor de wereld moet ondersteunen. Maar we zijn daarna wel zo dwaas geweest om hem onmachtig te houden. Waarop wachten we om die Economische en Sociale Raad de leiding toe te vertrouwen van het sociaal-economische wereldbeleid? Waarom geven we niet meteen ook ecologie mee als bevoegdheid en noemen we hem de Ecologische, Sociale en Economische Raad zodat hij op al die terreinen kan functioneren als een soort wereldregering? Die leiding moet hij natuurlijk ook uitoefenen ten aanzien van IMF, Wereldbank en WTO. Het is de aangewezen manier om deze falende instellingen aan banden te leggen en, beter nog, hen te verplichten werk
i te maken van een wereldeconomie die mens, maatschappij en milieu respecteert.' (DB)
(1) Die afkortingen staan respectievelijk voor Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
i, Internationale Arbeidsorganisatie
i, Internationaal Monetair Fonds
i en World Trade Organisation of Wereldhandelsorganisatie
i.
Meer uitleg in globalisering
i van A tot Z op mondiaal.be of in het woordenboek op pala.be
Klik voor gezamenlijke verklaring Angela Merkel en de hoofden van OESO, IAO, IMF, WTO en Wereldbank (Klik op PDF - Engels, Frans of Spaans)
Klik voor ILO and the global crisis
Klik voor meer info en bestellen het boek Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving
zie Internationale Arbeidsorganisatie
zie Internationaal Monetair Fonds
zie Wereldhandelsorganisatie
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Om van waardig werk te kunnen spreken, moet het gaan om het uitoefenen van werk waarvoor men vrij kiest en dat een inkomen oplevert dat de behoeften van zichzelf en van het gezin dekt.Menswaardig werk respecteert tevens de arbeidsrechten van mensen. Hiertoe behoren fundamentele werknemersrechten zoals het recht op organisatie, op collectieve arbeidsonderhandelingen én op gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
zie Aarde
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.
De OESO verzamelt de industrielanden van de wereld en wordt daarom ook wel de club van de rijkste landen genoemd. Wat deze organisatie vooral doet is informeren en adviseren op het vlak van economisch en sociaal beleid. De OESO speelt een belangrijke rol in de mondiale economische ontwikkelingen en haar studies en rapporten hebben grote invloed op het beleid van de lidstaten.Vooral vakbonden hebben kritiek op het sociaal beleid dat doorklinkt in een aantal studies, en dat ze niet echt als werknemersvriendelijk ervaren. De werkwijze en besluitvorming van de OESO zit daar voor veel tussen. Haar belangrijkste gesprekspartners zijn immers de ministers van economische zaken die in al te veel gevallen geen hoge dunk hebben van sociaal beleid.In 1976 komt de organisatie zowat als eerste met een gedragscode voor multinationale ondernemingen die later enkele keren is gewijzigd en aangepast. Deze richtlijnen zijn geen verplichtingen. Het zijn aanbevelingen aan multinationals om vrijwillig een aantal principes te respecteren op zo verschillende terreinen als werkgelegenheid, mensenrechten, milieu, informatie, concurrentie, belastingen en zelfs wetenschap en technologie.
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.